In dit jubileumjaar is het uiteraard regelmatig ter sprake gekomen: de ‘burenruzie’ die 400 jaar geleden leidde tot de scheiding tussen de vissers uit Maassluis en de boeren uit Maasland. Beide beroepsgroepen komen er inmiddels nauwelijks meer voor, maar daarmee is de animositeit tussen de bewoners van de twee plaatsen zeker niet verdwenen.

Als geboren Maassluiser, getogen Maaslander en teruggekeerde Maassluiser verkeer ik in een soort van gespleten toestand, waarbij ik noch partij voor de slakken noch voor de spreeuwen wil trekken.

In de tijd dat ik nog in het dorp woonde verwierf ik rond mijn twintigste, met dank aan een aantal Maassluise vrienden, de bijnaam ‘de Maaslander’, waarvan ik me vaak heb afgevraagd of dat nu een waardeoordeel was of slechts een nuttige onderscheiding betekende van de anderen in de groep. Zoals het vaak gaat met bijnamen werd deze in de loop van de tijd ingekort tot ‘Maas’, wat het gewenste onderscheid feitelijk teniet deed doch geen verwarring meer schiep, omdat ik reeds verkleefd was met mijn bijnaam. ‘Maas’ wordt nog steeds gebezigd door genoemde vrienden, waarvan meerderen sindsdien de tegengestelde verhuisbeweging als ik hebben gemaakt, zodat de inkorting achteraf van een vooruitziende blik heeft getuigd.

Nu ik alweer bijna 25 jaar in Maassluis woon en via onder meer de atletiekvereniging en de school van de kinderen flink geworteld ben in deze stad zou je kunnen vermoeden dat ik me meer -Sluizer dan –Lander zou moeten voelen.

Wat betreft mijn houding ten opzichte van de Dijkpolder is dat ook zo. Waar vroeger in het ouderlijk huis nog schande werd gesproken van het ‘landjepikken’ van de grote buur ten zuiden van de A20, vind ik nu dat dit gebied logischerwijze Maassluis toebehoort. Ook het verongelijkte dat sommige Maaslanders nu vertonen aangaande de veranderde voorrangsregel op het kruispunt bij de Oude Veiling met als gevolg dagelijkse verkeersopstoppingen op de Kerkweg en de Burg. Groot Enzerinksingel deel ik vanzelfsprekend niet.

De kracht van een gelukkige jeugd is echter zodanig dat er vermoedelijk altijd een hechtere band zal blijven bestaan met dit dorp waar nog niet zo lang geleden ruim de helft van de inwoners CDA stemde, hoogbouw achterwege blijft en allochtonen een relatief schaars ‘verschijnsel’ zijn. Achtergebleven gebied dus en tegelijkertijd een heel vertrouwde plek om af en toe terug te keren, zeker op feestdagen als Koning(inne)dag en Sport en Spel. Op een of andere manier vind ik het bovendien ook buitengewoon geruststellend als ik dertig jaar na mijn afscheid van de plaatselijke voetbalvereniging bij een incidenteel kantinebezoek nog steeds dezelfde sfeer proef en zelfs sommige gezichten op de barkrukken nog meen te herkennen.

Neemt niet weg dat ik ook verheugd ben wanneer ik een paar uur later weer uit deze tijdmachine kan stappen…

08/11/2014

Ron v/d Berg

Ron v/d Berg

Zaterdagcolumnist (per 2016: 1x per 2 weken | ICT Beheerder | AVW atleet en vader van 3 dochters. Zie ook www.ronb1965.nl.

4 Reacties

  1. 10 november 2014 at 12:39

    Mooi beschreven Ron! Als relatief ‘buitenstaander’ (woonachtig noch geboren en getogen in één van de twee plaatsen) bekijk ik dit soort verdeeldheid altijd met een geamuseerde blik.

  2. 9 november 2014 at 21:45

    Dank je Nel, die tijd vliegt inderdaad; kan me nog helder herinneren hoe Ad eens boos naar buiten kwam rennen en me de les las omdat ik de kortste weg nam naar onze achtertuin over jullie terrein. Dat maakt indruk op blonde jongetjes 🙂
    Waar je mee omgaat word je blijkbaar echt mee besmet Irma… Overigens zijn er vele overlopers in Maassluis en Maasland!

  3. 8 november 2014 at 13:51

    Mooi Ron, een feest der herkenning, want ook ik ben geboren Maassluise en getogen Maaslandse, met dat verschil dat ik nooit meer in die tijdmachine gestapt ben om definitief terug te keren. Daarom sta ik natuurlijk bij bepaalde vraagstukken aan de kant van de Maaslanders!

  4. Nelly Kettenis-Broekman
    8 november 2014 at 13:29

    Leuke ode aan je “oude dorp” van deze “gespleten persoonlijkheid” (niet al niet letterlijk nemen….)
    Ik verwonder me iedere keer weer over je originele schrijfstijl en verbaas me dan over de snelheid van de tijd die vervloog nadat ik ooit op dat kleine, blonde jongetje op zijn driewieler mocht passen.
    Ga zo door, Ron, ik lees je graag!
    Hartelijke groet,
    “tante Nel”.