Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist – mogelijk tussen de regels door –  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia

Slecht maar goed

‘Het gaat slecht, maar verder gaat het goed’. Een citaat van Frits van Egters in ‘De avonden’ van Gerard Reve. Ik vind het zo’n mooie uitspraak. Het getuigt, mijns inziens, van eerlijkheid en veerkracht. 

Nee, het gaat niet steeds en altijd goed in het leven. Iedereen ervaart drempels, laag of hoog. Iedereen draagt zijn eigen kruis. Zwaar of behapbaar. Gelukkig zijn er altijd mensen die je helpen dragen.

Onlangs was ik met mijn gezin in Leuven. We waren onderweg vanuit Duitsland en besloten onze huisvriend op te zoeken die sinds enkele jaren pastoor is in Heverlee. Na een heerlijke lunch in de stad bezochten we de Sint-Pieterskerk in Leuven. Met onze ‘persoonlijke gids’ raakten we er niet uitgekeken. We bezochten ook het Groot Begijnhof. Momenteel verblijven er studenten, medewerkers van de Universiteit en soms ook gastprofessoren uit het buitenland. Vroeger woonden hier de Begijnen. Begijnen waren vrouwen die ‘samen in afzondering’ leefden. Het waren semi-religieuze, ongehuwde vrouwen die er sinds de 13e eeuw een gemeenschap vormden. 

Vandaag de dag is het Begijnhof een betoverende, historische plek met kleine straten, parken en pleintjes om in alle rust rond te wandelen. Onze wandeling eindigde in de Sint-Antoniuskapel. 

In de crypte van deze kapel ligt pater Damiaan sinds 1936 begraven. Op 11 oktober 2009 werd deze heel bijzonder man in Rome heilig verklaard. Pater Damiaan  vertrok in 1864 voor missiewerk naar Hawaï. Hij werd er bij aankomst tot priester gewijd. De eerste jaren trok hij rond als missionaris in het uitgestrekte district Kohala-Hamakua.

In die tijd was er nog geen behandeling of geneesmiddel tegen Lepra. Men was doodsbang voor deze besmettelijke ziekte. Iedereen die beginnende symptomen had van Lepra werd verbannen, liefst zo ver weg als mogelijk. Door deze afzondering zouden ze niemand kunnen besmetten. Vooraf namen deze ernstig zieke mensen definitief afscheid van hun familie. De melaatsen van Hawaï werden naar het eiland Molokai gestuurd om er te sterven. Ze verbleven er op de kale landtong Kalaupapa, afgesneden van de rest van het eiland door een steile rotswand. De melaatsen kregen weliswaar voedsel en andere voorzieningen maar geen medische hulp. 

Damiaan vroeg toestemming aan zijn bisschop om naar Molokai te gaan. Hij vond dat deze arme lepralijders toch ten minste een priester konden gebruiken. Tot de komst van pater Damiaan in 1873 werden deze mensen immers aan hun lot overgelaten. Damiaan kreeg het advies afstand te houden. Natuurlijk wist hij dat er een grote kans bestond dat hij besmet zou raken. Toch weerhield dit hem niet om zijn werk te doen. Met volle overgave. Hij bouwde wegen, scholen en (zieken)huizen en zorgde voor ‘zijn’ mensen tot op hun sterfbed.

Hij nam geen enkele voorzorg. Hij wilde voor zijn patiënten als een vader zijn. Voelde zich met hen verbonden alsof hij één van hen was. Hij deed het werk dat een ander niet durfde te doen. Pater Damiaan leefde samen met ongeneeslijk zieken. Wat een bijzonder mens! 

In november 1884, Damiaan was toen 44 jaar, werd bij hemzelf Lepra vastgesteld. Hij sprak over zichzelf als ‘Melaats onder de Melaatsen’. Zo werd pater Damiaan één van hen. Hij respecteerde en waardeerde hen. Als een herder maar ook als een vriend leefde hij samen met ‘zijn melaatsen’ en deelde lief en leed. 

‘Het gaat slecht, maar verder gaat het goed’. Het zou een uitspraak kunnen zijn van pater Damiaan. ‘In deze hoop aanvaard ik mijn ziekte als mijn uitzonderlijk kruis; ik probeer het te dragen als Simon van Cyrene, in het voetspoor van de Heer’ (brief, 9 november 1887). Bewonderenswaardig en inspirerend. 

Nee, het gaat niet steeds en altijd goed in het leven. En toch ook wel. Iedereen draagt zijn eigen kruis. Jij en ik. En er is altijd Iemand die je zal helpen en dragen.

Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 708 lezers


Editor's Rating

navolgbaar
Christel schrijft goed verzorgd Nederlands, heel toegankelijk en herkenbaar. Die waardering van de redactie heeft zij vanaf het prille begin. Het zou mooi zijn als veel lezers haar schrijven ook tot zich namen.
Christel van Berkel

Christel van Berkel

CHRISTEL VAN BERKEL-VERLAAN | Columniste 2 per maand
Chaotische huisvrouw met ADD | Gepassioneerd zangeres en dirigente |
Gezegende vrouw van Arij | Liefdevolle moeder van Siri, Evi & Isaak