Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Wat is dat toch met ons Nederlanders. Altijd maar gaan, gaan , gaan. Altijd maar haasten, rennen, springen. Te veel op een dag wat gedaan moet worden. Je zou zeggen dat die hele Corona periode wat rust in de brouwerij zou hebben gebracht, maar helaas. Wij lijken nog steeds de ongeslagen kampioen rennen, springen en vliegen.
Nu moeten wij over het algemeen ook best veel. Zeker wanneer er (kleine) kinderen in het spel zijn. Kinderen moeten naar school of de opvang gebracht worden. Ouders moeten vervolgens door naar het werk. Want ook het thuiswerken heeft weer tien stappen teruggedaan na de laatste persconferentie. Voor degenen die thuis konden werken uiteraard. Er zijn immers nog genoeg beroepen waar dat überhaupt geen optie is. Maar nu staan we weer massaal in dezelfde file. We werken ons in het zweet om vervolgens met de snelheid van het licht de kinderen weer op te halen. Dan moet er nog gekookt worden. De troep die daaruit ontstaat moet ook weer opgeruimd worden. Kinderen moeten fris gewassen naar bed gebracht worden. En ook hier is het natuurlijk afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Ik kan me zo voorstellen dat een puber er niet op zit te wachten dat je zijn of haar haren wast om vervolgens een verhaaltje voor het slapen gaan voor te lezen.
Maar ook met grote kinderen stapelt het werk zich op. Zo produceren pubers (over het algemeen) hele bergen wasgoed. Zijn ze niet de meest opgeruimde leeftijdscategorie en eten ze de kastjes leeg waardoor een extra tripje naar de supermarkt bijna niet te voorkomen is. Dan hebben we nog een huishouden wat schoon gemaakt moet worden. Wasjes die gedraaid moeten worden. Koelkasten die gevuld moeten worden. Het is DRUK. Heel erg DRUK.
En wanneer we onder druk staan, wordt het lontje korter. Dat korte lontje mocht ik onlangs meerdere keren in het verkeer meemaken. Zo had ik net mijn dochter opgehaald. We reden op de Lange Kruisweg, achter een auto en een vrachtwagen. De vrachtwagen zet zijn knipperlicht aan om aan te geven dat hij bij het bedrijf aan de rechterkant moet zijn. Met toegeknepen ogen keek ik vervolgens toe hoe de auto voor me naar links schoot om hem “in te halen”. Een stomme zet aangezien de auto geen zicht had op het tegemoetkomende verkeer. En erger nog, omdat iedereen op zijn vingers kon uittellen dat die vrachtwagen niet naar rechts, maar naar links zou draaien. Laden en lossen gaat nu eenmaal een stuk makkelijker wanneer de vrachtwagen met zijn kont als eerste staat. Ik kan je vertellen dat het nog maar net goed ging. Wat er volgde was een scheldkanonnade. De vrachtwagenchauffeur was zich (logisch) rot geschrokken. De bestuurder van de auto was boos dat de vrachtwagen dat had gedaan. Die had haast. Wilde erlangs. Gevolg was dat we daar allemaal een tijdje stil stonden tot de gemoederen iets waren bedaard. Iets met haastige spoed…
De volgende dag was ik weer op weg naar huis. En toen, tijdens het rijden, hield mijn auto er plotseling mee op. Toegegeven, het was geen handige plek. Maar ja, ik kies over het algemeen niet de plek uit waar mijn auto de geest gaat geven. Daar stond ik dan. Op de dijk. De enige manier waarop ik kon uitwijken was door van de dijk af te rijden. Niet echt een optie dus. Ik gooide gelijk de alarmlichten aan. Toch weerhield het de auto achter mij er niet van om luid te toeteren. Dat toeteren bleef overigens doorgaan tot er geen tegenliggers meer waren en zij (ja, het was wederom een vrouw), wild gebarend om mij heen kon rijden. Nu voelt het al niet prettig wanneer de auto er opeens mee stopt. Dit maakte het echter tien keer erger. Mede omdat mijn dochter door het toeteren in paniek begon te raken. Gelukkig kreeg ik mijn auto wel weer aan de praat. Eenmaal geparkeerd heb ik eerst gecontroleerd of mijn alarmlichten het nog deden. Stomverbaasd kwam ik tot de conclusie dat daar niets mis mee was. Ik gooi het er maar op dat de mevrouw in kwestie haast had. Dat ze haar kinderen op moest halen of dat ze een hele belangrijke afspraak had. Al zijn dat beide geen excuses om je als een b**** te gedragen in het verkeer.
Dus lieve (drukke) mensen, tel iets vaker tot tien. Adem in, adem uit. Want geloof me, niemand zit te wachten op gestreste mensen die om niets uit hun vel springen. En jij komt echt niet sneller op de plaats van bestemming. Zeker niet wanneer het een keertje niet “net” goed gaat!
Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
⊗——het einde ——⊗
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 247 lezers
1 Reactie
”Grensoverschrijdend verkeer(d)-gedrag!”
#vrouwonvriendelijk