MAASSLUIS | De Nationale Dodenherdenking 2017 vondt plaats bij het oorlogsmonument in het Prinses Julianaplantsoen. Burgemeester Edo Haan hield daar onderstaande toespraak


Geachte dames en heren, jongens en meisjes,

Op Netflix kunt u sinds kort de veelgeroemde documentaire ‘Five came back’ zien. Deze nieuwe documentaire, met medewerking van onder anderen Steven Spielberg, laat zien hoe de Tweede Wereldoorlog de levens van vijf beroemde Hollywood-regisseurs totaal heeft veranderd. In de jaren twintig en dertig maken ze nog vrolijke films, films die voornamelijk bedoeld zijn om het grote publiek te vermaken. Maar na de Japanse aanval op Pearl Harbor, op 7 december 1941 besluit het vijftal om hun diensten aan het leger, de marine en de luchtmacht te bieden, ieder op hun eigen manier.

Zo richt George Stevens zich op het leger, hij filmt de landing in Normandië op 6 juni 1944 en de bevrijding van Parijs, eind augustus 1944. Vervolgens volgt hij de moeizame opmars door Duitsland, nadat de Geallieerden de Rijn zijn overgestoken. En daar maakt hij de bevrijding mee van concentratiekamp Buchenwald, op 11 april 1945. De beelden die hij daar maak zijn verschrikkelijk: volkomen vermagerde jongens en mannen, met een lege blik in hun ogen. Stapels lijken, de crematoria, een berg half verbrande botten. De overlevenden zijn zo verzwakt dat je nauwelijks blije gezichten ziet hoewel ze net zijn bevrijd. De Amerikanen proberen uit alle macht te redden wat er te redden valt, maar ook na de bevrijding gaat het sterven door. Sommigen zijn zo ziek en verzwakt dat ondanks hulp van het Rode Kruis en Amerikaanse medische hulp ze alsnog sterven. Velen eten zich letterlijk dood, hun lichamen kunnen normaal eten na jaren van stelselmatige en bewuste ondervoeding niet meer aan.

En als je dan die graatmagere mannen ziet staan, starend naar de camera van de Hollywood-regisseur, in hun gestreepte pakken, dan denk ik: misschien staat daar nu wel een Maassluizer tussen, misschien heeft die ene man die zich heeft ingepakt met een deken wel in onze stad gewoond en wachten op datzelfde moment hier in Maassluis zijn vrouw en kinderen op zijn thuiskomst, elke dag biddend. Want in het bevrijde Buchenwald zitten ook Maassluizers, leden van de Geuzen, de eerste verzetsgroep van Nederland.

Een van hen was Cornelis Booster, Cor. Hij zou Maassluis nooit meer zien nadat hij was gearresteerd en later doorgestuurd naar Buchenwald. Op de namenwand van de Maassluise oorlogsslachtoffers kunt u zijn naam vinden: Geboren in Maassluis op 23 oktober 1921, gestorven op 26 juli 1941 in Buchenwald; 19 jaar slechts. Of Arie Bouman, geboren in Maassluis op 12 februari 1914 in Maassluis, gestorven op 6 december 1941 in Buchenwald; 27 jaar. Zijn naam staat vlakbij die van Cor Booster.

En George Stevens filmt door in het bevrijde Buchenwald. Bijvoorbeeld de aankomst van Duitse inwoners van Weimar, die gedwongen door de Amerikanen een toer door het concentratiekamp maken om hen te laten zien wat het Nazi-bewind nu écht inhield. Ze komen lachend en goed doorvoed en goed gekleed het kamp binnen; ze verlaten het kamp huilend, hoofdschuddend en vol schaamte. Enkelen vrouwen vallen flauw.

Die ervaringen in Buchenwald maken van Hollywood-regisseur Stevens een compleet andere man. Weer thuis in de Verenigde Staten veranderen zijn films, ze worden meer persoonlijk en hij besluit later om het dagboek van Anne Frank te verfilmen.

Als die ene dag in Buchenwald Stevens zo compleet heeft veranderd, wat moet de hel van Buchenwald dan hebben betekend voor die Maassluizers die het kamp hebben overleefd en eindelijk weer thuiskwamen? Ik kan me niet voorstellen hoe zij zich moeten hebben gevoeld, wanneer ze na jaren van ontberingen en afschuwelijk lijden weer in onze stad arriveren. Dat ze naar de voordeur lopen en daar weer hun vader en moeder, vrouw en kinderen zien; hoe onwerkelijk moet dat zijn geweest. Weer gewoon schoon drinkwater drinken en normaal te eten krijgen; weer in een gewoon bed liggen met een matras en dekens; de kachel aandoen als het koud is.

