Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.

In januari 2018 bood onze destijds hooggewaardeerde en veel gelezen columnist twee columns aan. Wij mochten er toen slechts één plaatsen: over verjonging van de raad. De ander moest bewaard blijven tot de GR2022 vier jaar later. Nu dus en deze gaat over véél meer vrouwen in de raad. De twee columns verschillen onderling qua inhoud niet eens zoveel.
Redactie
januari 2018 – De redactie weet mij weer te vinden. “Jij hebt een heldere kijk op de lokale politiek”, zo sprak de eindredacteur, “Er is deze week een plekje vrij dus ga je gang nu nog niemand iets vindt van de mooie verhalen rond de gemeenteraadsverkiezingen.” Ik richt mij voor GR2018 op de jeugd en speculeer voor GR2022 dat er meer vrouwen de raad in moeten. Dat zult u dan wel in 2022 lezen. Hoop ik.
Wat doet de raad?
Ik ga qua belangstelling voor de raad terug naar het jaar 2002. Toen is het duaal stelsel ingevoerd. Vanaf toen kreeg de raad een controlerende rol. Strikt genomen een “hullie tegen zullie”.
Dat houdt in de praktijk in:
- wethouders zijn niet langer tegelijkertijd lid van de raad,
- wethouders hoeven niet meer eerst tot raadslid gekozen te worden. Het idee is dat men zodoende meer capabele bestuurders aan kan trekken,
- de raad zal niet langer meebesturen maar moet het bestuur veel meer gaan controleren,
- Een bijkomend controle-instrument is de instelling van gemeentelijke rekenkamers.
We nemen het mee
Wethouders doen dus hun eigen ding tezamen met het ambtenarenapparaat. De raad dient te worden geïnformeerd en controleert op de gang van zaken in hoofdlijnen. Soms ook teveel op details naar mijn smaak. Na kritische vragen uit de raad is een veel gehoorde uitspraak bij monde van wethouders: “Dat nemen we mee”. Ik heb de sterke indruk dat de controle op nakoming van die belofte er vaak bij inschiet. En dan komen er na afloop van projecten of boekjaren weer kritische vragen in de categorie als het kalf verdronken is, dempt men de put. Vervolgens volgt er een stevig, maar über correct debat en wordt beterschap beloofd. De raad en de wethouders beschouwen de kritiek dan als lessons learned maar doen er vervolgens bar weinig mee. Dezelfde onvolkomenheden (lees fouten) worden gewoon een paar jaar later weer gemaakt.
Er is dus controle, maar … uit de grote hoeveelheid vragen die er regelmatig worden gesteld, kan ik maar één conclusie trekken: er is weinig vertrouwen. Alhoewel het natuurlijk ook gallery play kan zijn: wij stellen veel vragen, wij zijn goed bezig. De burgemeester heeft zelf een concrete semi-kritische opmerking daarover gemaakt in zijn nieuwjaarstoespraak van 2018!
Ons dorp
Veel principiëler is de vraag of het grote aantal partijen in ons dorp (dat zich stad noemt) wel bijdraagt tot een gezond politiek klimaat. Zot in mijn ogen: tien partijen die met slechts één eigen stokpaardje (een schijn eigen thema) daadwerkelijk van elkaar zijn te onderscheiden. Is dat stokpaardje toevallig heel actueel en spreekt het u als kiezer aan, stem dan vooral op die partij. Duidelijker wordt het onderscheid niet.
Elke vier jaar weer
De Christen Unie lijkt als enige niet veel te veranderen, maar zij geven met hun verkiezingsleus wel precies aan waarover het in Maassluis steeds weer gaat tussen al die fracties: “vertrouwen, verbinden en samenwerken”. Dat is wat alle partijen elke vier jaar weer roepen tijdens de verkiezingen. Het is met de voorliggende column koffiedik kijken voor 2022 , maar ik verwacht dan meer van hetzelfde.
Nieuwkomers
In 2018 proberen drie nieuwkomers aan de bak te komen. GroenLinks, Forza! en Forum voor Maassluis. Ik geef alle drie weinig kans, maar de toekomst zal het leren. Wie weet in 2022 nog weer nieuwe partijen?
Lokalen en Apparatsjiks
Maassluis Belang en VSP zijn lokale partijen die zich los van landelijk gedoe kunnen profileren. Maar eerlijkheidshalve: veel van hun kandidaten zijn voormalige VVD, D66, PvdA en CDA adepten. Die lokale partijen worden niet kort gehouden – zoals de PvdA – door landelijke apparatsjiks. Die laatste partij krijgt het de komende tijd vast moeilijker.
De VVD en CDA hebben fracties die zich alleen manifesteren rond de verkiezingen en hun wethouders mijden veelal publiciteit in tegenstelling tot de rood-gesjaalde wethouder voor bouwen.
Kies voor de toekomst
Het is dit jaar (we schrijven 2018) tijd voor de jeugd – die de toekomst heeft. De jeugd moet mede bepalen wat er in Maassluis gebeurt. Als mijn gevoel mij niet heeft bedrogen, is het in 2022 tijd (lezen jullie inderdaad deze column in 2022?) om veel meer vrouwen de raad in te stemmen.
Mijn stemadvies is dan ook:
Stem op een vrouw van de partij van jouw voorkeur.
Was je tot nu toe niet van plan om te gaan stemmen? Ga om die reden wél stemmen!
Kies een vrouw. Dan wordt het misschien eindelijk leuk en realistisch in de raad. Ik hoop voor jullie dat jullie tegen die tijd – in 2022 – ook weer een vrouwelijke burgemeester hebben.
Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
⊗——het einde ——⊗
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 240 lezers