Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Kijk naar mensen zoals ze zijn,
maar ook zoals ze willen zijn,
zoals ze trachten te zijn.
Deze woorden kwamen bij mij in beeld op maandag 3 april door de Gerardus scheurkalender van mijn moeder. Ze bleven ook een tijdje op mijn netvlies. Hoe kijk ik naar mensen? Hoe kijken zij naar mij? Zoals ik wil zijn. Zoals ik probeer te zijn?
Hoe kijk ik naar mensen? Het eerste beeld, de eerste indruk, weerhoudt me soms verder te kijken. Dan laat ik me leiden door vooroordelen. Dan heb ik een vertroebelde blik. Wat zegt dat eerste beeld? Wat roept het op? Roept het iets bij je op? Of ga je voorbij aan vragen? Heb je direct het antwoord al. Het is het verschil tussen een beeld en een standbeeld. Levend, in beweging, of dood.
Onlangs bezocht ik voor de tweede maal de Bijbelse beeldentuin in Hoofddorp. Voor de tweede keer werd ik gegrepen door de manier waarop kunstenaar Karel Gomes ons leert zien.
‘We geloven niet in beelden. We aanbidden geen beeld. Ze dienen slechts ter inspiratie. Het beeld brengt je in beweging’. Pater Avin Kunnekkadan is aan het woord.
‘De beelden in de kerk komen uit een tijd waarin de meeste mensen niet konden lezen en schrijven. Het gaf hen toegang tot begrip van de Bijbel. De beelden vertellen het verhaal. Ook tekeningen en schilderijen van de kruiswegstaties spreken voor zich. Tot op de dag van vandaag ondersteunt beeldende kunst het verhaal’.
Het beeld spreekt tot de verbeelding. Beeldspraak.
Iemand die, als geen ander, beeldend kon spreken was Huub Oosterhuis. Op 1e Paasdag is hij overleden. Hij kon boetseren met woorden. Hij vond steeds weer een vorm die iets ongrijpbaars toegankelijk maakt. De kunst van het scheppen. Huub Oosterhuis kende mensen. Hij had mensenkennis. Hij begreep de vrije wil. Hij gaf mensen dan ook ruimte om zelf gestalte te geven aan zijn woorden. Of Zijn woorden.
Ik heb grote bewondering voor die man met zijn woorden. Hij maakte beelden van standbeelden. Hij creëerde ruimte. ‘Ken je Mij?’ is een voorbeeld van zo’n tekst met ruimte. Keer de woorden om en er staat ‘Jij kent Mij’. Nu denk ik persoonlijk dat het helemaal geen vraag was voor Huub maar een gegeven. Evenals al die andere vragen in deze tekst. Keer het om en er ontstaat een standbeeld van Aanbidding. Keer zijn teksten nogmaals om en daar is ruimte voor angst, verdriet en verlangen, twijfel en hoop, onmacht en vergeving, dankbaarheid, genade en zoveel meer. Menselijkheid. Huub begreep dat.
Huub Oosterhuis gaf ons een voorbeeld van ruimtelijk inzicht. Het is de moeite waard het perspectief van de ander te onderzoeken. Jezelf niet centraal te stellen met je eigen behoeften maar ‘de ander, in het licht’. Wat kan ik vandaag betekenen voor de ander. Waar ligt de behoefte, wat is de vraag?
Bij het sterfbed van mijn vader zong ik nog zijn ‘Lied aan het Licht’. Ik dank Huub voor zijn woorden en zijn werk. We zullen hem blijven zingen. Ik kom thuis met Oosterhuis en hij blijft voor mij een bron van inspiratie.
Kijk je naar mensen zoals ze trachten te zijn,
zoals ze willen zijn,
Zoals ze zijn?
Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
⊗——het einde ——⊗
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 156 lezers