Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist - mogelijk tussen de regels door -  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia

Wanneer je op fiets zit en iets ziet waar je de ander op attent wilt maken, dan zeg je zoiets als ‘hé, moet je daar rechts kijken, een ooievaarsnest!’ Ongemerkt handelen we vanuit het besef dat de ander nooit tegelijk hetzelfde ziet als jijzelf.

Ook bij het napraten over de vakantie hangen we onze gezamenlijke beleving op aan het delen van de beelden die we hebben waargenomen. We herinneren ons wel waar we zijn geweest, maar het beeld over hoe de omgeving eruit zag maken we compleet door de omschrijvingen te delen. Weliswaar overbodig, maar toch, moeten we vaststellen dat dan nog steeds maar een deel van hetgeen waar te nemen was voor het voetlicht komt. Niet voor niets beginnend met het ooievaarsnest wordt meteen al duidelijk dat wanneer we onze scope niet te groot maken het makkelijker is elkaar te volgen.

Menigeen heeft wel eens een busreisje meegemaakt met een reisleider die, met een aantrekkelijk verhaal over een historische omgeving, alle inzittenden tegelijk lijdzaam laat volgen met zinnen als: ‘wanneer u links kijkt, ziet u …’ en ‘wanneer u rechts kijkt, ziet u …’. Het is dan een gegeven dat je de draad kunt kwijtraken wanneer je te lang naar een jou pakkend waarneming blijft kijken. Natuurlijk heb je dan de mogelijkheid te roepen ‘reisleider, kunt u dat laatste nog een keer herhalen?’ Dit in de hoop dat je de andere reizigers niet irriteert, omdat deze dat ‘kijkt u even naar links en, voordat we bocht omgaan, nog even snel naar rechts’ allang zat zijn.

We stonden nu stil bij een 1:1 uitwisseling én een omstandigheid waarbij iemand een groep leidt. Pas echt uitdagend wordt het wanneer twee groepen elkaar in een onderlinge uitwisseling over waarnemingen moeten meenemen. Je begrijp dat we die potentiële chaos het liefst voorkomen door, bewust of onbewust, al gauw een gespreksbegeleider in te zetten.

Ongemerkt laten bovenstaande voorbeelden nog iets anders zien. Namelijk dat, en hoe, wij onze taal gebruiken om ons als het ware te leiden naar gemeenschappelijke beelden. Je zou kunnen denken ‘dank je de koekoek, dat is toch ook een open deur!’. Maar dan wordt het nuttig om situaties tegen het beelden- en taallicht te houden, waarbij we geheel lijken te zijn vergeten hoe we elkaar kunnen meenemen in elkaars waarnemingen. We hoeven maar een Tweede Kamerdebat te volgen en we zijn deelgenoot van hoe ongelofelijk moeilijk het is om opvattingen en meningen de onderlinge communicatie niet te laten domineren. Zelfs voor het elkaar nog willen meenemen, moet dan flink aan de boom worden geschut. Vraagstukken omtrent vluchtelingen laten eigenlijk al zien ‘wanneer taal en beeld samenkomen en wanneer niet’.

Want, bij overeenstemming over zowel het beeld als de opvattingen komen we direct in actie!

Zo is er een overheersende stem de vluchtelingen uit Oekraïne welkom te heten en faciliteiten daarvoor in te richten. Dit terwijl we ook weten dat het algehele denken over en handelen in het omgaan met vluchtelingen niet zomaar in beeld en woord bij elkaar te brengen zijn.

Alhoewel vele factoren het moeilijk maken om woord en beeld tot overeenstemming te brengen, laat ik mij nu niet verleiden diep te graven. Want, er is nog een goed voorbeeld, over een hartverscheurend onderwerp, waarin woord en beeld in no-time bij elkaar komen.

Dat is namelijk de stille tocht na zinloos geweld. Om wild van te worden, domineert dit thema de afgelopen weken het nieuws en natuurlijk wil je bij een dergelijke onderwerp geen associatie hebben als ‘thema waarvan we iets kunnen leren’. Maar, er is iets om je aan vast te houden bij een ingewikkeld debat. We moeten dan even geen kromme tenen krijgen van mensen die het normaal (gaan) vinden eigen rechter te kunnen spelen, door een vuurwapen aan te schaffen om daders van het leven te kunnen beroven. Want, met meningen die overtuigingen worden, ontmoeten beelden en woorden elkaar mogelijk nooit.

Dat ‘iets’ om je aan vast te houden betreft een optimum waarin woord en beeld elkaar direct ontmoeten. We zien dat telkens bij een stille tocht. Dit is een soort universele vorm waarbij ieder zijn/haar eigen woorden kan hebben over het zinloze geweld. Echter, over het beeld is geen verschil van inzicht. We vinden elkaar moeiteloos in het op die manier delen van een schokkende ervaring. Hiermee roept zinloos geweld dus feitelijk structureel op tot het creëren van een te delen herkenbaar gemeenschappelijk beeld. Dat beeld geeft ruimte ook elkaars taal tot één verhaal te brengen. We zijn weer terug bij de ervaring van het ooievaarsnest. Want dat duidelijke beeld ‘hé, moet je daar rechts kijken, een ooievaarsnest!’ opent ieder gesprek over het behoud van de vogelstand, over het soort vogel dat nu juist hier komt, het belang van het behoud van biotopen, of ieder onderwerp dat onze fietstochten de moeite waard blijft maken.

We zien dat het de ander meenemen in de waarneming een veelal verbeeldende activiteit is. Wanneer woorden daartoe bijdragen bieden we onze onderlinge communicatie veel potentieel voor ‘hé, wat fijn dat we elkaar bij deze voorstelling niet veel meer hoeven uit te leggen. Dat gaan we dus doen!’ Wellicht scheelt dit een paar demonstraties op het Malieveld, dan hoeven ook de vuilophaaldiensten erna geen overuren te draaien.

Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 184 lezers

André Bruijn

André Bruijn

André Bruijn | Columnist periode 09-2019 tm 05-2023 | Bruijn Management & Ontwikkeling | Organisatieadviseur | Integriteitscoach | Auteur | Gitarist | (Levens)kunstliefhebber