Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Ik zit nog wel eens “in gesprek” met de radio en de tv als het gaat over polarisatie of als ik hoor dat ze weer eens geen fatsoenlijke gesprek voeren. Ko zegt dan: “Ach meid, laat ze toch kletsen. Het meeste is onzin.” Ik vind het moeilijk om daarover mijn mond te houden. Ko gaf mij daarom het advies om een column erover te schrijven.
Mijn opa zei het al als we het hadden over kritiek op zaken die in ons land niet goed gaan: Een grote mond, maar een klein hartje. Veel mensen hebben een grote mond en verkondigen ongefundeerd een standpunt. Als je ze op de man afvraagt om nadere toelichting, zwijgen zij of krijg je geen zinnig antwoord. Hij had gelijk en ik zag en zie het vaak gebeuren.
Tegenwoordig is het helemaal erg omdat men zich heeft aangeleerd om als een kip zonder kop te reageren terwijl een ander nog niet eens is uitgesproken. Los van het gegeven dat het vrij onbeleefd is, getuigt het niet bepaald van onbevooroordeeld luisteren.
Hoe komt dat toch? Ik vind dat het verkeerde voorbeeld vaak gegeven wordt op radio en televisie. In interviews en debatten onderbreken de sprekers elkaar voortdurend. En niemand die er iets aan doet. Zelfs gesprekken met MP Rutte en debatten in de Tweede Kamer zijn geen haar beter. Kortom als zij zo doen, geeft dat aanleiding tot navolging.
Mijn oma zei het al: Zoals de ouden zongen, piepen de jongen.
Dat betekent in dit geval dat we hetzelfde doen als onze maatschappelijke voorbeelden.
De reclamespot van SIRE over polarisatie zette mij aan het denken. Hij komt vaak voorbij en je ziet voorbeelden waarin twee getekende personen alleen maar naar elkaar roepen zonder te luisteren. En toen bedacht ik dat dit nu precies is wat je niet moet doen als overheid.
Die overheid verkondigt deze boodschap “Verlies elkaar niet als polarisatie dichtbij komt. Voorkom dit. Ontdek wat jij kunt doen. Ben je een discussie aan het winnen of elkaar aan het verliezen? Verlies elkaar niet. Parkeer het onderwerp.”
Zij doen zelf het tegenoverstelde in de praktijk. Behalve ‘onderwerpen parkeren’. Dát kunnen ze als de beste. Uitstellen en voor zich uit schuiven. En het wordt klakkeloos geaccepteerd ook nog.
Waarom ik specifiek naar de politiek kijk? Omdat politici elke dag veel op radio en tv zijn. Daar zouden zij een rolmodel moeten zijn voor ons. Echter… zij praten nooit mét een interviewer, zij verkopen hun eigen praatje. Een helder en onweerlegbaar correct antwoord op de gestelde vraag wordt angstvallig gemeden. De interviewer laat zich in de luren leggen en haalt in feite bakzeil. Het nadelige van dit dagelijkse slechte voorbeeld is dat meer mensen op tv dat doen: ze spreken in wollige taal, houden zich op de vlakte óf beginnen doodgewoon over iets heel anders.
Het verborgen effect is dat steeds meer mensen om ons heen ook ongemerkt dit gedrag kopiëren. En zo praten we niet meer met elkaar. Hoogstens tégen elkaar of volledig lángs elkaar heen. Luisteren is niet meer van toepassing.
Voeg daar nog bij de baarlijke kulkoek die politici uitkramen als het gaat over het oplossen van problemen met asielzoekers, toeslagenaffaire, Groningen of het stikstofprobleem. En dan lees ik vandaag over het opstappen van 4 Tweede Kamerleden die een “baan elders” hebben aanvaard. Dan vraag ik mij weer af hoe gemotiveerd deze jobhoppers waren. Ook in onze lokale politiek zijn er al twee opgestapt. Ik snap dat echt niet.
Dreigt mijn vader toch gelijk te krijgen. Hij zei altijd: Politici zitten op het pluche voor het eigen belang en de macht, niet voor de achterban.
Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
⊗——het einde ——⊗
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 233 lezers
/s
1 Reactie
Marcel Thomassen.
IK BEN DE KONING EN JIJ BENT DE DAAN,
IK HEB GELD ALS WATER EN JIJ BENT DE KRAAN.