column nr: 8
In de laatste column had ik jullie beloofd verslag te doen van de lente. Dus was ik vandaag, het was zonnig en koud, met Piet een stuk fietsen door Midden-Delfland opzoek naar klein hoefblad en speenkruid. Maar helaas het was te vroeg en te koud.
Maar ik ga er toch over schrijven want ik kwam laatst met het opruimen een klapper tegen met gedichten.
Ik wist uiteraard van het bestaan maar niet meer van de inhoud. Dus dat was leuk, er zaten aardige gedichtjes tussen en een paar die ik beter niet had kunnen bewaren. Maar tot mijn verbazing zaten er bloedstollende bloemenverhalen in, waar ik me niets meer van kon herinneren. Ze zijn geschreven in 1980, ik was toen 25 jaar.
Ik moest erg om de titel lachen en ook om de gedichtjes, ik zou dat nooit meer zo doen, en het is zelfs wat gênant maar ik ga ze toch hier overschrijven want het dekt wel de lading. Het geeft aan dat ik al lang gedichtjes schrijf en ook dat ik al lang met de natuur bezig ben. De meeste gedichtjes gaan trouwens over mijn zwangerschappen en baby’s (straks zijn wij een gezin, maar toch ben ik nu nog blij met jou hier binnenin…)
Maar goed de bloedstollende bloemenverhalen…
Het gebeurde op weg naar Delft
Vorige week
Niets vermoedend reed ik erlangs
Registreerde het wel
Maar reageerde niet
Opeens drong het tot mij door
Het zal toch niet….STOP
TERUGZou ’t waar zijn?
En ja hoor
Mijn hart springt op;
Het eerste speenkruid….
Speenkruid dus, het zal zeer binnenkort als eerste bloeiende plantjes tevoorschijn komen. Als je het plantje uitgraaft zie je aan de worteltjes allemaal speenvormige knolletjes. Dat is voedsel waardoor ze al zo vroeg kunnen bloeien want als je het alleen van de zon moet hebben, lukt dat niet zo vroeg.
De tweede die ook gelijk met speenkruid bloeit en soms nog eerder, is het klein hoefblad. Wij woonden tot mijn negende jaar in Rotterdam op de Slinge in een flat en wat was het geweldig dat we in een nieuwbouwwijk terecht kwamen aan de polder. Ik kon mijn geluk niet op. Hutten bouwen, struinen, slootje springen, het was een groot feest. Op een dag kwamen er allemaal spruitjes door de klei, ik had dat nog nooit gezien. Mijn buurvrouw wist dat dat Klein hoefblad was. Wacht maar over een weekje komen er gele bloemetjes. En dat was ook zo. En weer later de hoefvormige blaadjes. Nog steeds word ik erg blij van het eerste Klein hoefblad. De naam Klein hoefblad impliceert dat er ook Groot hoefblad bestaat en dat is ook zo.
Al lijken groot en klein hoefblad op het eerste gezicht niet op elkaar, als je goed kijkt juist heel erg! Allebei bloeien ze voordat de bladeren komen, de bladeren hebben dezelfde hoefachtige vorm. Houden van natte voeten. De bloemkleur is verschillend want groothoefblad is lila, maar de bloemvorm niet. Klein hoefblad heeft een bloem per steeltje en groot hoefblad een hele tros.
Ook van groothoefblad word ik blij. Gelukkig zijn de eenvoudigen van geest, want blij worden van dit soort gewone dingen is iets om te koesteren, ik word al heel lang blij van bloemen want dit stukje stond ook in de bloedstollende bloemenverhalen.
Muskuskruid en Bingelkruid, jullie hoeven deze namen niet te onthouden, de kans dat je deze tegen komt en dan ook nog bewust ziet is klein want ze zijn groen en onaanzienlijk maar voor een botanicus een klein feestje.
Je weet het
Wat er ook om je heen gebeurt.
Dat is je zekerheid:
Muskuskruid en overblijvend bingelkruid
Het bovenste bos bij Epen
Rechts van het eerste zandpad
Je weet het
Doelbewust loop je erop afHOERA
Het staat er!
Deze stond er ook in, en geeft een beetje weer waar de bloedstollende titel vandaan komt.
Bijenorchis….
Het was warm
Het was Frankrijk
Een gonzend, fladderend bloemenveld
Mijn ogen drinken de bloemenpracht in
Eerbiedig word ik altijd
En loop op mijn tenen
M’n hart stokt
Ik slaak een GIL…
Bijenorchis….
En wat nu zo leuk is, je hoeft helemaal niet naar Zuid Frankrijk voor de bijenorchis, hij is te vinden in de maand juni aan de overkant op de landtong van Rozenburg. En het zinkviooltje waar het Geuldal zo om bekend stond staat massaal bij de afvalverwerking van Rozenburg, waar de zink neerslaat vlak naast de fabriek.
Het is er allemaal maar je moet het weten, en je moet het zien. Ik sluit af met een gedichtje wat voor zichzelf spreekt.
Vrijerijtje
Een vrijerijtje op een alpenweitje
Tussen orchidee en gentiaan
Maar dat zagen zij niet staan
Hij zag alleen haar ogen als viooltjes zo blauw
En zij dacht alleen: ik hou van jou…
Jaren later terug op die plek
Dachten zij beiden “verrek”
Hoe kan ’t toch dat ons toen is ontgaan
Dat hier zoveel mooie bloempjes staan….
Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
⊗——het einde ——⊗
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 241 lezers
Ontdek meer van MAASSLUIS.NU
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
2 Reacties
Hoi Aad. Mijn moeder heette HELma woonde in HELlevoetsluis en haar achternaam was HELlebrand. Toch was ze de liefste vrouw van de hele wereld en zit ze nu beslist niet in de hel. Dus zo zie je maar weer. Whatsappje in a name…
Hoeveel moet ik nog schrijven dat je een madeliefje ziet?
“Bloedstollende Variant”
Sorry Carla, als ik jou naam zie moet ik altijd denken,
ondanks jouw mooie verhalen over bloem en plant.
Aan de Berenklauw die brandwonden veroorzaakt,
zou dat soms komen door de naam Hellebrand!