Jeroen is door gezondheidsperikelen niet beschikbaar. Marijke valt voorlopig voor hem in. Wij wensen Jeroen spoedig vooruitgang.

Redactie

Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist - mogelijk tussen de regels door -  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia

column nr: 54

uit de reeks columns over de antroposofische instelling waarvoor ik werkte.

Indertijd in mei ging ik bij een instelling voor mensen met een verstandelijke handicap werken. Daar woonden toen ongeveer 10 bewoners. In juni gingen alle bewoners op vakantie naar Duitsland. Kamperen en zo. Maar er was eigenlijk één begeleider te weinig.

Dus zei ik: – Nou, ik heb nog een zoon die schaloos loopt. Misschien wil die wel mee.

Ik vroeg aan Therry: – Heb jij zin om mee te gaan?

Therry: – Ja hoor, en als ik het leuk vind, blijf ik gelijk!

Met een busje en twee personenauto’s gingen we op pad. Therry voorin, in het busje. Dat was de padvinder. Na een groot aantal uren gereden te hebben zei hij: – Rechtsaf! We zijn er!

Hij had ons zomaar in één keer naar een speldenprik bij de Lüneburger Heide geloodst.

Het was niet echt een 3 sterren camping. Het was meer een oude boerderij waarin men in een grote ruimte slaapplaatsen gemaakt had. Dat wil zeggen: op heuphoogte planken tegen de muur getimmerd. Daar konden we dan als sardientjes in onze eigen slaapzakken gaan slapen.

Er was een jonge vrouw bij ons, die niet kon praten. Als er stress was ging ze aan haar vingers friemelen. ’s Avonds toen het bedtijd was stond zij hevig friemelend, naast een plank, met een kop: IK GA HIER NIET LIGGEN!

Dat is dan een uitdaging! Maar het is gelukt.

 

Eén van de eerste dagen gingen we naar de speeltuin. Er was ook een meisje bij ons, dat nog niet bij ons woonde, maar dat na de vakantie wel zou gaan doen.

Ze wilde in een ding wat ik nog nooit gezien had. Twee heel grote ringen, verticaal naast elkaar en daar tussen twee stoeltjes. Daar werden we in vastgegespt. Die stellage stond op rails wat ook een cirkel was.

Therry en Dieter, een begeleider, stonden buiten te kijken. Ik drukte op het startknopje en het ding begon te rollen. Vooruit, achteruit, over de kop. Dat meisje naast me begon meteen te gillen. Verschrikkelijk. Van de stress kon ik ineens de “uit” knop niet meer vinden. En die twee sukkels die er naast stonden, lagen helemaal in een deuk van de lach! Eindelijk waren we die cirkel rond en konden we uitstappen. Nijdig vroeg ik aan die twee: – Waarom staan jullie nou zo stom te lachen?

Wat bleek? Zij hadden gezien dat ze gilde van de jolijt!

Toen wilde ze van de hoogste glijbaan af. Het waren allemaal houten dingen. Wij al die krakkemikkige trappen op. Daar stond een jongeman met een klein kindje, klaar om te vertrekken. We wachtten keurig op onze beurt. Die man was beneden en wij gingen zitten. Dat meisje voorop, tussen mijn benen en ‘hup! We gaan!’

Zag ik ineens halverwege dat die man met dat kindje nog onderaan die glijbaan stond. Voorover gebukt, kont omhoog, bij dat kindje het zand af kloppen. En wij waren onderweg!

Beneden aangekomen, KETS… zo die Duitser omver. Voorover het zand in.

Het volgende was de uitkijktoren. Ook van hout. Iedere keer een soort plateau om van de ene trap naar de andere trap te komen. Hoe hoger we kwamen, hoe kleiner ze zichzelf maakte. Het laatste stuk deed ze in tijger sluiphouding.

Ik dacht: – Wat doet ze raar?

Op de terugweg deed ze het zelfde maar dan andersom, ze werd weer steeds groter.

Daarna wilde ze in een ding, twee torens met daartussen een kabel. Je werd in een harnas gesnoerd en dan slierde je van de ene toren naar de andere. En halverwege ging je door een waterplas.

Toe zei ik: – Dat doe ik niet. Ik heb genoeg geleden!

Thuisgekomen had ik eindelijk tijd om even in het schriftje te lezen wat haar moeder mee had gegeven.

Wat bleek: Het meisje had hoogtevrees!


Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 210 lezers


Ontdek meer van MAASSLUIS.NU

Abonneer je om de nieuwste berichten in je inbox te ontvangen.

Marijke Tennant

Marijke Tennant

Marijke Tennant | | Echtgenote, moeder, oma | Gepensioneerd hulpverlener | Bevlogen koorlid [ 2018-2021 ]

1 Reactie

  1. Aad Rieken
    4 juni 2021 at 09:38

    “Duitser Duister?”

    #jekuntjelelijkvergissen!