Hij is bruin verbrand. Zou hij naar het zuiden geweest zijn? Vast een vakantieganger. De cappuccino smaakt goed en ik wil mij net weer verdiepen in mijn krant als hij aanschuift aan mijn stamtafel. “En dat noemen ze dan vakantie, meneer. Drie weken op vakantie leek best aantrekkelijk, maar het werden er twee.”
Ik beschouw deze openingszin als een hint om hem uit te nodigen meer te vertellen: “U maakt mij nieuwsgierig! Vertel eens wat meer.” Hij steekt van wal.
“Mijn vrouw en ik kregen de mogelijkheid op een camping gebruik te maken van de faciliteiten van een familielid die er een seizoenplaats heeft. Twee weken lang warm weer en geen zuchtje wind. We zaten apathisch voor de tent. Een afgesloten veld met buiten de tent dertig vierkante ruimte om je te bewegen. Maar je bent gek als je dat doet met die warmte. Voor mij is alles te veel zodra het 25 graden of meer is. U begrijpt dat ik geen teen heb bewogen. Nou ja dat is een beetje overdreven. Ik moest op pad om de hond ’s ochtends zijn behoefte te laten doen buiten het terrein en tegen middernacht ook natuurlijk. De hond en ik werden dan ‘gelucht’, zeg maar”.
“Denk nu niet dat het een pleziertje is. Toon Hermans zei het al: Het hele jaar krom liggen, om daarna twee weken krom te liggen in een tent. En elke dag begon al met het dilemma: in de emmer of naar de gemeenschappelijke toiletten? Nu is mijn ochtendstraal zo krachtig dat ik daar de buren die nog op een oor lagen in hun caravan ruw wakker zou hebben gemaakt, dus dan maar gelijk de was- en scheerattributen mee. En natuurlijk niet vergeten het toiletpapier, want je weet als je het vergeet….”
“Ik heb een bloedhekel aan al die lui die met zo’n rol onder de arm aan iedereen zo nodig moeten laten weten dat zij een bruine trui gaan breien. Voor mij komt het betere vouw- en verbergwerk eraan te pas. Na de toiletronde wil ik mij graag goed scheren en wassen met warm water, maar ja dan moet je voor dat warme water betalen en geheid dat ik geen 20 cent op zak had. Dat zit nu eenmaal niet in mijn systeem.”
Ik vraag hem of hij wel andere mensen gesproken heeft.
“Jazeker elke ochtend na het ontbijt verliet ik de dertig vierkante meter want ik moest onze kleindochter – die al die tijd bij ons was – naar de ochtendclub brengen en daar zit altijd wel iemand die een gesprek aanknoopt. Dat hield ik kort, want vrouwlief zat reeds klaar voor de tent met de koffie. Daarna snel weer die kleine ophalen en tijd voor brunch. Zodra dat gedaan was, vloog die kleine er vandoor naar speeltuin of vriendjes en zaten wij weer de hele middag vastgepind op onze dertig vierkante meter.”
Ik reageer met: “Was dat dan niet benauwend, de hele dag op elkaars lip?”
“Echt wel! Bij tijd en wijle was het flink kibbelen, maar ja dat kunnen wij als de beste. Natuurlijk gingen we een enkele keer op pad, want er moesten inkopen gedaan worden. Dat viel bij junior in de categorie ‘saai”. Geef haar eens ongelijk. Ik heb zelf ook niks met boodschappen doen. Gelukkig moesten we na twee weken al weer huiswaarts voor een familiaire aangelegenheid waar we niet onderuit konden. We zijn niet meer teruggegaan. Achteraf maar goed ook, want daarna heeft het vier dagen gehoosd. Het leek wel een zondvloed. Dus die hebben we gemist!”
“Alhoewel… we zijn zaterdagavond naar het filmfestival gegaan en bekeken de film Noach. Dat was me nog eens een bak water! Maar ja die gast had iets meer dan dertig vierkante meter om zich te bewegen.”
Ik bedank hem voor zijn verhaal, reken af en verlaat het grandcafé. Terwijl ik richting de Wip loop, denk ik aan zijn woorden.
Dertig vierkante meter. Dat is bijna een gevangenis.
2 Reacties
Als De Mannen Zittend Stralen,
Hoeven Vrouwen Niet Te Balen.
”WELSTAND”
Stralend Door Het Westland Fietsen,
Dat Laat Je Toch Niet Afbietsen!!!!!!
Wat Je Ver Haalt,
is niet altijd lekker.
Zet Fiets ’s Avonds,
Aan De Stekker!!!!