column nr: 32

We klagen wat af in Maassluis over het groen en groenonderhoud… maar laten we eerlijk zijn… er zit een kleine verbetering in. Her en der in Maassluis worden stukken overwoekerd groen flink aangepakt. We zijn er nog niet, maar het begin is er. Dat er dan hele bebossingen verdwijnen en daar enkel gras voor terugkomt is dan weer een ander verhaal. Hoezo weinig diversiteit aan vliegend spul in steden, met alle gevolgen van dien? Zo is er ook een verschil tussen schoffelen, in de ene wijk keurig geschoffelde perken van vele vierkante meters. In andere wijk schoffelt men maar een halve meter om de rest van het onkruid welig te laten tieren en uiteindelijk boven de bebossing uit te laten komen.

Verschil moet er zijn, toch?

Natuurlijk blijven er plekken in Sluis die volop in de “picture” staan omdat het nog gebieden zijn waar nieuwe woningen worden gebouwd, die hebben uiteraard een streepje…. zeg maar … een streep voor. Immers het moet wel aantrekkelijk worden voor nieuwe bewoners om in Maassluis te komen wonen. Al hoewel je je af kunt vragen wat zijn die nieuwe bewoners nou meer waard dan bewoners op andere plekken met achterstallig groen onderhoud?

Ik heb weleens, al fietsende langs het Wilgenrijk een jongeman met groene vingers en bijbehorend hesje, met een snoeischaartje takjes af zien knippen van jonge bomen. In een bedachtzaam tempo, stapje naar achter als een kunstenaar en knip. Even rondom de boom lopen en knip, stel je voor dat er een takje te veel blijft zitten, dan is het aanzien van het Wilgen Rijk volledig verpest. Het is dat ik haast had anders had ik hem nog wel een paar adresjes willen geven waar het nodige in Maassluis geknipt moet worden.

Vooral de plekken waar de hedera welig tiert en tot in de hemel lijkt te groeien, daar laat de Gemeente Maassluis toch een behoorlijke steek vallen.

Op de Weverskade lopende zie ik een man tussen de bomen bij het Sparrendal staan met een mes. Ik groet en vraag – nieuwsgierig als ik ben – wat de beste man aan het doen is. De man antwoord vriendelijk: “Nou, de hedera aan het wegsnijden”. Ik zie dat zijn hand bloed en attendeer hem daarop. “Oh … dat geeft niet hoor, zijn soms heel dikke takken, zo dik als de slang van de wasmachine of soms wel dikker… en ja dan schiet je weleens uit. Sommige mannen van de plantsoenendienst snijden de hedera door maar anderen laten het zitten. Ik doe iedere keer een stukje. “

Zo dik als een slang van een wasmachine, nou zo dik als mijn pols als ik dat zo bekijk…ongelooflijk.

Als ik op een later tijdstip door de Nieuwe Kerkstraat wandel richting het dorp, struikel ik over een sliert hedera. Hedera die zich niet alleen de boom in werkt maar ook een behoorlijke “voet” heeft gekregen. Ik kan mij zelf nog net corrigeren, foeter van hier tot ginder en voorkom maar net dat ik languit op de straat kom te liggen.

Ik bekijk de boom boos, welke onverlaat laat dit toe, een boom zo overwoekeren door Hedera. Er steken alleen nog wat sprieten uit boven op de kroon. Gut ik krijg medelijden met de boom en ik bedenk mij… het lijkt wel een baard. De baard van een Ent/ Boombaard/ Treebeard bedenk ik mij plots, voor de Tolkien liefhebbers onder ons. Het is dus zover: Enten in Maassluis. Heb nog getracht een praatje te maken met deze Ent maar blijkbaar was hij niet in de stemming.

Nou zijn de meningen verdeeld over wat hedera met een boom doet als deze bedekt wordt. Zeker is dat, als de hedera de top bereikt en alle takken bedekt de boom te weinig licht zal krijgen. Zeker is ook dat als de hedera de takken zal bedekken, deze topzwaar kunnen worden. Gevolg takbreuk. Je zult er maar net onder lopen, foutje bedankt.

Ik weet naar wie de schuldige vinger zal worden uitgestoken bij een dergelijke gebeurtenis.


 

Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx | Zaterdagcolumnist (2 wekelijks) | 8/2015 - 2/ 2020