Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist - mogelijk tussen de regels door -  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia


column nr: 51

uit de reeks columns over de antroposofische instelling waarvoor ik werkte.

Camphill is een plaats in Schotland. In de tweede wereldoorlog is de joodse kinderarts Karl König met een aantal mensen gevlucht vanuit Oostenrijk naar Camphill. In dat gezelschap waren mensen met een verstandelijke en lichamelijke beperking. König kwam er achter dat deze mensen de zelfde gevoelens hadden als de anderen. Ze waren gevlucht en voelden zich ontheemd. In Camphill woonde iemand die een plek zocht voor zijn gehandicapte dochter. Hij bood het gevluchte gezelschap onderdak. Dat is het allereerste begin van de Camphill gemeenschappen, die zich uiteindelijk over de hele wereld zouden vestigen.

Het idee was, dat je er niet was voor de gehandicapten, maar met de gehandicapten.

Gehandicapten en begeleiders woonden onder één dak. De gehandicapten zeiden vader en moeder tegen de begeleiding.

Zo ook hier in Nederland.

De instelling waar ik werkte was een Camphill gemeenschap.

Op het moment dat de eerste bewoner tegen mij “moeder” zei, ging ik uit mijn dak.

– Houd daar onmiddellijk mee op. Ik ben je moeder niet!

Begeleiders woonden intern.

Je had ook geen salaris. Je had een bankpasje en je trok uit de muur wat je nodig had.

Er was een auto, die rouleerde onder degenen die ergens heen wilden.

Ik heb aan die gekkigheid nooit mee gedaan. Ik wilde een salaris, we hadden zelf een auto en we woonden in een andere wijk.

Omdat de instelling heel veel groter moest worden zaten de woonhuizen in de wijk bomvol bewoners.

De leidinggevenden, die meestal in hetzelfde huis woonden, vielen vanwege de hoge werkdruk bij bosjes om.

Ik had niet echt een functie. Ik was degene die iedere keer de puinhoop op ging ruimen als die ergens ontstaan was.

Dan ging ik naar een woonhuis, waarvan ik echt niet wist wie daar woonden. Als eerste begon ik ’s morgens vroeg te kijken op alle slaapkamers: wie wat en waar.

Dan kon het wel eens gebeuren dat er twee in één bed lagen. Tja… dat komt bij de beste families voor. Natuurlijk werd daarover gesproken. Die situatie knelde aan alle kanten. Ik had daar een duidelijke mening over.

– Dit werkt niet in Rotterdam. Rotterdammers zijn daar veel te nuchter voor.

Van lieverlee werd het wel aangepast. Doordat er woonhuizen voor de instelling bij gebouwd werden, kwam er op die manier als vanzelf meer ruimte. Het was niet meer de bedoeling dat begeleiders intern zouden wonen.

Er werd wel van je gevraagd om in de wijk te komen wonen, zodat je te allen tijde bereikbaar was als er iets gebeurde. Zo kon het met regelmaat gebeuren dat ik een bewoner mee naar huis nam als het in de instelling even niet zo goed ging. Ook heb ik met grote regelmaat een klein jongetje in huis gehad. Het was de bedoeling dat het kindje in het weekeind naar zijn moeder ging. Maar als de moeder dat niet aan kan…

Rotterdammers houden niet van lullen, maar van poetsen. Als de grens tussen privacy en werk zo vaag is, wordt dat voor Rotterdammers wel heel erg moeilijk.

Inmiddels heb ik het gevoel dat de instelling niet meer bestaat als een Camphill gemeenschap. Er waren her en der een aantal rijtjes huizen in de wijk en een aantal grote huizen aan de rand van de wijk. Dan is er eigenlijk geen sprake meer van onder één dak wonen.

Misschien dat dat de oorzaak ervan is.

Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 146 lezers

Marijke Tennant

Marijke Tennant

Marijke Tennant | | Echtgenote, moeder, oma | Gepensioneerd hulpverlener | Bevlogen koorlid [ 2018-2021 ]