Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
column nr: 83
Eén van onze kinderen bezit een wormvormig aanhangsel, inclusief kop, vierpoten en staart, genaamd Max van nog geen 30-35 cm hoog. Met regelmaat staat Max met kleinzoon en ouders voor de deur, gezellig! Onze kleinzoon, met zijn vriend Max naast hem, staat dan door de brievenbus te gluren en roept ons. Als één van ons dan door de brievenbus kijkt en altijd verrast doet als we onze kleinzoon zien, dan zien we Max zijn achterlichaam wild heen en weer slaan bij de gedachte naar binnen te mogen.
Zodra we de deur openen is Max net een tornado, hij stormt ons huis binnen alsof we naar een filmpje kijken van Roadrunner. Alleen ontbreekt het Miep Miep geluid maar het levert wel een komisch beeld op. Hij neemt dan een spurt, rent ons voorbij en door de snelheid glijdt hij de keuken in als hij wilt stoppen. Draait zich om en begint weer de terugweg met hetzelfde beeld. Tot hij eindelijk bij ons is aangekomen en de veelbelovende aai over zijn bol krijgt. Bij Arie moet hij wat meer aandacht vragen voor die aai, die moppert altijd “Mot geen hond, heb niks met een hond” maar ach… grote mond en zo’n klein hartje.
Afijn, lekker weer, dus we hadden besloten een terrasje te pakken met z’n allen, Max natuurlijk ook mee. Op de markt aangekomen is er ruime keus, kiezen we een grote tafel en Maximilanus verdwijnt onder de tafel. De bestelling is opgenomen en wordt uiteindelijk geserveerd door een boom van een sympathieke kerel inclusief piercing op een plek waarvan ik direct denk… ff serieus … heeft nou niemand gezegd… moet je niet doen, maar alla zijn keus. Dat laatste moet ik gewoon ff kwijt omdat ik totaal niets heb met piercings en tattoos.
We maken een kort praatje met de boom van een kerel wat plots wordt onderbroken met de woorden: “Oh My God… hij beet mij… echt hij beet mij!!“om direct naar achter te springen en te wijzen naar Max. Het schalt over het hele terras.
Waarom dat woordje “My God” bij iedereen zo makkelijk over de lippen rolt, geen idee, maar laten we wel zijn het klinkt dramatisch dus de boom had alle aandacht. Max had zich meester gemaakt van de veters van zijn schoenen, tenminste dat dachten we. De boom kreeg dus ook de aandacht van de overige gasten op het terras. De één lag in een deuk, de ander keek geërgerd en weer een ander aaide zijn eigen hond onder de tafel over zijn giga kop, echt een Big one, zo van… ach herkenbaar, die tijd heb jij ook gehad.
Big one keek naar Max en Max keek terug. Ik zag de Big one denken: “Hé… kleintje niks van aantrekken hoor, wacht maar tot hij bij mij in de buurt komt en zo’n drama opvoert, bijt ik ‘m gewoon ff in zijn kuiten, dan weet ie gelijk wat bijten is”.
Na het drankje genuttigd te hebben kwam dezelfde boom van een kerel nog een versnapering brengen, de Hollandse bitterballen die niet mogen ontbreken. Hij bleef op wat grotere afstand staan waarop zoonlief benadrukte: ”Het is een pup, hij doet niets, wil spelen en bijten doet hij echt niet en oh… ik zie het al je hebt vlinders op de schoenen, ja daar is Max dol op”. Je zag de boom twijfelen en aarzelend kwam hij dichterbij.
Gevolg: herhaling, Max dook direct op de schoenen van de serveerder, een nog hardere kreet over het terras: “Oh zie je wel… hij beet echt hoor… oh My God… hij beet mij… oh My God”. Bedienblad kantelde en ja hoor de bitterballen vlogen over de tafel. Er was er maar één blij dat de ballen over de tafel vlogen waarvan er bovendien één op de grond uit elkaar spatte: dat was Max.
Ik zag Big one opstaan, hij kwijlde en had graag ook een balletje gehad. Ik keek naar de etende Max die zo nu en dan naar de Big one keek alsof hij wilde zeggen… dus wil je ook wat lekkers, gewoon happen naar de veters van de serveerder.
Uiteindelijk was de rust wedergekeerd en genoten we van het samenzijn. Na enige tijd zag ik in mijn ooghoek de boom van een kerel richting de tafel, van de man met de Big one onder de tafel, lopen met een schaaltje… bitterballen. Max had het blijkbaar ook gezien en stond op en blafte kort. De ogen van de Big one gingen open en waakzaam bekeek hij degene die naderde, de boom.
Met belangstelling volgde ik het uitserveren….
Wederom een verhaal met enen knipoog.
Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 375 lezers Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ontdek meer van MAASSLUIS.NU