column nr: 46

Afgelopen week moest ik naar het UWV. Dat betekende dat ik naar Rotterdam moest. De plaats waar ik bijna vijftien jaar geleden noodgedwongen naartoe verhuisd was. Ook toen was het namelijk onmogelijk om in Maassluis een betaalbare starterswoning te bekostigen. Ik vond het geweldig! Multicultureel, groot, maar toch ook volksbuurt-achtig, een Toko op bijna elke straathoek en vlakbij tientallen kroegen en eettentjes. Niets, maar dan ook echt niets zou mij terug naar het kleine, maar vooral saaie Maassluis krijgen. Nooit!

Toen kwam ik in een andere levensfase. Kreeg een kind en de daarbij behorende beschermende moederkloek-gevoelens. Ik zag een onveilige buurt. Ze hadden immers al 1 keer geprobeerd in mijn huis in te breken en ook mijn auto heeft het twee keer moeten ontgelden. Spelen voor de deur was met al dat verkeer ook niet ideaal en mijn netwerk bevond zich ook nog steeds in Maassluis. Zo zie je maar, zeg nooit nooit, want zodra ik de kans kreeg ben ik terug gegaan. Met hangende pootjes. De stilte omarmend. En stil is het. De eerste paar maanden had ik moeite met slapen. Gewoon door het gebrek aan herrie en rumoer om me heen. Ik miste de “grote stad” wel een beetje. Ik kende daar zoveel mensen. Je leert elkaar dan ook wel wat sneller en beter kennen als je met zoveel mensen op zo weinig oppervlakte samengepropt wordt. Ik miste de diversiteit en de drukte. De trams die voor mijn deur af en aan reden om mij overal naartoe te brengen. Niet alleen omdat rijden in Rotterdam soms echt een drama kan zijn, maar vooral omdat ik er een gruwelijke hekel aan had om s ’avonds laat een uur lang rondjes te rijden voor een parkeerplaats. Met vlagen verlangde ik terug naar mijn jaren daar. Mooie jaren.

Tot van de week. Tot ik weer terug moest naar de stad die ooit mijn thuis was. Het verkeer benauwde me. Ondanks dat ik niet zelf reed, kreeg ik het er toch licht benauwd van. De trams die van alle kanten leken te komen, auto’s die je geen centimeter ruimte geven. Voetgangers die voor, achter en langs je auto lopen. De drukte, het geluid, de herrie, het kwam echt even binnen. Wat een verschrikking! Ik kan me niet meer voorstellen dat ik daar ooit zo van gehouden heb. Misschien is het de leeftijd. Behoor ik nu echt bij de volwassen mensen. Of misschien ben ik wel te burgerlijk geworden. Ik weet in ieder geval zeker dat mijn stap terug naar Maassluis de beste ooit is geweest.

Ik geniet van de stilte. Van de schoonheid. Van al het groen, want eerlijk, in vergelijking bij Rotterdam hebben we hier niets te klagen. Ik vind het heerlijk dat mijn dochter gewoon voor de deur kan spelen en zelf de hort op kan. Dat ik geen uren hoef te rijden voor een parkeerplek en de stilte. Wat geniet ik van de vogels die fluiten in de ochtend. Van de vriendelijke mensen die mij begroeten als ik de hond uit ga laten. Het rustige verkeer en de lieve mensen die hier wonen, wat een rijkdom! Voor mij is Maassluis weer echt mijn thuis!

En is Maassluis dan perfect? Zeker niet. Zo kan ik ook klagen over tal van zaken. De hondenpoep op de stoep, het groen waar duidelijk een snoeischaar in gezet moet worden. De herrie van de verbouwing een paar huizen verderop of andere zaken die niet gaan zoals het zou moeten. Afgelopen maandag nog, trof ik een steen op mijn autoruit omdat een stel kwajongens het leuk vonden om die herhaaldelijk op mijn ruit te gooien. Maar ach, als ik nog in Rotterdam had gewoond, dan waren het vast en zeker zwaardere jongens geweest en was de schade heel wat groter geweest dan het sterretje dat nu mijn ruit versierd. Dus nee, Maassluis is niet perfect, maar het is wel thuis. Mijn thuis.


 

Helga de Lelij

Helga de Lelij

Helga de Lelij│ Maandagcolumnist per 7/2017 │ Vrouw met kind en manloos huishouden │ Levensgenieter │ Blogger bij Love2bemama, FleurFlirt en Ik ben Helga │ (HRM bij Tedecon) │ Hard voor weinig en altijd… Ehm nooit.. Ehm dat dus!

1 Reactie

  1. Aad Rieken
    8 april 2019 at 09:38

    Maassluis Is Lang Zo Gek Nog Niet En
    Van ’t Scheur Tot Aan De Vlieten,
    Is Het Een En Al Genieten!

    Tussen Palet En Steendijkpolder,
    Ligt De Kolder Op De Zolder,
    Soms Weer Zichtbaar In ’n Folder!