Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist - mogelijk tussen de regels door -  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia


column nr: 38

Dat onze kwetsbaarheid zich openlijk toont, behoeft geen toelichting. Althans dat zou je denken! Algemeen kun je zeggen dat in iedere crisistijd er meer dan gemiddeld slachtoffers vallen. Dus is er aanleiding om ‘hetgeen waarin we kwetsbaar zijn’ onder een vergrootglas te leggen.

Wat we daaronder zien is veel. Ik noem een paar grote thema’s.

Ons 8-uur journaal brengt aan het licht dat er aanwijzingen zijn voor radicalisering achter voordeuren, aangaande het weerspannig omgaan met al wat gepoogd wordt om onze samenleving in toom te houden.

Dan is er hommeles over betaalbare woningen, omdat een gedegen visie op sociale woningbouw tot het einde van het vorige millennium schromelijk is verprutst. Stresserende onrust dus, over dat wat voor generaties die hun leven opbouwen geen issue zou mogen zijn.

Verder is het nieuws ook niet zuinig met mededelingen betreffende jongeren die kampen met een gemis aan sociale contacten, wat zo noodzakelijk is om uit te vinden wat het leven brengt.

Laat ik eens veronderstellen dat we in een onvermijdelijk stevig remmende sneltrein zitten, die doet ontnuchteren na een enkele decennia durende welvaartshypnose.

Als we de werkelijkheid bij dergelijke vaststellingen ten goede willen doen keren, acht ik het nuttig een eerbetoon te doen aan onze kwetsbaarheid. Daartoe doe ik een gooi naar het positieve dat je ieder achter de voordeur gunt: om vanuit moeilijke gesprekken uiteindelijk dan buiten die voordeur een weerslag te zien die sociaal is. Maar óók is het nuttig, dat onze regering na de verkiezingen haast maakt met plafonds voor zowel koopprijzen als huurprijzen van woningen. Merk op, dat bij de regering ook onze koning behoort!

Én natuurlijk is er in de genoemde ontnuchtering, waardoor we momenteel onze adem inhouden en kunnen bijkomen van wat ons is toegevallen, de gelegenheid om het goede te leren wanneer we schade oplopen bij onze sociale ontberingen.

Wat is er onder het vergrootglas te leggen, wanneer we in rap tempo stappen willen zetten om ‘het kwetsbaar zijn’ als remedie te zien? Als ík nog één ding over het woonvraagstuk mag opmerken, dan is het dat we dienen in te zien dat (jonge) generaties niet uitgeknepen mogen (blijven) worden bij het opbouwen van hun toekomst.

Dat gaat uiteraard niet alléén over wonen. De radicalisering achter de voordeur én het gemis aan sociale contacten, breng ik vervolgens onder deze ene noemer: ‘het vinden van de kracht om ons gefrons hierover tot positieve actie te brengen’. Ik wil niets afdoen aan beide thema’s op zich. Wat ik wel wens is dat wij alle zeilen bijzetten om kwaliteit te halen uit onze diep gewortelde mogelijkheden om gesprekken te voeren opdat wij het genoemde gemis en radicalisering in de kiem smoren.

Het is een tijd van keuzes maken!

Hoe dan? Elkaars kwetsbaarheid onder ogen doen zien, lukt niet [1] wanneer je alle gespreksruimte van de ander ontneemt en [2] wanneer je beiden alle gesprekruimte wil. Op die wijze worden namelijk zowel het persoonlijke als het gezamenlijke geluk een utopie! In beide gevallen kun je sámen nergens zijn én geef je elkaar niet de ruimte ergens te zijn.

Deze schets vanuit woorden is netjes, maar de gevolgen niet! Als je geen ruimte krijgt ergens met jouw verbeelding, gevoel en denken te zijn, dan kan ik mij voorstellen dat je een middelvinger opsteekt naar jouw omgeving of dat jij amok gaat maken. Dus móet een (fysieke) ruimte die kan beklemmen onmiskenbaar gelegd worden onder het vergrootglas van gezamenlijke kwetsbaarheid.

Dit als een remedie om het belangrijke sociale tussen ons niet te versloffen.

Zo komen we uit bij soberheid, het kleine, de dialoog en niet bij een doordenderende sneltrein der welvaart. En dan bij: ‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weert’. Maar ook bij: ‘Het mogen dromen én geloven dat die dromen uitkomen’. En zeker bij: ‘Loop niet vast in een overtuiging én blijf over oordelen vooral redetwisten’.

Kortom, sprankeling in het leven mag niet stokken wanneer keuzes worden ingeperkt!

Verder: bevorderen dat we kunnen staan voor een gezonde balans tussen wat op het sociale vlak niet (meer) mag en hetgeen kwaliteit van samenleven blijft.

Als vuurwerk niet meer kan, dan mag fikkie stoken nog wel …

Als een groot evenement (tijdelijk) niet kan, dan mag feesten nog wel …

Als 140 km per uur rijden niet meer kan, dan mag snelheidsduivel zijn nog wel …

Als roken steeds meer wordt verboden, dan mag ontstressen nog wel …

Als het nog kan om op gedragsbeïnvloeding gerichte massareclames de huiskamer in te blazen, welke rustfactor nodigt dan uit tot jouw eigen verbeelding, jouw gevoel en een denken dat jou toebehoort? ‘Tijd voor onze kwetsbaarheid!’, denk ik dan.

Wanneer kunnen we in die broosheid, gevoeligheid en zwakheid het positieve zien?

We kunnen het zien indien we de voordeuren met gezwinde spoed mogen openstellen voor een noodzakelijk sociaal leven als helende factor voor de nu erachter sluimerende weerspannigheid! Ook moeten voordeuren symbool staan voor een thuis waar je niet met gekromde tenen over de drempel stapt, omdat je niet weet of je de huur nog betaald kunt! Een voordeur waarnaar je kunt verlangen na een inspirerende verblijf elders, waarachter oor is voor je kwetsbaarheid!

Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 124 lezers

André Bruijn

André Bruijn

André Bruijn | Columnist periode 09-2019 tm 05-2023 | Bruijn Management & Ontwikkeling | Organisatieadviseur | Integriteitscoach | Auteur | Gitarist | (Levens)kunstliefhebber