door Nico J. Ouwehand

MAASSLUIS | Vijf jaar geleden bracht het jacht ‘Seawolf’ een bezoek aan Maassluis. Wat is er zo bijzonder aan de ‘Seawolf’? Het fraaie schip is de voormalige sleepboot ‘Clyde’, die ooit thuis was in Maassluis. Bovendien is het een zusterschip van de alom bekende ‘Elbe’ die furore maakt vanuit onze haven.

Op donderdag 17 september is de ‘Seawolf’ opnieuw in Maassluis afgemeerd, op de kop van de haven net voor de ‘Elbe’ bijna bij het douanehuisje.

© Nico. J. Ouwehand

Net als de ‘Elbe’ heeft de ‘Seawolf’ een fascinerende geschiedenis. Het schip werd als ‘Clyde’ in 1957 gebouwd in Kinderdijk. Het vaartuig werd ontworpen door twee Maassluise ingenieurs, waarvan Ir. J. Hoogenbosch het leeuwendeel had. In dat jaar 1957 was het schip met op papier 4500 pk de sterkste sleepboot ter wereld. Het vermogen was enigszins overdreven, maar dat was in die tijd om commerciële redenen gebruikelijk. In die tijd lag het werk voor sleepboten voor het oprapen. Met de opkomende olie-industrie op de Noordzee werd bij de bouw rekening gehouden, want men realiseerde zich dat het verslepen van booreilanden niet alleen maar toekomstmuziek was.

Bij de overdracht van de ‘Clyde’ werd onmiddellijk de opdracht gegeven door L. Smit & Co’s Internationale Sleepdienst voor een zusterschip. Dat werd in 1959 de ‘Elbe’. Dat schip moest worden gebouwd voor dezelfde prijs als haar zuster, vandaar dat door de wel enigszins gestegen materiaalprijzen minieme uiterlijk weinig zichtbare veranderingen werden aangebracht.

De ‘Clyde’ bleek een schot in de roos. Er was veel werk voor het schip dat bestond uit het slepen van complete vliegdekschepen naar sloperijen, van de eerste boorplatforms naar uithoeken in de wereld waar olie werd vermoed, in problemen gekomen vrachtvaarders helpen, baggermolens verslepen etc. Niemand vermoedde in die tijd dat de technische ontwikkelingen in een ongekende stroomversnelling terecht zouden komen. In 1963 kwam een nieuwe ‘Zwarte Zee’ van de werf, die dubbel zo sterk was als de tweeling ‘Clyde/Elbe’.

© Nico. J. Ouwehand

Dat schip stak zo diep dat het niet meer in de haven van Maassluis paste. Geleidelijk werd de tweeling technisch ingehaald. In 1975 kreeg de ‘Clyde’ een nieuwe moderne naam: ‘Smit Salvor’ en werd op station gelegd in Curaçao om daar in problemen gekomen schepen te assisteren. Dat bracht niet echt het gewenste resultaat en in 1977 werd het schip naar Griekenland verkocht, waar het de naam ‘Matsas Salvor’ kreeg en de romp geheel wit werd geschilderd. In 1990 werd de sleper verkocht naar een inventieve Duitse zeeman, die haar de naam ‘Seawolfe’ gaf en er klein bergingswerk in het Caraïbische gebied mee deed met een minimale bemanning aan boord.

In de periode 1998-2003 werd het schip verbouwd tot jacht op een werf te Mallorca die onder leiding stond van een Nederlander. Het resultaat is de ‘Seawolf’ een luxueus schip, dat aanvankelijk nog onder andere namen als het toepasselijke ‘Dolce Far Niente’ voer. Als je aan boord gaat is het gewenst dat de schoenen worden uitgetrokken. Het dek blijft dan brandschoon. Er is voortdurend een bemanning aan boord en regelmatig wordt het schip door gezelschappen gecharterd die waar dan ook in de wereld aan boord kunnen stappen.

Het kost wat, maar dan heb je ook wat. De originele motoren staan er nog in. Ze zijn in Nederland gemaakt en dus uiterst betrouwbaar. Onderhoud is nodig en dat gaat volgende maand gebeuren in Harlingen. De mannen van de ‘Elbe’ blijven het wel en wee van hun zusterschip op de voet volgen. De ‘Seawolf’ vertrekt zondagmiddag naar Friesland en maakt wellicht tussentijds nog een klein rondje Noordzee.


 

Hoofd Redactie

Hoofd Redactie

Hoofdredactie van Maassluis.Nu | Verzorgt berichtgeving die niet onder een specifiek redactieteam valt

1 Reactie

  1. Aad Rieken
    18 september 2020 at 10:54

    Gedicht: Clyde-Seawolf, Elbe,
    (The Old Lady’s)

    Geen zee was ze te hoog,
    voor de twee gezusters.
    Werk dat er niet om loog,
    het slepen van de kusters,
    dek bleef niet altijd droog.

    Elbe vond Maassluise ree,
    Clyde ging met Griek in zee.
    ’n Duitser en ’n Canadees,
    “Smits Internationale Wees!”

    Als Salvador, Do.Fa.Ni., Seawolf
    trotseert ze de hoogste golf,
    voor Bonny bleef ze Clyde.
    Ondanks haar nieuwe naam,
    behield zij wereldfaam.

    Seawolf zonder Schaapskleren,
    kwam niet met pek en veren.
    Maar in moderne scheepshuid,
    verwende zuster ijdeltuit.

    Clyde werd ’n sjieke meid,
    Elbe bleef bescheiden.
    Die zag het het veel meer zitten in,
    vrijwillig werkzaamheid,
    met onbeperkte werktijden.

    Clyde is gepimpt met boot-ox,
    waar jacuzzi op dek ontsprong.
    Elbe door zeebonk met koelbox,
    en Dolle Dries hart op de tong.

    Het “Dolce Far Niente”
    staat lijnrecht tegenover,
    haar zusterschip De Elbe,
    “Hard Werken Weinig Cente!”