column nr 3
Sinds twee jaar ben ik lid van het gospelkoor Happy Days. Ik ga niet naar de kerk, maar dat is niet erg. Het is gewoon heerlijke muziek die vaak op meerdere manieren uit te leggen is. Eerst stond ik achteraan. Ik wilde niet meteen laten merken dat ik niet kan zingen. Van lieverlede ben ik wel naar voren geschoven.
Het is toch een stuk handiger als je de dirigent kan zien. Dan weet je tenminste wanneer je moet beginnen en wanneer het weer ophoudt!
En je leert er zoveel mensen kennen. We hebben “bedrijfsuitjes”.
Ergens met z’n allen uit eten, een avondje varen enz.
We treden vaak op in de regio. Dan kom je nog eens ergens, Maasland, Zoetermeer, Kethel. Meestal in kerken.
Laatst hebben we opgetreden in het Theater De Koningshof bij de top 2000 kerkdienst. Na afloop hoorde ik in de wandelgangen iemand zeggen: Wat leuk, dat die oude mensen nog zo lekker kunnen swingen!
Natuurlijk studeren we regelmatig nieuwe liederen in. Omdat niet iedereen notenschrift kan lezen, moet de dirigent Benson Walch elk riedeltje van elke partij voorzingen.
Deze keer zetten wij onze tanden in Agnus Dei. Alleluia! Eerst een paar riedeltjes voor de sopranen, dan voor de mannen en als laatsten voor de alten. Wij, de alten dus, hebben mee kunnen luisteren en ons geestelijk voor kunnen bereiden. Nou, dat gaat wat worden. Het lijkt nergens op.
Benson stelt voor dat we afzonderlijk oefenen. De sopranen en de mannen gaan met Benson mee en wij repeteren verder met Niels, de toetsenist. Na de pauze komen we weer samen. We zijn toch erg onzeker of dat ooit nog ergens op gaat lijken.
Het moment dat we het lied tijdens een kerkdienst gaan zingen komt steeds dichterbij.
Benson spreekt ons moed in: – We zijn een amateurkoor. Er zal vast wel iets fout gaan. Als we maar genieten, dat scheelt al een stuk.
We komen aan in de kerk: consternatie alom! Er is een verhoging met een aantal treden en op die verhoging staan stoelen. Veel te weinig voor het hele koor.
Een aantal kunnen gaan zitten, de anderen moeten maar op de treden er voor gaan staan. Hoe kan dat nou? Moeten die dan de hele dienst blijven staan?
– Nou, als jij nou hier gaat zitten, dan ga ik daar wel staan. – Ik sta daar nooit. – Ik sta altijd naast haar!
-Blah blah blah, kwetter kwetter kwetter enz.
Benson zegt: -De mannen moeten vooraan.
De mannen vooraan? Hoe kan dat nou? Die zijn lang en dan kan je de dirigent niet meer zien.
Patricia vanuit de achterhoede: – Nu kan ik helemaal niks meer zien!
Benson: – Jij bent solist, dus kom jij maar vast vooraan staan.
– Waar zijn de muziekstandaards? – Die zijn niet meegekomen!
Ojee. Zelf sta ik pal achter het doopvont. Ik weet wel waar ik mijn muziekmap ga leggen.
De teamcaptain grijpt in!
– Jij, jij en jij gaan zitten en de anderen gaan op de banken van de eerste rij zitten. Als we gaan zingen sluiten we gewoon aan.
Mooi! Dat is opgelost.
We gaan inzingen: aaa-eee-iiii-ooo-uuu!
Benson zegt:- Ik hoor 45 mensen maar geen koor. Laten we eens proberen om allemaal tegelijkertijd op mijn teken te beginnen!
– Okay.
– Goed, zegt Benson, – Nu nog dezelfde toon.
Zo rommelen we het inzingen door.
De dienst gaat beginnen, we zitten keurig op onze stoelen en banken. Eerst brengen we een paar stukken die we al vaker uitgevoerd hebben en dan komt Agnus Dei.
We doen ons stinkende best. We voelen dat het goed gaat. Als het klaar is kijkt Benson blij en knikt vriendelijk naar ons!
Aan het eind van de dienst wordt er voor ons geapplaudisseerd.
Mensen komen naar ons toe:
– Wat zijn jullie goed! Vooral als jullie meerstemmig gaan zingen!
– En die mannen, die kunnen er ook wat van hoor!
En wij?
Wij zijn in de Gloria.
Alleluia!
1 Reactie
” ’n Lekker-Bek(k)ie?”
Ga Op Een (K)oor…..,
Laat Je Bek-(H)oren!