MAASSLUIS | De CDA fractie bracht bij monde van fractievoorzitter Corine Bronsveld-Snoep de volgende zaken naar voren in het debat over de gang van zaken in en rond de Koningshof.
Het is niet goed dat de Koningshof al vier jaar in de gemeenteraad in een negatief middelpunt staat. Het is pijnlijk, omdat ook al vier jaar door iedereen wordt gezegd en gevoeld dat Koningshof een belangrijke voorziening is voor Maassluis. Dit vinden wij niet alleen als voltallige gemeenteraad maar ook het College, het voormalig bestuur van theater Koningshof en de medewerkers en vrijwilligers van ons theater. Niet zo lang geleden wilden wij een frisse start, wilden we het goed doen met elkaar omdat we allemaal de Koningshof belangrijk vinden en een warm hart toedragen. En je vraagt je af hoe het dan kan dat terwijl je die waarde met elkaar deelt, we als partijen toch tegenover elkaar zijn komen te staan.
Het feitenrelaas, de raadsinformatiebrieven, de korte memo’s, de tussenberichten, de verslagen van de bestuurlijke overleggen en alle andere informatie, leggen pijnlijk datgene bloot wat iedereen al wist uit gesprekken in de stad en uit de pers. