column nr: 3

Het wordt weer paddenstoelentijd.

Ik heb 22 jaar natuurlessen gegeven aan groep 1 – 8 en een jaar voortgezet onderwijs dus dat mag je wel verwachten dat ik  veel van de natuur weet. Nu ik met pensioen ben durf ik te verklappen dat dat dus niet waar is.. Buiten dat de natuur zo veel omvattend is dat niemand er veel van kan weten, weet ik er echt beroerd weinig van, vrees ik.

Over planten, vleermuizen en bijen kan ik een mopje mee praten zonder door de mand te vallen. Vogels is al een dingetje. Zo was ik eens met collega’s uit Rotterdam op pad toen mijn toenmalige leidinggevende riep dat hij een porseleinhoen hoorde, waarop ik reageerde met “volgens mij is het de theekopjeseend”. De porseleinhoen bleek echt te bestaan en ik ben toen maar in Maassluis gaan werken.

Maar waar ik echt niks van weet is van paddenstoelen en laat dit stukje daar nu toevallig over gaan…

Toen het NME nog aan de havenstraat zat organiseerden wij met de vrienden van het NME ook workshops voor volwassenen. Frans, een collega uit Rotterdam, is DE paddenstoelendeskundige van Nederland en hij kwam twee avonden verzorgen nadat hij eerst gezellig bij ons had gegeten. Op het centrum stalde hij een heel assortiment geplukte paddenstoelen uit op een kleed. Ook had hij prachtige dia’s en kon gloedvol vertellen over zijn passie. Hij begon steevast met de zin: “ Ik ben jaloers op jullie dat jullie nog zo weinig van paddenstoelen weten en deze wondere wereld nog gaan ontdekken” . Hijzelf moest steeds verder weg om nog een soort tegen te komen die hij nooit gezien had. Die maand erop vertrok hij naar Nieuw-Guinea voor onderzoek.

Ik zat op het puntje van mijn stoel want binnenkort zou ik ook alles weten over paddenstoelen. We kregen wat boeken en een paddenstoel en de opdracht deze op naam te brengen. Dat viel niet mee en om een lang verhaal kort te maken: een paddenstoel ziet er in de verschillende fasen van zijn leven steeds anders uit. Begint soms als een soort ei die openspringt waarna er een paddenstoel uitkomt met bv een neerhangende hoed en roze van kleur. Een dag later is die gelig met platte hoed en weer later een holle hoed en bruin. Andere zien er wel altijd hetzelfde uit, maar lijken veel op een van de vorige stadia.

Er zijn paddenstoelen die erg op elkaar lijken. Groeit die bij een beuk dan is het waarschijnlijk die en anders misschien wel die. Weer andere kun je alleen determineren als je eraan ruikt, of als je een stukje opkookt met een base. Wordt die kleur a is het x bij kleur b is het paddenstoel y. etc… het resultaat van die twee avonden en een wandeling door het Staelduinse bos was dat ik bij ca 10 paddenstoelen met droge ogen durf te zeggen hoe ze heten maar die kennen jullie ook.

De vliegenzwam(rood met witte stippen) de parasolzwam ( grote paddenstoel met kraag) de weide champignon, inktzwam, kastanje boleet, berkendoder, morielje, stinkzwam(piemels), cantharellen, judasoor, russula (maar niet welke), geweizwam. aardster. Maar elfenbankje niet … je hebt geen idee hoeveel elfenbankjes geen elfenbankjes zijn.

Dit is niet indrukwekkend vrees ik, zeker als je weet dat er wel 4000 soorten in Nederland voorkomen. Maar om deze column niet al te onbevredigend te eindigen zal ik toch nog even mijn best doen iets te vertellen wat hout zaagt. Want hoe is het met de bloemetjes en de bijtjes wat paddenstoelen betreft?

Paddenstoelen zijn heel saai: het zijn gewoon draadjes die in de grond groeien, mycelium of zwamvlokken genaamd. Als de omstandigheden goed zijn, en dat is: een hoge luchtvochtigheid, natte grond, niet te warm en veel voedsel (bv afgevallen blaadjes) dan vormen de draadjes knopjes aan de oppervlak waaruit een paddenstoel komt. Een paddenstoel is de vrucht en groeit heel hard. Dat is niet echt groeien maar de cellen zwellen op door het vocht. In de middeleeuwen en daarvoor schrokken ze daarvan en dachten ze dat paddenstoelen bezeten waren door de duivel, vandaar al die namen als heksenkring, satansboleet, duivelsei etc.

De paddenstoel vormt sporen in lamellen (bv champignon) duizenden gaatjes (boleten, elfenbankje) of in een bol (aardappelbovist en aardster). Die sporen groeien in de grond weer tot draadjes. En nu komt het, hou je vast: als zo een draadje een draadje van dezelfde soort tegen komt, bloeit de liefde op en versmelten ze… zucht… echt gebeurd.. en in het volgende najaar komt er weer zo een paddenstoel die je niet op naam kunt brengen.

Mocht je ondanks dit verhaal toch op zoek gaan naar paddenstoelen, rij vooral niet ver. Pak de fiets naar het Staelduinse bos,. Daar staan meer soorten dan op de Veluwe. En ook al weet je niet hoe die heet, vraag het vooral niet aan mij en doe wat ik doe: neem een mooie foto, geniet niet met mate en geef het een mooie naam als de grijslilagevlekteduivelstronk.

Ik zal je niet verraden en Frans zit ergens in Timboektoe paddenstoelen te koken met azijn…

Carla Brouwer

Carla Brouwer

CARLA BROUWER HELLEBRAND | Columnist 7/2019 - 1/2022 | Lezen, Koken | Natuur | fotografie | creatief | enthousiast oma | Vertelt graag te pas en te onpas hoe geweldig de natuur in elkaar steekt.

2 Reacties

  1. Carla Brouwer
    24 september 2019 at 17:31

    Inktzwammen worden uiteindelijk helemaal zwart en gaan inkt druipen. Dus als ze dat gaan doen dan weet je het zeker.

  2. adrihuisman
    24 september 2019 at 12:02

    Eén van de grasvelden langs de Vermeerlaan staat plotseling vol met paddenstoelen, nooit eerder gezien! Ik denk dat het inktzwammen zijn – maar heb er niet echt verstand van – weet een van de lezers hier misschien meer over?