column nr: 51

‘Is het zo ver?!’ roept ze me toe terwijl ik langzaam haar kant op kom. Ik weet niet waar ze het over heeft en kijk haar verdwaasd aan. Ik groet haar en loop door naar een van mijn vriendinnen achter haar. Maar zodra ik haar passeer, plaatst ze hardhandig beide handen op mijn buik. Ik schrik en kijk haar boos aan. Ze kijkt me aan met lichtjes in haar ogen en vraagt goedwillig: ‘Zit er eindelijk een kindje in?’

Ik deins terug, hou snel mijn buik in en denk: shit, is het te zien dat ik net bij de McDonald’s heb gegeten? Oh, ik had ook geen zwarte kokerrok aan moeten trekken, daar zie je alles in! Ik draai me naar haar toe en zeg: ‘Nee, daar ga ik zeker nog niet aan beginnen’ terwijl ik proostend als een boer met kiespijn mijn Gin & Tonic hoog hou. ‘Nou, meid ik zou er maar snel aan beginnen hoor. Want wat is er nu beter dan je eigen kind ter wereld brengen?’ In mijn hoofd vormde vliegensvlug een lijst met dingen zoals een eigen succesvol bedrijf runnen, genoeg tijd voor vrienden en familie, vrijheid om spontaan weekendjes weg te boeken, financiële zelfstandigheid… Maar ik bedenk me dat het geen zin heeft om een discussie te starten, knik en loop door.

Ik heb het al vaker gehoord, nieuwsgierige en net op het randje van onbeschoftheid balancerende opmerkingen. Ik heb vrij vroeg in mijn leven besloten dat ik pas na mijn dertigste ga nadenken over het krijgen van kinderen en op de een of andere manier lokt dat bij sommige mensen bijzondere reacties uit. Over het algemeen positief en begripvol, maar soms ook gewoon heel erg lullig.

Hier mijn top #3 opmerkingen waar ik, naast de handen op mijn buik, een beetje allergisch voor ben geworden:

Opmerking 1: Maar je hebt al drie stiefkinderen, wat maakt die ene erbij nou toch uit?

Zoals ik net schreef, heb ik besloten dat ik na mijn dertigste ga nadenken over kinderen krijgen en heb dat sindsdien niet onder stoelen of banken geschoven. Het was zeker wennen toen ik drie bonuskinderen om de week over de vloer had, maar ééntje erbij is toch hele andere koek. Ik zou momenteel niet eens een huisdier erbij kunnen hebben, laat staan een kind!

Opmerking 2: Wacht maar totdat je een vriend hebt en een eigen huis hebt, dan gaat het vanzelf kriebelen.

Natuurlijk heb ik momenten waarop mijn eierstokken gaan klapperen als er een super schattige baby naar mij zit te lachen. Maar dan ben ik heel blij dat ik kan weglopen wanneer diezelfde baby onder de kak zit en de hele tent bij elkaar krijst.

Opmerking 3: Ben je niet bang dat wanneer je eindelijk klaar bent voor een kindje, dat je dan te oud bent en het niet meer lukt?

Ik heb een beetje onderzoek gedaan naar het slagingspercentage per leeftijdscategorie om zwanger te worden. Het blijkt dat je als vrouw het meest vruchtbaar bent als je tussen de 20-25 jaar bent (slagingspercentage: 25% per cyclus). Na je dertigste heb je nog maar 10% en na je 35ste moet je het maar zien te redden met 5%. Beangstigende cijfers, dat geef ik eerlijk toe. Echter, denk ik ook aan een heel ander percentage. Want in hoeverre ben je als twintiger klaar voor een kind op financieel, sociaal en geestelijk vlak? Wat voor een percentage zou je jezelf dan geven?

Ik heb besloten om die lage slagingspercentages maar voor lief te nemen, omdat ik weet dat ik nu meer gelukkig en zelfverzekerd ben in mijn leven dan 5 jaar geleden. Daarnaast denk ik dat mijn leven een stuk stabieler is dan jaren geleden, dus stel je voor, hoe het zal zijn over 5 jaar. Kortom, ik laat me door de cijfertjes, behalve het getal 30, niet beïnvloeden en raad iedereen aan om te doen wat voor jou goed voelt ongeacht wat anderen zeggen.


 

Kimberly Ruppert

Kimberly Ruppert

Kimberly Ruppert | Vrijdagcolumist 2016-2019 | PR & Marketing | Kiru-Projects | Theater Stadsgehoorzaal Vlaardingen

1 Reactie

  1. Aad Rieken
    12 juli 2019 at 09:07

    “Het is in zwang-er de b(r)ui aan geven!”