Iedereen heeft wel eens een schouderklopje nodig. Dat schijnen mensen te vergeten, alles is vanzelfsprekend.
Ik kan mij groen en geel ergeren aan die vanzelfsprekendheid. De vanzelfsprekendheid dat een ambulancemedewerker, een agent, een brandweerman, een vrijwilliger, een arts, de assistente, een vakkenvuller, een verpleegster, een schooljuffrouw, de buschauffeur, de postbezorger, de stratenmaker enz. enz. gewoon hun werk doen.
“Dat is toch hun werk”… ”Daar krijgen ze toch betaald voor”… ”Hadden ze maar een ander beroep uit moeten kiezen”.
Dat geeft blijkbaar het recht om “alles” normaal te vinden, alles te zeggen en je te misdragen, vanzelfsprekendheid wat eigenlijk niet vanzelfsprekend is. Sommigen hebben niet de 9 tot 5 mentaliteit, waar niets verkeerd mee is, zijn zelfs zo bevlogen en gaan voor 200%. Sommigen hebben niet de luxe te werken van 9 tot 5 maar draaien voor jou en mij avond- ochtend- en nachtdiensten. Voor jou en mij.
Zo ook een ambtenaar. Oké, de één loopt harder dan de ander, de één begrijpt de burger beter dan de ander, de één probeert harder dan de ander zijn of haar beste beentje voor te zetten, de één is beter bereikbaar dan de ander, de één begrijpt beter dan de ander dat een ambtenaar dienstbaar is voor de burger enz. enz. Dat neemt niet weg dat ook hij of zij haar best doet.
Klagen, dat doen we graag. Klagen over “pff..daar op het stadhuis, zakkenvullers” of “die begrijpen er niets van” en heel egoïstisch “ik wil dat niet” met de nadruk op ik of “toch lullen tegen een muur, ze doen er geen moer aan” en “verloren energie”.
Klagen daar zijn wij goed in, vooral in Maassluis vind ik. Klagen zonder maar enige poot uit te steken om in gesprek te gaan, om aan te houden, keer op keer, blijven herhalen en je weg te vinden soms in de wirwar van wijzen naar elkaar door ambtenaren. Überhaupt iets te doen voor je wijk of straat waar je woont, voor mensen om je heen.
Maar waar gewerkt wordt worden fouten gemaakt. Jij zet ook wel eens een maaltijd op tafel die niet te eten is… of laat steken vallen op je werk… Toch? Dat kan gebeuren, maar is niet het einde van de wereld.
Je kunt een gesprek ook aangaan door een terecht compliment uit te delen: “wat fijn dat dit jullie aandacht heeft en dat er aan een oplossing wordt gewerkt” om daarna een fatsoenlijk gesprek aan te gaan waarin je beiden zoekt naar oplossingen of compromis.
Of ik nu in gesprek ben met wethouders, ambtenaren, Maasdelta, Senioren Welzijn voor Oud Sluys of de Verto wijk. Ik ben blij dat ik/we het gesprek aan kunnen gaan in ons land met het vingertje.
Probeer het ook eens een volgende keer door simpel te zeggen “bedankt ambtenaar voor je luisterend oor, je inzet, je meedenken…”. Daar word je namelijk zelf ook vrolijk van. Tenminste ik wel…
Fijne Paasdagen, geniet van en met elkaar… o ja: bedank elkaar eens…
Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 450 lezers Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ontdek meer van MAASSLUIS.NU
Geen Reactie