column nr: 20

Ieder seizoen schijnt zijn charme te hebben, zal wel, maar zodra de herfst achter de rug is begin ik te zuchten en steunen. Herfst kan ik nog wel redelijk ‘handelen’. De prachtige kleuren van de herfstbladeren en het geritsel van de vallende bladeren. Met je voeten door de bladeren lopen, al hoewel je daar tegenwoordig heel erg voorzichtig mee moet zijn wil je niet dat je schoenen onder de hondenpoep zitten. Alles wel met een heldere hemel want zodra het begint te stormen en regenen heb ik het gehad.

Dan komt de winter om de hoek, nou die kan mij niet snel genoeg voor bij zijn. Oké ijzig vriezen en een strak blauwe lucht geven mij dan wel weer een beter gevoel. Gelukkig is er afleiding in de zin van Sinterklaas en Zwarte Piet en al die heerlijke rompslomp er om heen. Om na het uitzwaaien van Sint en Piet direct daarna de kerstboom op te tuigen. Om vervolgens op nieuwjaarsdag de kerstboom weer op te ruimen en te zuchten “voordat je het weet is het weer kerst”. Want de tijd lijkt sneller te gaan naarmate je ouder wordt. Dit schijnt te maken te hebben met je interne klok, je routines, je weet wat er komt en daardoor onthoudt je minder details. Hierdoor lijken de dagen in elkaar over te lopen en hoor je ouderen vaak zeggen “weer een week voorbij”. Zoals gezegd in de wintertijd kan het mij niet snel genoeg gaan, die tijd.

Heb ik last van een winterdip of winterblues, zeker weten, en flink ook. Eigenlijk kun je gewoon spreken van een winterdepressie. De ene winter rol ik er makkelijker doorheen dan de andere winter.  Ik sleep mij voort vanaf januari en tegen maart ben in een soort total loss van vermoeidheid. Heb het vrijwel de hele dag koud wat resulteert in het onder een dekentje zitten in de avonduren. Om dan vervolgens op de bank al vroeg in slaap te vallen. Somberheid overvalt mij met grote regelmaat. Ik vraag wel eens aan Arie, mijn echtgenoot, “waar denk jij nou aan als je zo op de bank zit”. Als antwoord krijg ik steevast te horen “nou ja…niks…gewoon… ik zit gewoon te zitten”. Waar zou je zo’n cursus kunnen volgen… mijn hoofd is altijd aan het malen, speciaal in die maanden.

Er schijnen in Nederland 500.000 mensen last te hebben van een winterblues, maar het aantal dat last heeft van een winterdepressie is nog vele malen groter. Gelukkig, ik ben niet alleen, al hoewel ik mij in die periode verdraaide alleen kan voelen.

En dan… dan komen de signalen van de naderende lente. Fluitende vogels die je in de ochtenden wakker maken, de krokussen en narcissen welke hun kop boven de grond uitsteken. Het voorzichtig ontluiken van de eerste groene blaadjes aan de struiken. De al wat warmere zonnestraaltjes. Het maaien van het gras. Dat is voor mij altijd het ultieme moment, in combinatie met de zon, dat ik denk hé hé.. we komen er langzaam weer uit, uit dat dal.

Vrolijk word ik van de dansende koeien in de wei. Zo ook weer deze eerste lente dagen als ik langs een weiland fiets. Sommige koeien maken zo nu en dan nog wat bokkensprongen, zo blij zijn ze om weer buiten te zijn. Ik stap af en geniet van het schouwspel om vervolgens mijn neus op te halen. Ergens in de omgeving is men het gras aan het maaien, heerlijk die geur! Als de geur van vers gemaaid gras tot mij komt ben ik geneigd het weiland in te rennen. De kleren van mijn lijf te gooien en te rollen in het verse gras. Om daarna een “lijntje” te maken van het gras en het op te snuiven… heerlijk de lente is er eindelijk weer.

Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx | Zaterdagcolumnist (2 wekelijks) | 8/2015 - 2/ 2020

1 Reactie

  1. Aad Rieken
    30 maart 2019 at 09:57

    Wat Ook Heerlijk Zou Zijn,
    Een Hoeks Lijntje Snuiven.
    Maar Wij Kunnen Er Nu,
    Alleen Maar Naar Wuiven!