‘Wie is er niet groot mee geworden?’ Mede dankzij de reclamespotjes met Petje Pitamientje en Evert van Benthem is pindakaas uitgegroeid tot een ijzersterk merk, dat in vrijwel alle Nederlandse huishoudens standaard tot het brede assortiment van broodbeleg behoort.
Het is waarschijnlijk ook het broodbeleg dat de meest uiteenlopende emoties oproept. Meestal wordt al vroeg na de geboorte duidelijk of iemand een potentiële grootverbruiker gaat worden of juist een onomkeerbare afkeer ontwikkelt. Alsof er een specifiek pindakaasgen in onze chromosomen is gehuisvest waarmee de sym- of antipathie direct is vastgelegd.
Om schrijnende vruchteloze zoekacties door buitenlandse supermarktschappen te voorkomen gaan de grootste sympathisanten zelfs niet op vakantie zonder 1 of meer potten mee te nemen, terwijl de haters alleen al bij de (adem)geur braakneigingen vertonen.
In ons huishouden is ook sprake van deze verdeeldheid, al kan geconstateerd worden dat, net als het bruine ogengen, het pindakaasgen enorm dominant is. Vier serieuze liefhebbers aan tafel dus, met als gevolg dat een pot van 650 gram in (veel) minder dan een maand over tientallen boterhammen is uitgesmeerd. Inclusief twee dozen chocolade en vruchtenhagelslag overigens, waarmee de smeuïge bruine laag rijkelijk wordt versierd. Dus sloeg hier in huis afgelopen week de mail van basisschool de Dijck in als een bom:
In overleg met het team, ouderraad en medezeggenschapsraad is deze week het besluit genomen om niet alleen in de groepen ½ en 7b, maar ook in alle andere groepen van De Dijck het eten van brood met pindakaas niet langer toe te staan. Leerlingen uit deze groepen kunnen immers ook in contact komen met de bewuste kleuter of andere kinderen met een pinda-allergie
In eerste instantie klonk deze verordonnering me als een grap in de oren, maar wanneer je de motivering achter het besluit leest wordt snel duidelijk dat het een serieuze aangelegenheid is. Betreffende kinderen kunnen immers in een shock raken wanneer ze in aanraking komen met pindasporen.
Toch vind ik de maatregel nogal verstrekkend. Een pindaverbod in de eigen klas en zeker in de onderbouw begrijp ik, maar om het dan ook meteen maar ‘schoolbreed’ door te voeren? Hoe ver kan en wil je gaan met het uitbannen van risico’s? Lijkt mij dat kinderen met willekeurig welke allergie er juist baat bij hebben als ze leren hoe ze die gevaarlijke situaties moeten mijden.
Letterlijk voer voor discussie dus die pindakaas.
Mijn jongste dochter maakte gisteravond dankbaar gebruik van de nieuwe situatie toen ik haar bestraffend toesprak over de hoeveelheid achtergebleven hagelslag in haar brooddoos:
Ja pap, dat komt omdat er geen pindakaas meer op het brood mag!
07/02/2015
2 Reacties
Dat,wordt dus voortaan alleen in het weekend pindakaas…
En woensdagmiddag Irma 🙂