Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist - mogelijk tussen de regels door -  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia

Column(46): Hypes op een rij

column nr: 48

Ja hoor, we kunnen weer verder waar we gebleven waren (na column 46). Hype drie. Wel leuk om dingen terug te horen uit het werkveld, waarvoor dank! Er kwam ook een reactie uit de jeugdzorg, dus * hardop denkend* misschien leuk om daar ook eens naar te kijken.

EDI: Expliciete Directe Instructie

In de lerarenopleiding leer je dat een instructieles (dus de les waarin je uitleg geeft aan een groep) een bepaalde opbouw heeft. Veertig jaar geleden bestond dat nog niet, nu wel. Ik was eerlijk gezegd geschokt dat nog niet alle scholen (in Maassluis) dit gebruiken. Sorry, ik wil niet op tenen trappen, maar ik beschouwde dit als gesneden koek.

Je begint ergens en doorloopt een bepaald stappenplan. Tegenwoordig noemt men dat dus: Expliciete Directe Instructie. Zelf heb ik die cursus niet gevolgd, maar al meegekregen op de opleiding. Onderzoek dus wat de cursus inhoudt! En het klonk me in de oren als bekende stof. Je maakt kinderen bewust van de lesdoelen en peilt tijdens het proces voortdurend in hoeverre de nieuwe kennis of vaardigheid wordt opgepikt door je leerlingen. Aan het eind van de rit evalueer je in hoeverre je leerlingen de boel hebben begrepen en of er nog verlengde instructie nodig is. Ik durf te stellen dat ook docenten die nog nooit van de naam hebben gehoord, EDI allang onbewust toepassen. Maar goed, u kent inmiddels mijn allergie voor mooie verkoopkreetjes.

Klik hier voor het boek:

EDI boek

(KLIK)

Uitwerking  

Er zijn verschillende manieren om de methode toe te passen. De meestgebruikte methode is het weergeven van de doelen op het bord of prikbord. Lekker visueel stevig, want je kunt ernaar verwijzen op ieder moment. Ik hou erg van een grafiek-vorm, zodat leerlingen eerst samen en daarna individueel hun scores bijhouden per doel. Zeker bij het aanleren van een nieuwe vaardigheid, vind ik het fijn vaste oefenmomenten in te voegen. Dat vraagt wel even wat inspanning voor/tijdens/na de les zelf, maar levert een ontzettende hoeveelheid informatie en vooral betrokkenheid van de klas op.

Ik zal een kleine uitwerking van het werken met executieve doelen geven, voor wie wil. Mooi hè, twee methodes ineen! Expliciet én executieve functies. Man man, I’m on a roll!

Let op: even een disclaimer. Ik ben niet degene die alle waarheid en kennis in pacht heeft of zelfs maar denkt te hebben. Iedereen doet het op zijn of haar manier. Mocht ik echter iemand inspireren, dan is dat genoeg. En deze techniek werkte voor mijn klas geweldig.

De wiebelklas

Stel je even een klas voor, waarvan leerlingen vooral met elkaar bezig zijn. Veel afgeleid zijn, weinig (diepere) focus en veel onrust. Laten we het zo zeggen: de focus is er wel, maar níét op de les en de lesinhoud. Voor je het weet ben je politie-agent aan het spelen en sta je met je armen te wapperen voor het bord om de aandacht te krijgen. Elke docent, en waarschijnlijk elke ouder kent dit gevoel. Je blijft maar ‘hoeien’ zoals ma het altijd noemde. Doen we niet. Gaat teveel ten koste van je goeie humeur.

Doelgericht en meetbaar werken

Omdraaien dus. Doelen voor deze groep zijn: aandacht weer terug naar eigen werk en werkhouding. Het leren omgaan met prikkels van buitenaf en daar bewust in kunnen sturen. De rem zetten op het reageren. Ik miste daarin een meetinstrument. Het moest kort en krachtig en vooral werkbaar voor de leerling zelf. Ik wilde de verantwoordelijkheid zo snel mogelijk bij elke leerling zelf leggen.

De eerste vijf lesuren (ik raad aan dit een uur per dag te doen) tekende ik een enorme lijndiagram op het bord met tijdsverloop (kwartieren) en mate van focus. Ik pakte er meestal een vol uur voor, waarbij we eventueel zichtbaar maakten waar de instructie en het begeleide stuk les eindigde en het zelfstandige stuk begon. Elk kwartier legde ik de les plat (hoera voor de wekkerfunctie op mijn telefoon!) en besprak met de klas waar ik hun focus op scoorde en waarom.

Soms leidde dat tot discussies; prima! De leerlingen werden zich heel bewust van zichzelf in het geheel en de impact die zij hadden op de omgeving. Ja, het ging daardoor ten koste van de tijd voor de taalles die we deden, maar eerlijk gezegd: zo’n wiebel-geheel draagt ook niet echt bij aan goed leerrendement, toch? Dan maar even tandje lager op taalgebied, zodat we in ieder geval goed leerden werken. De leerlingen pikten het onmiddellijk goed op. Keihard werkten ze om de maximale score te bereiken. Ze waren er moe van, zuchtten ze na afloop.

Na vijf van deze klassikale sessies maakten we de volgende stap: Elke leerling kreeg een formulier met een grafiek op tafel aan het begin van de ‘meting’. En weer scoorden we na een kwartier de focus, maar nu in duo’s. Ik raad aan de grafieken tweezijdig te kopiëren en op een half a4-tje te proppen. Elke leerling een klein pakketje met een stuk of tien grafieken en je bent klaar voor het hele stramien. De derde stap, u raadt het al, konden de meeste leerlingen goed evalueren hoe hun focus per meetmoment was. En de vierde stap? De grafiek kon opzij en hoefde hooguit aangehaald worden in gesprek. Waar zou je nu gescoord hebben? Werkte als een dolle stier.

Wilt u in de klas dus eens een andere aanpak proberen? Dan is deze grafiekvorm-meting misschien een mooi idee. En werkt u met doelkaarten op het bord? Dan ben ik druk voor u aan het werk om alle doelen in een mooie lay-out te ontwerpen!

Kijk even voor gratis downloads op Links & Tips Ik zal ook een voorbeeld van de werkgrafiek maken, voor enthousiastelingen. En voor alle leerkrachten, klassenassistenten, begeleiders en coaches in Maassluis en nou ja, overal:


Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 200 lezers

Cindy van der Houven

Cindy van der Houven

Cindy van der Houven | Pedagoog en docent | Woensdagcolumnist 1x 4 weken | Coachingbureau Cindy | Stichting Feniks |