Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Om met de woorden van Paulien Cornelisse te spreken: “Taal is zeg maar echt mijn ding”. Taal heeft iets magisch. In feite is het natuurlijk gewoon een opsomming van kleine gekke tekentjes of klanken. Maar zet deze tekens bij elkaar in specifieke combinaties en POEF er ontstaat betekenis.
Taal kan simpel zijn, zoals de woorden op de leesplank, of juist ingewikkeld, zoals de meest abstracte poëzie. De manier waarop woorden samengebracht worden, is van groot belang voor het begrip. En de context waar woorden in staan, kan ook nog eens zorgen voor een compleet andere betekenis van een woord. Daarom ben ik ook zo blij dat ik Nederlands niet als tweede taal hoef te leren. Dat lijkt mij namelijk een haast onmogelijke opgave.
Taal is ook echt een kunstvorm. Vele taalkunstenaars weten hoe ze woorden als penselen kunnen gebruiken om de meest prachtige kunstwerken te maken. Eerdergenoemde Paulien Cornelisse heeft er al meerdere boeken vol columns aan gewijd. Zelf kan ik bijvoorbeeld nooit genoeg krijgen van de teksten van Maarten van Roozendaal, Yentl en de Boer, Jeroen van Merwijk, Wende, Jurrian van Dongen, Annie M.G. Schmidt, Kees Torn of Jan Beuving. En zo kan ik nog wel even door gaan.
Mijn eigen taalniveau ligt ook zeker nog niet op dat van hen. Zo vond ik van de week een blaadje met een schrijfopdracht uit groep 4, waar nog zeker wat verbeterpunten in zaten op het gebied van zinsopbouw en spelling. Maar het belangrijkste: ik begreep wat er stond, dus hoe erg zijn die details dan?
Maakt het uit dat ik het over het ‘afschijd’ van Meester Willem had, als iedereen gewoon, snapt wat ik er mee bedoel? Zou de wereld van taal niet veel leuker worden als we al die strenge regeltjes loslaten en gewoon kijken waar de taalontwikkeling ons dan naartoe leidt? Die rode kringeltjes van de spellingscontrole hebben ondertussen ook wel even een vakantie verdiend toch?
Juh sal sien dat juh ijgenluk feel mir sal begraaipun dan dat juh fantuforun had gedagd. Dus goj die taalreegols un keer lekkuhr oofurboort en laad juh chaan, Feel plussier durmee sou ik zechun.
Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
⊗——het einde ——⊗
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 167 lezers