column nr: 213

Ik weet niet hoe het u vergaat maar ik ben in de war. In de war door het weer. Het weer dat er altijd was, het weer dat er is en het weer dat er altijd zal zijn. Vroeger was het weer er en er werd over geklaagd of niet en als je wilde weten hoe het weer er ongeveer zou uitgaan zien dan keek je naar het weerbericht en dan wist je: paraplu mee of korte broek aan.

Tegenwoordig lijkt het weer wel iets bijzonders, iets waaraan vooral veel duiding moet worden gegeven. Zo begon met een paar jaar gelden ineens heel poëtisch met het benoemen van kleine vlokjes sneeuw als motsneeuw, was het niet gewoon koud meer maar was er sprake van de gemeten kou én van de gevoelstemperatuur. En afgelopen week hoorde ik een weerpersoon zeggen dat er buiige regen aankwam.

En dat is gewoon taal, een beetje aanstellerig misschien voor zoiets gewoons als het weer, maar vooruit. Nee, dan de codes waarmee de weervoorspellers ons tegenwoordig teisteren. Code geel, code oranje en als het einde der tijden lijkt aangebroken zelfs code rood.

Eerlijk gezegd word ik een beetje mismoedig van al deze codes. Want wat zegt het nou? Code geel betekent zoiets als het gaat hard regenen, code oranje: hard waaien en hard regenen en misschien onweer en code rood betekent storm met onweer. Zeg dat dan gewoon! De codetypering doet vermoeden dat er iets veel ergers is dat we nog niet weten … maar hoedt u!

Ik stel voor dat we het weer gewoon weer gaan benoemen. Regen, harde wind, storm, hagel, zon, punt. En als het echt een keer heel erg uit de klauwen lijkt te gaan lopen (tropische cycloop, afschuwelijke storm) noem het dan code NOOD.


 

Wouter vHeiningen

Wouter vHeiningen

Columnist sedert juli 2013 | Directeur Bibliotheek De Plataan voor Maassluis, Vlaardingen & Midden-Delfland | Bestuurslid van Nationaal Documentatiecentrum Maarten ’t Hart en stichting Ongehoord!