Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
In onze stad willen Ko en ik ons nog wel eens te voet verplaatsen. Sterker: in het belang van onze gezondheid lopen wij veel om voldoende mobiel te blijven én om onze geest te prikkelen met nieuwe indrukken. Achter de geraniums vind je ons nooit.
Op de ladder van kwetsbare verkeersdeelnemers staan wij – mede door onze leeftijd – inmiddels bovenaan. Wij zijn daarin heel nuchter en snappen dat wij onze eigen hachje zelf moeten bewaken. Het wordt ons de laatste jaren echter niet makkelijk gemaakt. De vele e-bikes, e-steps en dikke bandenfietsen worden bereden door de roekelozen van deze wereld. Dat varieert van Domino pizza bezorger tot amechtige senior. Ze hebben één ding gemeen: “schijt aan de medeweggebruikers”.
Bijvoorbeeld in het stadshart rond sluitingstijd als we een winkel uitstappen. Dan vliegt er een leeghoofd voorbij. Zo één met oordoppen in die niet uit zijn oogdoppen kijkt. Met een gang van meer dan 20 kilometer per uur scheurt een Pizza snotaap vlak langs de entree. Het voelt alsof we een rijksweg proberen over te steken. Levensgevaarlijk.
Ook op de Zuidvliet en Noordvliet ben je als voetganger in het voetgangersgebied je leven niet zeker. We zijn bij snackbar Spek en bij Monsieur Paul voor de deur al eens van de sokken gereden. Gelukkig zonder blijvende schade.
Een andere categorie bestaat uit de boomers (onze generatie) en toeristen die op e-bikes onze stad doorkruisen en rotondes nemen met doodsverachting. We zien ze op de Laan 1940-1945 en de Westlandseweg. Het lijkt erop dat die lui levensmoe zijn. De snelheden die zij rijden op onze armzalig onderhouden fietspaden… Dat durfde ik nog niet eens op de brommer in mijn wilde jaren.
Ko zegt dan altijd: “Het komt goed, meisje! Ze krijgen straks heus een boete … of een fataal ongeluk.” Ik vind dat laatste heel erg, maar onder de noemer ‘wie niet horen wil, moet maar voelen” kan ik zijn uitspraak begrijpen.
De slogan van de Nationale Politie luidt: waakzaam en dienstbaar. Volgens de regering is dit een kerntaak van de overheid. Uitgangspunt: de wetgevende macht regelt en kan wetten voorschrijven, maar er is wel een instantie nodig in de samenleving die er voor zorgt dat die wetten nageleefd worden.
Nou ben ik benieuwd of jij de bovenstaand slogan van de politie kende. Vertel mij dan eens in een reactie hoe goed jij dat in praktijk terugziet. Wellicht is jouw antwoord dan voeding voor de gemeenteraad ná het zomerreces.
Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 207 lezers Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ontdek meer van MAASSLUIS.NU