Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist - mogelijk tussen de regels door -  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia

Wat een week met de horror crash van Fabio Jakobsen in de Ronde van Polen en de 2750 ton ammoniumnitraat die de explosie in Beiroet veroorzaakte.

Ik schreef eerder in column 4 over beelden van de tijdgeest – naast vernieuwingen/ verandering en ingesleten benaderingswijzen –  als derde beeld ‘de impacts’ die onbetwistbaar een reactie opleveren en ons raken. Het gebeuren in Libanon heeft een omvang als aanslagen, vloedgolven (een tsunami) en ontwrichtingen (verdrinkende vluchtelingen of plasticsoep).

We zien gelijk de in beeld gebrachte journalistieke rapportages als ‘beelden van onontkoombare veranderingen’. Natuurlijk pakken ook onze Maassluise columnisten dit voor velen ver-rijkende nieuws op. We worden aan het denken gezet over wat nu echt belangrijk is. Er wordt aan onze betekenisgeving gerammeld. Op het vlak van de horror crash, met betrokkenheid van onze sprintgigant Dylan Groenewegen, zien we evenzo een verdieping naar betekenisgeving. Nu Fabio weer zelfstandig ademt, na de kunstmatige coma, is er goede hoop dat hij weer op de fiets komt. Betrokkenen zijn weer enigszins bekoeld in de emotionele aardschok.

Wat we zagen, waren wielrenners die fietsen voor de winst als eerbetoon aan Fabio. Het wielerleven ging door, behalve dan voor de gediskwalificeerde Dylan Groenewegen met de schrik van zijn leven. Hij was namelijk betrokken bij de crash. Maar Fabio was van deelnemer aan een wielerronde ineens ‘van iedereen’ geworden. Wat een mooi proces is dat toch als iets, iemand of een gebeurtenis, van ons allemaal wordt. Zo grijpt Beiroet natuurlijk ook op ongekende wijze in; in waar we vandaan komen, in waar we mee bezig en waar we dachten mee bezig te gaan.

Wat we ons niet kunnen voorstellen en wat zich buiten verwachting aandient, wordt ineens hoofdmenu. Voorgerecht en toetje doen er niet meer toe. Geen tijd voor franje, maar letterlijk aandacht voor het primaire leven en overleven. Het is een tijd waarin aan ons bewustzijn wordt gerammeld. Wij wonen in  a-cultureel Nederland waar andere landen zoals Duitsland ons de les lezen met ‘meer aandacht voor het culturele’. Dan is het bemoedigend dat Maassluis zich druk maakt over een zwembad met het (financiële) water tot aan de lippen. Maar óók over dat het ‘Bereik van bepaalde culturele doelgroepen beter kan’.

Aandacht voor cultuur is aandacht voor wie wij zijn. Nederland kent van oudsher niet per definitie kabinetten die daar een antenne voor hebben. Dus dat de culturele sector in opstand komt, als motor en fundament voor onze samenleving, is eigenlijk geen opstand. Het is een roep voor een beroep op een roeping. Ons creatieve uitdrukkingsvermogen moet stromen en niet stagneren. Zoals clowns meestal clown zijn om droefenis te verwerken, is ook het ruimte maken voor vrolijkheid een rots in de branding.

In het VPRO-programma Buitenhof kreeg kunstenaar en auteur Ramsey Nasser bijval van Herman Tjeenk Willink om cultuur niet als ornament maar als fundament te zien. Het lijkt mij duidelijk dat het kunnen omgaan met een niet voor te stellen explosie met de kracht van een nucleaire bom en een crash die doet vechten voor het leven van een wielrenner, een beroering geeft. Die zouden ons moeten kunnen doen ontwaken in het besef dat we elkaar gezamenlijk door een onvoorzien moeilijke tijd heen moeten loodsen juist mét en dankzij het genoemde fundament.

Alle hens aan dek dus bij zwaar weer, met een beroep op ieders vakmanschap, toewijding om samen de verliezen en schade het hoofd te kunnen bieden. Een tsunami, een explosie die een bomexpert duidelijk wordt ‘dat het morgen een drukke dag wordt’ of een dubbele overslag met flik-flak van een wielrenner doet hopelijk ook bij ons aanwakkeren dat er al decennia slecht voor onze cultuursector wordt gezorgd. De menselijke creativiteit is ongekend om te benutten, zo blijkt niet voor niets iedere keer weer als je een museum, een pop- of klassiek concert of een (openlucht)theater bezoekt.

Als we de kunst moeten verkopen, waar vechten we dan eigenlijk voor?
Al of niet hard ervoor gewerkt of bij een levensechte spookachtige verrassing. Er gebeurt genoeg voor een wake-up call voor het cultureel omgaan met wat we ons niet kunnen voorstellen. Onze bestuurlijke gremia kunnen best weerstand bieden om niet verder in het moeras te zakken. Zoals Winston Churchill (Brits politicus met zijn eerste ambtstermijn in de Tweede Wereldoorlog) weerstand bood met ‘Als we de kunst moeten verkopen, waar vechten we dan eigenlijk voor?’, als pleidooi vóór het belang van de kunst en tégen de bezuinigingen van de overheid op kunst en cultuur. Er kán gekozen worden onze cultuursector als drijvende kracht te zien ‘om ons te kunnen voorstellen hoe we kunnen omgaan met wat we te stellen hebben’.

Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 174 lezers

André Bruijn

André Bruijn

André Bruijn | Columnist periode 09-2019 tm 05-2023 | Bruijn Management & Ontwikkeling | Organisatieadviseur | Integriteitscoach | Auteur | Gitarist | (Levens)kunstliefhebber