column nr: 26

Verjaardagen van nu zijn in de meeste gezinnen overvloedig aan cadeaus, taart, hapjes en drankjes. Het lijkt de gewoonste zaak van de wereld. Helaas is bij een heel hoop gezinnen in Nederland die overvloed er (nog steeds) niet. Zeg maar gerust stille armoede.

Dat is niet iets van nu, ik herinner mij de verjaardagen bij ooms, tantes, neven en nichten in de jaren 60 waar ook die overvloed er niet was. Maar dat mocht de pret niet drukken. Ik keek uit naar die verjaardagen, naar het samen zijn, naar het plezier. Vanuit Maassluis reden wij vaak naar de verjaardagen. Iedereen van de familie was aanwezig, een huis vol gezelligheid. Geen tv, geen blikken op horloges waar berichten binnen komen, geen smartphones welke bij menigeen door verslaving veel belangrijker is dan het samen zijn.

Ik viel vanzelf in slaap bij mijn moeder op schoot of ergens in een hoekje van de bank. Je deed zo lang je best om wakker te blijven om maar niets te missen. Bij de een was er meer te happen dan bij de ander. Een ding was er altijd wel: wat bier voor de mannen, een borrel voor de oudjes, sherry of bessenjenever voor de dames. Gut, en mocht er eens een schaaltje zoute pinda’s of chips op tafel staan, daar was je dan als kind zo blij mee.

De familie van zowel vaders als moeders kant kwamen namelijk uit Rotjeknor en woonden veelal bij elkaar. Zeer praktisch om elkaar zo nodig de helpende hand te bieden, wat ook gebeurde alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Vlakbij Tante Jans en Ome Gerrit (zie column Voor psalmen en gezangen een 10) woonde Tante Riek en Ome Huib. Hij was een schriel klein mannetje, zij een niet op d’r bekkie gevallen Rotterdamse. Daar waar Jans en Gerrit niet gezegend waren met kinderen hadden Riek en Huib 3 echte Rotterdamse knullen.

Op verjaardagen bij Riek en Huib was het altijd een dolle boel, ik begreep als kind natuurlijk niet waarom er soms zo hard gelachen werd. Het maakte mij niet uit, iedereen was vrolijk en lief voor elkaar. Ik herinner mij een verjaardag bij Riek en Huib om nooit meer te vergeten. Het was een avond waar flink werd ingenomen. De 3 zoons van Huib waren de hele avond al bezig om hun oude vader in de maling te nemen. Als troost voor iedere grap of grol, waar hij soms pissig over werd, kreeg hij weer n biertje. “Hier ouwe, neem er nog maar een”…..

Afijn, ouwe Huib had ‘m op een gegeven moment wel behoorlijk zitten. De jongens begonnen hun vader een vis voor de neus te houden. Aangezien ouwe Huib ‘m aardig lustte was hij op zaterdagmiddag, als hij n zakcentje kreeg van Riek, vaak te vinden in de kroeg. Naar ik later begreep, noemde hij dat “ Effe een harinkie hale”. Dus centjes was iets wat bij ouwe Huib altijd de aandacht trok.

Eén van de zoons begon zijn vader te bestoken met de vraag of hij een “joet” wilde verdienen. Nou, daar had ouwe Huib wel oren naar. Hij moest op de salontafel gaan staan zodat iedereen hem kon aanschouwen. Met wankele stappen en veel dronkenmanspraat stapte hij op de tafel, vastgehouden door eén van de zoons.

“Nou”, riep ouwe Huib, “ kom maar op met die joet!”

“Nee Huib”, zei een van de knullen, “je moet hem eerst even laten zien, dan krijg je een joet”.

Er begon over en weer een discussie waarbij iedereen, blijkbaar, uitkeek naar het moment dat ouwe Huib in actie zou komen.

Ik begreep er niets van…Ik hoorde iedereen scanderen “Ja … Huib laat ‘m zien voor een joet”.

Plots ging de hand van ouwe Huib naar zijn gulp en floep daar hing zijn edele deel uit zijn broek. Zo snel als het eruit floepte zo snel ging zijn edele deel weer in de broek. Gelukkig kwam ik uit een gezin waar het de gewoonste zaak van de wereld was elkaar naakt te zien, zonder schaamte, mocht je onverwachts de doucheruimte in lopen. Anders had ik als kind toch wel de schrik van mijn leven gehad!

“Nou”, zei ouwe Huib, “ik heb ‘m laten zien… kom maar op met die joet!”

Waarop één van de zoons zei: “Huib, hij heb geen oogies en kan dus niks zien, dus jij kan fluiten naar je joet”.

Voor mijn gevoel galmde de aanhoudende lach van iedereen door de hele straat.  En ouwe Huib… die foeterde wat af op z’n Rotterdams totdat hij uiteindelijk toch beloond werd met een “joet” door zijn zoons.

Een knipoog naar ver vervlogen tijden. Wellicht begrijp je dat het jaren geduurd heeft voordat ik de clou van het verhaal begreep maar … daar ben je dan kind voor.


 

Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx | Zaterdagcolumnist (2 wekelijks) | 8/2015 - 2/ 2020

2 Reacties

  1. Aad Rieken
    25 juni 2019 at 09:35

    “Op verjaardagen…….,

    heeft Miss Blanche bij ons,
    op tafel gestaan.
    Maar is daarna snel,
    in rook opgegaan!”

  2. Marja Gerkema
    22 juni 2019 at 08:58

    Plezier voor tien!!