Omdat de meeste musea doordeweeks alleen tijdens kantoortijden zijn geopend, maken ze amper onderdeel uit van onze levens.

delen zijn een citaat

Kunstverzamelingen zijn van alle tijden. In de middeleeuwen waren het de kerk en ijdele adel die aanzienlijke kunstcollecties aanlegden. Ook rijke handelsreizigers creëerden in de zeventiende en achttiende eeuw collecties van objecten, kunstwerken en ander schoon dat ze uit den vreemde hadden meegenomen. Die stelden ze tentoon in historische wonderkamers of vaak quasi-wetenschappelijk rariteitenkabinetten” Van tijd tot tijd mochten –geselecteerd- gasten die komen bewonderen ter lering,- wonder & vermaak.

© cc diversen

Het hedendaagse museum stamt uit de 19de eeuw

In de 19e eeuw werden de meeste kunstmusea in Nederland opgericht, waaronder ook het Rijksmuseum. Deze musea zijn ontstaan uit de grote privécollecties van industriëlen uit die tijd. Hun verzamelingen vormen de basis voor de vele musea die we nu kennen in Nederland.

Eenmaal aangeschaft, kom je er niet zomaar weer vanaf

De negentiende en twintigste eeuw draaiden om de oprichting van musea en een welig tierende verzamelwoede; inmiddels lijkt het keerpunt bereikt. Overheden mopperen terecht over de uitpuilende depots met gedateerde prullaria, te lage bezoekersaantallen, en amper educatie of een interactie met bezoekers danwel (lokaal) burgerij. En wanneer een (geschonken) kunstwerk c.q. kunstcollectie eenmaal is aangeschaft, kom je er niet zomaar weer vanaf daar zijn dan veel algemene kosten aan verbonden.

Intussen brengen de digitalisering, AI en het web nieuwe mogelijkheden en ideeën over verzamelen en verzamelingen met zich mee. Daar liggen de velen mogelijkheden binnen andere opzet. Ook musea zijn toe aan moderne verandering. Ook in Maassluis. Kunst is een kuddedier: maar leeft bij (elite) voorkeur in een klein groepsverband. Musea, overheden zoals gemeente Maassluis, particulieren en bedrijven creëren en beheren kunstcollecties. Daarvan is maar een klein deel publiek toegankelijk: het kuddedier dat kunst heet blijkt schuw. Het merendeel van (vaak gedateerde) kunstwerken ligt opgeslagen in stoffige kamers, dan wel wat die kunst zou zijn of voor de burger mooi behoort te bevonden, is doorgaans behouden aan een kleine zelfbenoemde ijdele elite, onder motto; “zeggenschap binnen eigen kring (de lokale –vaak rijk bejaard borrelend- wannabee’s en hun aanhang). Ook in Maassluis!

Wat je niet ziet is minstens zo belangrijk

Waar gaat het heen? Wat is de toekomst van het Museum Maassluis met zijn -oubollig- voornamelijk gereformeerde schilderwerken, of exposities die kennelijk weinigen meer aanspreken, buiten verplicht jaarlijks bezoekjes van al de Maassluis basisschool leerlingen. Sluiten die hap, weg ermee? Mijn inziens terecht heeft in een opwelling van zeldzaam intelligentie (plus kostenbeheer) het college van B&W Maassluis besloten dat Museum Maassluis aan de Zuiddijk, opgaat in ’n beter algemeen interactief/innovatief/educatief nieuw museum op het rechter Maassluis Havenhoofd dat meer mensen aanspreekt of laat deelnemen binnen een puik ervaring dit i.s.m. de TU-Delft. Ook het Nationaal Sleepvaartmuseum gaat hiervan deel uitmaken alsook de Historische Vereniging Maassluis die meer oog geeft op het specifiek lokaal cultureel-geschiedkundig gebeuren alhier plus de ferme trek-botenbouwers uit Maassluis. Oppositie hiertegen, is ijdel, en stom.

Marcel Thomassen


Schrijvende Lezer

Schrijvende Lezer

Een Lezer van Maassluis.Nu (M/V) | Stuurt stukken in om zorgen of ideeën te delen met alle Sluizers |
Inhoud is voor rekening van de opsteller | De redactie onthoudt zich van censuur op de inhoud