column nr 23

Er zijn altijd mensen die een impact op jouw leven hebben. Sommigen door er altijd voor je te zijn. Anderen omdat ze je vanaf het begin al bijstaan. Soms, heel soms, heb je dat ook bij een toevallige ontmoeting. Een samenkomst van omstandigheden die met slechts een kort moment een blijvende indruk achter kan laten. Alleen omdat de persoon of de omstandigheden even keihard bij je binnen komen. En dat kwam je, kleine jongen. Keihard binnen.

Twee jaar, zo kort mocht je er maar zijn. Ik ken je niet maar ik laat wel een traan om jou. Onbedoeld kruist ons pad op jouw laatste dag hier. Wat is het leven oneerlijk, is het eerste wat ik denk. Een kist, zo klein. Zoveel mensen die jou een laatste eer komen bewijzen. Je was geliefd, mooie jongen! En je wordt gemist, meer dan jij ooit zult weten.

“Mama, waar is die jongen dan?” Een vraag die ik niet aan zie komen, want ik ben hier niet op voorbereid. Maar wie is dat wel? Zo wordt een onbedoelde kruising van onze wegen een momentje van inzicht. Voor mijn dochter en van mij! Ik kan onmogelijk uitleggen aan haar hoe het komt dat jij er niet meer bent. Hoe leg je uit dat het leven soms zo verrotte oneerlijk is? Nieuwsgierig kijkt mijn dochter van een afstand naar jouw kist. Ze heeft dit nog nooit eerder gezien. “Wat doen al die mensen hier? Waarom is die jongen dood?” Bijna gebiologeerd blijft ze kijken en elke poging van mij om haar aandacht ervandaan te trekken mislukt. Ik wil geen scène maken. Niet op dit moment. Niet voor jou en ook niet voor haar. Ze snapt het niet. Ik snap het niet. Hoe ik ook redeneer, dit hoort niet. Jij had daar niet horen liggen! Mijn moederhart bloedt.

Bij het oplaten van al die mooie ballonnen begint mijn dochter spontaan te klappen. Ik kan wel door de grond zakken. Ze kan er niks aan doen, ze snapt het niet. Zij ziet alleen een heleboel mooie ballonnen. Ik kijk naar haar en voel een bijna verstikkende neiging haar beet te pakken en nooit meer los te laten. We moeten gaan en terwijl we naar de auto lopen pak ik haar hand. Heel stevig hou ik hem vast, alsof mijn leven er vanaf hangt. Voor we in de auto stappen geef ik haar een dikke knuffel. Op dit moment zuig ik alle liefde extra op. Met een traan in m’n oog. Ik wil niet loslaten, nog niet. “Wat is er mama?” “Niks schat, ik ben gewoon heel blij dat je er bent”. Ik start de auto en K3 schalt door de speakers. Mijn dochter begint gelijk luidkeels mee te zingen. Ik onderdruk mijn neiging om de cd direct uit te zetten, want dit is het leven. En hoe hard ook, het leven gaat door. We rijden weg, terug naar huis.

“Mama, die jongen lag in de schatkist hé? Maar nu is hij een engeltje op een schouder.”

Mooi. Hoe een kind van vijf het ziet. “Ja schat, hij lag in die schatkist en nu is hij een engeltje.” Mijn hart loopt over van liefde en ik kan niet in woorden uitdrukken hoeveel ik van haar hou. Mijn dochter, mijn grootste schat.

Ik denk nog steeds aan je kleine jongen. Aan hoe oneerlijk het is dat jouw ouders hun grootste schat hebben moeten laten gaan. Dat het leven voor hen stil blijft staan. Je was nog zo jong! Zonder het te weten heb je mijn leven verrijkt, met slechts een korte onbedoelde ontmoeting. Ik heb je nooit horen lachen, ik heb je niet gezien, maar toch heb je mij geraakt. Jij bent bijzonder, mooie jongen.

Rust zacht en vlieg als een engel door de lucht. Laat je meevoeren op de wind en laat de zon je verwarmen. En als je even tijd hebt of als je moe bent, dan zou ik het fijn vinden als je ook even op de schouder van mijn dochters komt zitten. Al is het maar voor heel even. Een betere beschermengel kan ik me niet voorstellen.
Dank je wel mooie jongen. Dank je wel!

Helga de Lelij

Helga de Lelij

Helga de Lelij│ Maandagcolumnist per 7/2017 │ Vrouw met kind en manloos huishouden │ Levensgenieter │ Blogger bij Love2bemama, FleurFlirt en Ik ben Helga │ (HRM bij Tedecon) │ Hard voor weinig en altijd… Ehm nooit.. Ehm dat dus!

2 Reacties

  1. Ilona
    21 mei 2018 at 11:22

    Prachtig geschreven zit echt met tranen in mijn ogen en beleefde jouw moment mee knuffel voor je dochtertje <3

  2. Aad Rieken
    21 mei 2018 at 10:30

    “DE ENGEL………………………,

    Heeft Nooit De Kans Gehad,
    Een Bengel Te Kunnen Zijn!”