Ja, die eerste dag thuis in Maassluis zal ongetwijfeld vol blijdschap en vreugde zijn verlopen. Buren, vrienden en bekenden zullen wel langs zijn geweest met bloemen en kleine cadeautjes. Maar de weken en de jaren daarna? Hoe gaat het daarna met de Maassluise overlevenden van Buchenwald en Dachau en de andere concentratiekampen waar Maassluizers hebben gezeten? De nachtmerries, badend in het zweet gillend wakker worden? De flash-backs: herbeleven hoe je door een kapo om niets helemaal in elkaar wordt geramd? Of de verplichte aanwezigheid bij openbare executies en de angst om door een nekschot of injectiespuit te worden vermoord? Hoe ga je daarmee om? Hoe kún je daarmee omgaan?

Maar de cultuur is in de wederopbouwjaren gesloten. De oorlog? Daar hebben we het niet meer over, we moeten het land opbouwen. Pas jaren later kan het echte verwerken beginnen, maar soms ook nooit. Sommige overlevenden van kampen als Buchenwald, Mauthausen en Dachau hebben nooit, maar dan ook nooit over hun ervaringen verteld. Dat willen ze zichzelf niet aandoen, dat willen ze bovenal hun familie niet aandoen.

En het zou, dames en heren, jongens en meisjes, zo mooi zijn geweest als er na 1945 nooit meer oorlog zou zijn geweest in de wereld. Dat we hier met z’n allen bij het Oorlogsmonument hadden kunnen zeggen: ‘Ja, het was toen verschrikkelijk, maar gelukkig heeft iedereen daarvan geleerd en is er nu overal vrede’. En hoe mooi zou het zijn geweest als er na 1945 geen antisemitisme meer zou bestaan, in een land waar meer dan honderdduizend joden zijn gedeporteerd en vermoord, zoals de Maassluise families Coltof en Van Gelderen?

Maar het is een onweerlegbaar gegeven dat er sinds 1945, waar dan ook ter wereld, wel ergens een oorlog of een conflict is geweest. Ik denk bijvoorbeeld aan voormalig Nederlands-Indië, Nieuw-Guinea, Libanon, de Golfoorlog, het voormalig Joegoslavië en Afghanistan. Maassluise veteranen hebben daar onder zeer moeilijke omstandigheden gediend. En ook na thuiskomst hadden ze het soms zwaar: zeker in de jaren vijftig, zestig, zeventig en tachtig was er van een goede psychische opvang van veteranen nauwelijks sprake.

Het is daarom goed dat we stil blijven staan bij de verschrikkingen van oorlog en dat we de doden blijven herdenken. Dat kan ook de kans vergroten dat oorlogsslachtoffers en veteranen over hun ervaringen gaan praten, en dat is heel belangrijk voor de verwerking.

Ik dank u voor uw aandacht, en ik dank u voor uw komst.

Hoofd Redactie

Hoofd Redactie

Hoofdredactie van Maassluis.Nu | Verzorgt berichtgeving die niet onder een specifiek redactieteam valt

1 Reactie

  1. ton
    5 mei 2017 at 14:49

    Ik heb in mijn jonge jaren bij een timmerbedrijfje gewerkt van wie de eigenaar een groot aantal..jaren (want een dag was al teveel) in Buchenwald heeft gezeten. Ook weer zo,n raar woord voor mensen die opgepakt waren en op transport gingen om te worden afgemaakt..gezeten… Ik was15 jaar, na de Ambachtschool, kon ik bij het timmerbedrijfje terecht als krullenjongen..De sfeer in het werkplaatsje was erg somber voor een jongen op die leeftijd. En dat in 1967..de jaren van Flower Power. Na een tijd begreep ik wat er wat er aan de hand was, het werd me uitgelegd door de ouwere timmerlieden..de baas was in een concentratiekamp geweest in de oorlog. Ik heb het op een stil moment, dat we met zn tweeen waren durven vragen; ”Piet, hoe was dat daar dan?” Ik zag zn blik..hij vertelde me er wat van.. Sindsdien heb ik er vaak bij stil gestaan, niet dat ik toen alles begreep want ik leefde in een compleet andere vrije tijd. Maar nu…als je de verschrikkelijke verhalen om je heen ziet op deze wereld..nu, sta ik er vaak bij stil. En eigenlijk…het is maar een maar uur vliegen hier vandaan.