Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist - mogelijk tussen de regels door -  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia


column nr: 71

Alles heeft twee kanten. De burgemeester blijft, dat bracht me ertoe eens terug te blikken. Men houdt zich bezig met korte termijn, op lange termijn is uit de gratie, zowel bij effecten van vaccinatie, als ook in de politiek.

Drugsdealers in de Verto
Ruim een jaar zijn diverse bewoners van de Verto I bezig geweest de gemeente en de politie te bewegen wat te doen aan het drugs dealen in deze wijk. De antwoorden die men kreeg, waren van o.a. Handhaving en Toezicht “Daarvoor zijn wij niet bevoegd”. Dat kan zo zijn, maar is de klacht doorgespeeld aan diegenen die wel bevoegd zijn op te treden? En wat hebben die ermee gedaan? Vorenstaande schreef ik in november 2016 al eens: ”Of het nu om Brussel gaat of het lokale gemeentehuis, burgers vragen zich steeds vaker af wat het leven, geluk, veiligheid van hen -de plichtsgetrouwe belastingbetalende burger- nog waard is in de ogen van de overheid .” Zie de column “lange tenen, korte lontjes‘).

En zo kan ik nog wel even doorgaan, groenonderhoud, veiligheid, woongenot, cohesie in de wijk. De vrijwilligers, o.a. bewonerscommissies krijgen veel “toegeschoven” wat in feite de taak van profs is. Maar er is geen medewerking als je Maasdelta of gemeente vraagt te luisteren en wat te doen aan onze zorgen en waarnemingen. Het is een landelijke epidemie gebleken.

In 2017 en nu nog steeds overbelaste zorgmedewerkers. Nog steeds een geldverslindende WMO. Het zijn de patiënten en hulpverleners op de werkvloer die de dupe worden. En indirect ook de wijk, de stad!

2021 FollowTheMoney: Vanaf vandaag neemt Jeugdbescherming Brabant geen enkel kind meer aan, ook niet als de rechter het ze opdraagt. De maat is vol, het personeel is overbelast en er is geen andere gecertificeerde instelling die het werk kan overnemen. ‘Angstaanjagend,’ vindt kinderrechter Susanne Tempel de situatie.

Klinkt bekend hé, denk aan het personeel op de IC’s met lock down als lapmiddel.

Maar de hamvraag is natuurlijk WAT GAAN WE ERAAN DOEN, EN DAN MET NAME DE OVERHEID.

Dat een regionale gecertificeerde instelling de deuren dichtgooit, is nog nooit eerder voorgekomen. Die enkele keer dat een landelijke gecertificeerde instelling voor een deel van het land niet genoeg medewerkers had, kon de regionale GI het overnemen. Maar nu zijn zowel in Zeeland als Brabant geen jeugdbeschermers meer beschikbaar om nieuwe ondertoezichtstellingen uit te voeren.

Dan kunnen we als rechters wel ondertoezichtstellingen toewijzen, maar we vinden dat we ook een taak hebben om te monitoren wat er vervolgens gebeurt.’ (Susanne Tempel). Dat zouden gemeenten en woningcorporaties ook moeten doen. Monitoren, controleren.

De afgelopen twee weken heeft Follow the Money de jeugdbescherming onder de loep genomen.

Zij schrijven: In ‘De jeugdbescherming bezwijkt onder de hoge werkdruk’ lichtten we de financiën van de veertien gecertificeerde instellingen door, en beschreven we het immense personeelsverloop in deze sector. ’Ook kwamen jeugdbeschermers zelf aan het woord: zij lopen op hun tandvlees De mentale druk kan niemand van je overnemen het systeem moet anders worden ingericht. We zullen bij het bedenken van een oplossing ook zeker het Rijk betrekken.’

En dat voornamelijk omdat elk jaar het equivalent van 900 fte de jeugdbescherming verlaat: bijna een kwart van het totaal aantal. Dit probleem is ook in overige zorgsector een punt.

Tegen Follow the Money doen jeugdbeschermers van negen verschillende jeugdbeschermingsorganisaties een boekje open over de omstandigheden waaronder zij moeten werken. Vier van hen doen dit onder hun echte naam. De rest durft dat niet. ‘Ik wil graag misstanden bespreekbaar maken,’ zegt er een, ‘maar ik wil ook mijn hypotheek kunnen betalen. Twee uur per week: zoveel tijd mogen ze besteden aan één gezin.’

Meer uren vragen heeft meestal geen zin: ‘De organisatie zit aan het budget, hoor je dan. Misschien volgend jaar,’ zegt Nicky Priem. ‘Meestal is de boodschap: afschalen.’

Gemeenten houden de tarieven het liefst zo laag mogelijk, wat betekent dat jeugdbeschermers meer gezinnen onder hun vleugels krijgen dan verantwoord. 

Onder politieke druk stuurt de jeugdbescherming scherp op de wettelijke termijnen. Het eerste contact met een gezin moet uiterlijk binnen vijf dagen zijn gelegd, een plan van aanpak moet binnen zes weken klaar zijn en vervolghulp binnen drie maanden op gang komen.

“In plaats van mijn caseload te verlichten, probeert de clustermanager me dan een cursus timemanagement aan te smeren”

Zo zitten zorgaanbieders met een gemeentelijk contract vaak al halverwege het jaar aan hun plafond en zijn wachtlijsten van zes tot negen maanden intussen heel gewoon. Jeugdbeschermers ergeren zich groen en geel aan de ‘doorgeslagen’ protocollendrift: ‘We zijn veel tijd kwijt met de boel op papier in orde krijgen. Daardoor is er niet genoeg tijd om naar gezinnen te gaan of om te reflecteren op ons eigen handelen,’

Controle moet. Maar de nadruk ligt te zeer op het goed registreren en te weinig op de inhoud. ‘Dat het goed in de systemen staat, wil niet zeggen dat gezinnen beter geholpen zijn of de juiste hulp krijgen.’ Is dit in Maassluis ook onderzocht? Of heeft Maassluis weer niet meegedaan aan onderzoek van FTM? En waarom?

‘Om te voorkomen dat een kind weer op een wachtlijst belandt, kies je voor halfbakken hulp’

En dat is te merken, ook in Maassluis. Situaties waar je het idee hebt dat er zo maar wat gedaan wordt: we proberen A, niet goed, dan proberen we B. Kom op, het is niet in het belang van het kind als het voor de 3e keer moet veranderen van school lijkt mij. Het kost sowieso veel geld want soms zijn er 7 personen / instanties bezig met 1 kind. Steek de koppen bij elkaar zou je zeggen, zorg voor 1 gezamenlijk plan. De huidige methode zorgt namelijk voor extra overlast/spanning en dat merk je ook in de wijk.

Er is altijd een keuze: je kiest voor geld of voor zorg. Je kiest voor welzijn / gezondheid van burger óf bezuinigen op de zorg. Je kiest voor luisteren naar de burger óf voor partijpolitiek. B&W, hoe zit het ermee?

Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 275 lezers

Bea Scheurwater

Bea Scheurwater

Stelt vragen die tot nadenken | schrijft op VerenOfLood | Columnist 9-2016 t/m 9/2021