Deze keer een 5 december voorleesverhaaltje voor kinderen en/of kleinkinderen, maar ook voor die ouders of grootouders die met een glimlach mee kunnen gaan in het geloof van kinderen.
Sinterklaas was luie Zwarte Piet kwijt.
Vier kinderen stormden de huiskamer binnen van Oma Y’tje, het waren de kleinkinderen die iedere dinsdag na schooltijd naar Opa en Oma gaan. Opa haalt ze dan allemaal op van school. Terwijl jassen, tassen en schoenen door de hal vlogen, wilde de een na de ander vertellen aan Oma hoe de rommel Pieten, die op school waren geweest, een grote puinhoop hadden gemaakt. “Nou”, zei Oma, “rommelpieten…volgens mij hebben wij een rommel Opa…kijk maar alle kussens op de bank liggen opgestapeld. “Nou” zei Opa, “dat heb ik niet gedaan hoor”. Mmm …raar… dat is erg raar… dacht Oma, “maar eerst thee en lekkers”, riep ze.
Opa zei dat ze eerst aan tafel moesten gaan zitten en dan mocht iedereen om beurten vertellen wat er op school was gebeurd. Op tafel stonden de bekers met warme thee en honing al klaar, voor ieder een schaaltje kruidnootjes en wat stukjes mandarijn. Koude handjes klemden zich om de warme beker met thee en om beurten werden de verhalen verteld. Nou ja om beurten, niet 1 kind kon zijn verhaal afmaken, het was een gekwebbel van jewelste.
Plots ging de telefoon van Oma Y’tje. Oma pakte de telefoon en zag op het scherm wie haar belde… je gelooft het niet maar het was… Sinterklaas. Oma sloeg haar hand voor haar mond en riep: “Sssstt…Sinterklaas belt mij!” Ze liet de telefoon aan de kinderen zien en inderdaad, het gezicht van Sinterklaas en daaronder zijn naam … Sinterklaas. De kinderen keken met grote ogen, gingen op hun knieën op de stoel zitten en waren ineens stil. Oma beantwoorde de telefoon en zei: “Hallo u spreekt met Oma Y’tje.”
“Dag Oma Y’tje, hier Sinterklaas.” De kinderen hingen half over de tafel om maar zo dicht mogelijk bij de telefoon te komen. “Oma, je moet mij echt helpen”, zei de Sint, “ik ben mijn luie zwarte Piet kwijt. Ik had hem naar u gestuurd om wat cadeautjes te verstoppen voor de kleinkinderen. Maar hij is niet teruggekomen”.
“Oh dat is niet leuk inderdaad maar hoe kunnen wij u dan helpen Sinterklaas”, vroeg Oma, “en Luie Zwarte Piet, Sinterklaas, wat een rare naam is dat?”
De ogen van de kinderen waren groot geworden, wat …is er een zwarte Piet in het huis van Oma en Opa geweest en niet teruggekomen bij Sinterklaas? Oh …dan kan hij nog in huis zijn!
“Nou dat komt zo, deze Piet is zo lui en dol op kussens maar ook dol op grapjes uit halen.” “Echt Sinterklaas”, zei Oma, “nou er is iemand die al mijn kussens van de bank heeft opgestapeld en dat is niet Opa!”. “Oh… Ja hoor dan is hij echt binnen geweest”, zei de Sint, “en als hij dan ook nog eens een bed tegenkomt, nou dan gaat hij daar gerust in slapen. Dus kinderen… zouden jullie even willen zoeken in het huis of hij ergens in bed ligt? “ De kinderen sprongen van hun stoel en stonden al bij de trap en riepen allemaal door elkaar: “Gaan we doen Sinterklaas, we gaan zoeken !” “Dat is lief van jullie, bellen jullie mij dan nog even?” De kinderen riepen heel hard ja en renden naar de trap die naar de slaapkamer van oma en opa gaat. Maar ja, wie gaat voorop, niemand durfde. “Nou kom op zeg,” zei Oma, “ik ga wel voor”. Opa liep achteraan, hij was ook een beetje bang denk ik.
Boven aangekomen liepen ze zachtjes door de hal naar de slaapkamer, keken stiekem in de slaapkamer en ze schrokken zich naar. Er lag iemand in bed, met een pet op die net boven het dekbed uitkwam…langzaam liepen ze heel stil naar binnen achter Oma aan. “Nou”, fluisterde Oma, “we zullen die luie Zwarte Piet eens laten schrikken, is hij nou helemaal een haartje betoeterd om in ons bed te gaan liggen! Ik ga aan de ene kant van het bed staan en jullie blijven hier staan. Dan trekken we het dekbed ineens weg als ik tot 4 tel, oké?” De kinderen knikten allemaal en pakten net als Oma een stuk van het dekbed en bij 4 trokken ze het dekbed weg.
Ze gierden het uit van het lachen, in het bed lagen allemaal kussens en een pet met 2 cadeautjes erin, ook tussen de kussens lagen 2 cadeautjes. Wat een Fop Piet zeg!
“Kom”, riep Opa opgelucht, “we gaan naar beneden dan kan Oma Sinterklaas bellen om alles te vertellen!”
De kinderen renden de trap af, pakten hun cadeautje uit en ondertussen pakte Oma haar telefoon om Sinterklaas te bellen.
Plotseling klonk er een luide knal buiten, de kinderen renden naar het raam en één van de kinderen riep: “Ik zag een zwarte Piet weg rennen, met een zwarte broek en een groen jasje aan, hij is richting de kerk gegaan.” Ja, de anderen kinderen zagen hem ook ineens heel hard wegrennen, één van de kinderen zag zelfs dat hij blauwe schoenen aan had. Ze wilden het allemaal aan Sinterklaas vertellen.
“Sinterklaas, Sinterklaas. Hij is naar de kerk gerend”, riep 1 van de kinderen. En een ander zei: “ja Sinterklaas en hij heeft ook vuurwerk afgestoken en dat mag niet!” Weer een ander kind zei: “Oh Sinterklaas mij hartje doet helemaal pijn van de schrik, ik hoop dat luie Zwarte Piet snel wordt gevonden”. De allerkleinste zei niets en zat rustig bij Opa op schoot en was aan het spelen met haar cadeautje.
“Ik stuur mijn zoek Zwarte Pieten naar de kerk en stuur nog wel een app berichtje als hij is gevonden”, zei Sinterklaas, “Bedankt voor het zoeken en wees lief voor elkaar.“ De Kinderen riepen heel hard: ”Dank je wel Sinterklaas voor het cadeautje!”
“Oma”, vroeg een van de kinderen, “Hoe komt het dat jij het telefoonnummer hebt van Sinterklaas?. “Tja”, zei Oma, “ik heb alle telefoonnummers van iedereen, zelfs van de Burgemeester. De kinderen waren onder de indruk, het telefoonnummer van de Burgemeester, die man met die zilveren grote ketting, wauw…
En waar denk je dat de luie Zwarte Piet uiteindelijk is gevonden? Ja inderdaad in de kerk, hij lag daar gewoon te slapen op een bankje met allerlei kussentjes. Hoe Oma dat weet? Nou ze kreeg gewoon een berichtje van Sinterklaas via de app…”Luie Zwarte Piet gevonden door zoek Zwarte Pieten in de Immanuel kerk in Maassluis, dank je wel voor de hulp Oma Y’tje”.
Voor de volwassenen: een ware gebeurtenis, hoe je zo kunt genieten van het geloof en de belevenis van kinderen…
Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
⊗——het einde ——⊗
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 236 lezers
1 Reactie
Gewoon Piet was al genoeg geweest voor het verhaal.