MAASSLUIS | Naar aanleiding van een verzoek van Leefbaar Maessluys heeft de burgemeester tijdens de begrotingsbehandeling 2024 toegezegd de raad te informeren over de (on)mogelijkheden om bij (vuurwerk)vandalisme een extra financiële boete op te leggen, bovenop de bestaande schadevergoedingen.
![Banner LM](https://www.maassluis.nu/wp-content/uploads/Banner-FvM.jpg)
De burgemeester heeft de vraag beontwoord:
- Met vandalisme wordt het strafbare feit ‘vernieling beschadiging van objecten’ bedoeld in de zin van artikel 350 van het Wetboek van Strafrecht.
- Dit betreft formele landelijke wetgeving, waarbij lagere wetgeving nooit een zwaardere strafbedreiging kan kennen, of extra financiële boetes kan eisen, als het om dezelfde gedraging gaat.
- Bij formele landelijke wetgeving geldt de hogere wetgeving en is bijvoorbeeld een artikel in de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) onverbindend.
- Een aanvullende boete of progressieve boete is dus niet mogelijk.
De straf voor vernieling of beschadiging die vermeld staat in het Wetboek van Strafrecht is een gevangenisstraf van max. 2 jaar. In de praktijk wordt deze maximum straf eigenlijk nooit opgelegd, vaak wordt er een taakstraf of een geldboete opgelegd. Deze geldboete hangt af van de schade die is ontstaan.
Wanneer de dader bekend is en meerderjarig dan kan de schade worden verhaald op de dader. Bij minderjarige daders kan de schade worden verhaald op de aansprakelijkheidsverzekering of de ouders.
Bij schade aan gemeentelijke objecten wordt altijd aangifte gedaan en, indien een dader bekend is, altijd schade verhaald.
Daarnaast kan de burgemeester op grond van artikel 2.1b van de APV een wijkverbod opleggen bij constatering van vernieling.