Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist - mogelijk tussen de regels door -  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia

Zolang de time-out van Yvonne loopt, zorgen we voor reprise columns van de hand van anderen.

redactie

In oktober 2013 schrijft Wouter van Heiningen

Zoals zoveel mensen ben ook ik actief op Facebook (en al die andere sociale media, ik heb het er maar druk mee). Via Facebook kreeg ik deze week een bericht van een bevriend dichter, Niels Landstra dat zijn pogingen om het stadsdichterschap in Breda nieuw leven in te blazen nogal moeizaam verliep.

Niels Landstra, op 15 september nog te bewonderen en te beluisteren op Poëzie in het Park hier in Maassluis, is een begenadigd dichter. Een dichter die het belangrijk vindt dat er in een stad als Breda aan poëzie wordt gedaan. Hij wil dit als stadsdichter vorm geven, desnoods vrijwillig. En toch komt het niet van de grond daar in Breda. De instanties die zich daarmee bezig houden (of juist niet) houden de boot af, willen er niets mee te maken hebben en zelfs de voormalig stadsdichter die het wel ziet zitten, wil een democratisch gekozen stadsdichter en een stichting moet deze verkiezing organiseren. Jammer alleen dat de stichting die dit zou moeten doen niet meer bestaat.

Dat brengt me op Maassluis. Maassluis heeft geen stadsdichter. Nooit gehad ook naar mijn weten. En toch zijn ook hier ooit stemmen opgegaan om een stadsdichter te installeren. Ik krijg zelf de vraag weleens of dat niets voor mij zou zijn. Mijn antwoord: Nee.

Niet omdat ik het niet zou kunnen maar omdat ik vind dat een stadsdichter ook moet wonen in de plaats waarvan hij of zij stadsdichter is.

Ik zou het wel heel erg toejuichen als Maassluis een stadsdichter zou krijgen. Iemand die een paar keer per jaar op vraag van bijvoorbeeld het college, een gedicht schrijft naar aanleiding van een speciale gebeurtenis en die daarnaast zich inzet om de poëzie te promoten in Maassluis.

Misschien een idee om in het jaar dat Maassluis 400 jaar bestaat een jaar een stadsdichter aan te stellen. Nogmaals ik stel me niet beschikbaar maar ik wil wel meedenken over hoe dit aan te pakken.

____________

PS 1 door redactie

Bovengenoemde dichter Niels Landstra stond in mei 2022 j.l. nog op het podium in De Posthoorn Den Haag, waar ook voormalig stadsdichter van Maassluis Jelle Ravestein optrad.

Het voornoemde thema ‘400 Jaar Maassluis’ leverde in 2014 later een memorabel gedicht op van Jelle die in september 2018 zou aantraden als stadsdichter, de tweede alweer na het initiatief van Literair café Woordkunst en Buurthuis de Hooftzaak om een stadsdichter te kiezen.

Maassluis 400 jaar

Oude gebouwen, mooie meiden
Niet vertrouwen. Van alle tijden

Conflicten om een naam
Men wil een brug met faam

Op het pluche zitten is een gunst,
met geld omgaan, blijft een kunst

Jouw hoge heren van de B&W
worstelen van dag tot dag daarmee

Je bestaat nu vierhonderd jaar
Gaat zelfstandig door zo waar

Strijden tegen wind en tegen molens
je doet het desnoods nolens volens

Straks lig jij niet meer aan het spoor
Nee, een metrolijn, dáár ga jij voor

De stadse onrust krijg jij erbij
Hoe lang voelt men zich hier nog vrij?

Jouw wereld in een notendop
is kleinstedelijkheid ten top

En toch blijf ik hier altijd wonen
Zal ik jou mijn trouw betonen

Jij bent mijn hui en haard, Maassluis
Hoe ver ik ook reis, jij bent mijn thuis

PS 2 door redactie

Dit gedicht hangt al enige jaren in Brasserie De Lantaern, Zuidvliet

 

Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 138 lezers

Wouter vHeiningen

Wouter vHeiningen

Columnist sedert juli 2013 | Directeur Bibliotheek De Plataan voor Maassluis, Vlaardingen & Midden-Delfland | Bestuurslid van Nationaal Documentatiecentrum Maarten ’t Hart en stichting Ongehoord!

1 Reactie

  1. Aad Rieken
    4 juni 2022 at 09:55

    ”Onze Stadsdichters,

    Snelle Jelle & Vlugge Japie,
    zijn in Maassluis een open boek.
    En brengen ons met eigen smaken,
    bij het ontbijt een zoete koek!”