Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist – mogelijk tussen de regels door –  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia

Wij gaan op berenmannenjacht

Ik kan me nog herinneren dat ik voorlichting kreeg bij biologieles op de middelbare school. Vreselijk vond ik het. Van ellende kon ik niet diep genoeg onder mijn tafeltje kruipen. Ik was zo’n vreselijk (maar dan ook echt vréselijk) giebelkind, compleet met piepende slappe lach, die wel een kwartier kon aanhouden. Ongetwijfeld heb ik me misdragen in die les. Zo preuts als een fietsbel. Hoe die mensen het met me hebben uitgehouden! Vandaar dat ik dus nooit met pubers wil werken. De hel echt, die losgeslagen hormonen.

Enfin, terug naar de voorlichting.

Rupsje kreeg er nooitgenoeg van

Ikzelf werd voorgelicht door moeders. Die vond het zelf ook maar niks, maar had zichzelf plechtig voorgenomen dat ze zo open mogelijk antwoord zou geven. En die vragen stelden we haar. Vond ze niet fijn. Ik kreeg ook een boekje van haar, dat ze zelf had gekregen op de huishoudschool. ‘Als je een meisje bent’. Heerlijk ouderwets met tips voor een goede houding (met een boek op je hoofd door de kamer), het verstellen van kleding (verder dan sokken kom ik niet) en ook het biologisch proces rondom hormonen. Verslonden heb ik dat boek. Absoluut wel eens met boek op hoofd door de kamer geparadeerd en gebiologeerd alle tips tot mij genomen. Het boekje heb ik nog, als herinnering.

Het had iets heerlijk onschuldigs.

De gorgels in je broekje

Lentekriebels wordt al een paar jaar aangeboden op de basisschool. Kijk, het is nog altijd beter dan op straat via vriendjes of internet. Dát moet je al helemaal niet willen. Voorlichting vind ik in de basis iets voor de ouders thuis. School is voor kennisoverdracht, ouders zijn voor de opvoeding/verzorging. Ik ben ouderwets misschien. De grenzen schuiven al jaren op. Tandenpoetsles? Les gezonde voeding? Werkelijk? Ik persoonlijk ben ervoor om de voorlichting (en de opvoeding) lekker thuis te houden. Laat mama zich maar in bochten wringen om met antwoorden te komen. Doei! Mij niet bellen! Als de school waar ik les geef, ervoor kiest, die voorlichting wél te geven, tja, dan moet ik daarin meegaan.

Hoort bij het pakketje.

De grijpgrage gruffalo

Vorig jaar koos ik voor lessen over vriendschappen en de kindertelefoon. Neutraal terrein, want ik had niet de indruk dat de leerlingen al klaar waren voor het stevigere werk. Ik ook niet, trouwens. Ik zag online van dit jaar lesmateriaal, waarvan ik me afvroeg of je dát nou wel moet vertellen in dit stadium. Ging mij te ver. In andere klassen kijken leerkrachten ook bewust wat bij de klas past, als ik dat zo hoorde deze week. Je kunt in groep 3 of 4 nog láng niet over seksualiteit te beginnen. Past niet bij het ontwikkelingsstadium van het kind op die leeftijd. Snappen wij ook best wel. Hooguit dat je op die leeftijd over identiteit, zoals het verschil tussen jongens en meisjes praat. Misschien iets over sociale regels: Wat zeg je als je ergens binnenkomt? Wat zeg je als je ruzie hebt bij het spelen? Hoe kom je voor jezelf op? Veel verder gaat het niet op die leeftijd. Gelukkig is het aanbod van lessen per leerjaar gevarieerd genoeg; er is een soort pakketje met mogelijke lessen en de leerkracht kan daarin zelf keuzes maken.

Niks engs, niks geks en zeker niks verplicht.

Puk van de slettenflat

Het lijkt me sterk dat er leerkrachten zijn die met hun ogen dicht rücksichtslos lentekriebellessen aanbieden deze week die niet passend zijn voor de leeftijd en de klas. We zijn niet gek! We zijn echt voorzichtig met uw dierbare druif. Dus mama, we laten het echte werk met liefde aan jou over. Of aan papa, als die dat beter kan. Uiteindelijk is het thuis (als het goed is) het veiligste.

PS

schuine woordgrappen met kinderboekentitels hieronder a.u.b. Ik verheug me al.

pc@ckcmaassluis.nl www.ckcmaassluis.nl Facebook: fb.com/ckcmaassluis ckcMaassluis1 op Twitter.com
Cindy van der Houven

Cindy van der Houven

Cindy van der Houven | Pedagoog en docent | Woensdagcolumnist 1x 4 weken | Coachingbureau Cindy | Stichting Feniks |