column nr: 240

Afgelopen juni, het was een van die drie hele warme dagen, liep ik in een winkelstraat in de provincie met wat mensen die aan het winkelen waren. Omdat de winkels die zij aandeden mij niet allemaal interesseerde, bleef ik regelmatig buiten staan wachten. En wat doe je dan tijdens het wachten? Mensen kijken. Wat me opviel was dat er heel veel mensen in t-shirt rondliepen met daarop een tekst gedrukt of geprint.

Voor de lol ben ik gaan noteren waar men mee liep.

Refill, Future, Ghostbusters, Polaroid, Tokyo, Tik Tok, Original, Superior dept., Iron Maiden, Fjalraven, B. nozy, Athletics, Ireland, Wrangler, Sunset, Princeton, Magic, Fransisco, Hilfiger, Superdry, California, Denim line, New York, Puma, Twinlife inc., Flying tiger, Pretty eyes.

Mensen mogen graag van zichzelf denken dat ze uniek zijn, vrije en onafhankelijke geesten zijn. Mij kwam het over als een vorm van uniformiteit. Als je de definitie leest die het internet biedt van uniformiteit dan lees ik daar: “gelijkvormigheid, eenparigheid; stipte uniformiteit wordt verlangd; (ook) eentonigheid”. En eigenlijk was dat het, gelijkvormig en eentonig ondanks de verschillen in teksten.

Want die teksten zijn vrijwel zonder enige uitzondering Engelstalig, en vaak verwijzen ze naar merken, plaatsen en / of landen waar de dragers van deze t-shirts, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid nog nooit geweest zijn.

Sociologie van de koude grond? Zeker maar wel heel leuk om te doen. Ik weet zeker dat je na het lezen van deze column de volgende keer dat je in een drukke winkelstraat of winkelcentrum loopt, toch onwillekeurig gaat lezen. Veel plezier ermee.


Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 214 lezers

Wouter vHeiningen

Wouter vHeiningen

Columnist sedert juli 2013 | Directeur Bibliotheek De Plataan voor Maassluis, Vlaardingen & Midden-Delfland | Bestuurslid van Nationaal Documentatiecentrum Maarten ’t Hart en stichting Ongehoord!