Vorige week haalde ik op deze plek het verschil aan tussen mannen- en vrouwenhersens zonder me er van bewust te zijn dat het brein deze weken ook centraal staat bij DWDD University. De met gepaste grijze baard getooide professor Erik Scherder doet daar in 3 colleges van 45 minuten enthousiast uit de doeken hoe complex dit centrale deel van het lichaam functioneert. Of niet.
Donderdagavond was deel twee te zien en tot mijn verbazing toonde zelfs mijn dochter van 8 (bijna 9 bedoel ik …) interesse in het onderwerp, terwijl ze tegelijkertijd verdiept zat in haar nintendo.
‘Dus eigenlijk geeft mijn hoofd een hand?’
was haar commentaar na de uitleg van de prof dat er meerdere gebieden van het brein samen moeten werken om op gepaste wijze een hand te geven.
Het getoonde ‘echte’ brein uit een lab trok nog meer aandacht daar ze altijd van mening was geweest dat die hersenen net zo steenhard waren als de omhullende steenharde beschermende schedel, en nu daarentegen een kwetsbare vrucht zag met een wirwar van draden aan het oppervlak.
De nintendo dolf qua aandacht pas echt het onderspit bij de bijna negenjarige, toen een man in beeld kwam die leed aan een zogenaamd neglect (verwaarlozing). Door een infarct in de rechterkant van zijn hersenhelft was deze man niet meer in staat om de linkerkant waar te nemen. Sterker nog, hij was zich er totaal niet bewust van. Wanneer hem gevraagd werd een klok te tekenen beperkte hij zich tot het rechterdeel van de wijzerplaat met de cijfers 12 en 1 tot en met 6 en zijn voorgeschotelde bord met eten liet hij voor de helft totaal onaangeroerd. Als meelevende televisiekijker zou je het bord graag een halfslag willen draaien zodat de beste man aan zijn tweede helft kon gaan beginnen want zelf zou hij dus nooit op dat idee komen.
Het deed mij afvragen of er ook een ‘derde helft’ bestaat. Even los van het volledig ingeburgerde begrip dat deze term al heeft verworven in de voetbalwereld.
Zouden er geen opperwezens kunnen bestaan die ons aardse gedrag meewarig gadeslaan en zich afvragen waarom we ons beperken tot de drie dimensies lengte, breedte en hoogte en bijvoorbeeld niet even terug in de tijd gaan om het ongeluk dat ons net overkomen is teniet te doen en vervolgens de betere weg in te slaan?
Dat het waanzinnig complexe brein waanzinnig veel beperkingen kent blijkt ook uit de onbetrouwbaarheid van ooggetuigenverslagen of uit de herinneringen die naarmate de tijd vordert steeds meer van de werkelijkheid afdwalen. Zelf ervaar ik dat bijvoorbeeld als ik een oud vakantieverslag teruglees en vrij zeker weet dat wat daar op papier staat valsheid in geschrifte is.
Rest slechts 1 conclusie: het brein komt het best tot zijn recht als het zich concentreert op 1 onderwerp.
Dat weten mannen dus al lang :-).
1 Reactie
GEBRUIK TOCH JE HERSENS!