Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Er zijn dingen die je niet vooraf kunt inschatten. Zo ook hoe de thuissituatie zal zijn zodra manlief gepensioneerd zou worden. Ik heb een aantal jaren gewerkt in een parttime baan nadat de kinderen de deur uit waren. Ko heeft bijna veertig jaar hard gewerkt en vaak moest ik het huishouden in mijn eentje runnen en de opvoeding van onze kinderen kwam voornamelijk op mijn schouders neer. Hij was ook zo een meneer die op zondag het vlees sneed … en ook nog eens onhandig.
Ik heb dat nooit erg gevonden, had het rijk voor mezelf alleen zogezegd. Ik kon zelf bepalen wat ik wanneer deed. Het waren drukke jaren, maar ik was in mijn element.
Sinds Ko thuis is, is het leven bij ons in huis heel anders. En het valt mij niet mee. Ik mag dan wel eenenveertig jaar met hem getrouwd zijn, maar het lijkt wel of ik een vreemde in huis heb. Eén die de hele dag op mijn vingers kijkt. Hij zegt zelf dat hij zich nergens mee wil bemoeien, maar dat lijkt hij dan wel heel letterlijk te nemen. Ik moet hem namelijk steeds achter zijn broek aan zitten: voor elk klusje moet ik hem wel vier keer vragen om het uit te voeren, want hij heeft zo druk. Ik vraag hem waarmee en dan krijg ik een onduidelijk verhaal.
Ik zeg ook regelmatig tegen hem dat hij mij in de weg zit of loopt en dan kijkt hij mij hulpeloos aan met zijn trouwe hondeogen en zegt dat hij dat niet met opzet doet.
Al met al valt het niet mee. En dus maak ik mij zorgen over onze oude dag.
Ik vrees de dag dat ik hulpbehoevend wordt, want ouderenzorg is een mooi etiket maar in de praktijk zie ik dat ook dát deel van de zorg sterk aftakelt. Valt het u ook op?
Vroeger wou ik dat ik niet ouder zou worden. Inmiddels wens ik niet oud te worden. Mijn tijd zit er nog niet op, maar ik weet wel dat ik niet als een kasplantje wens te eindigen. Ik weet hoe Ko de planten in huis en tuin verzorgt. Dat wens ik mezelf niet toe. En hij wéét dat.
Tot die tijd maken we er overigens wel samen het beste van, hoor.
Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
⊗——het einde ——⊗
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 277 lezers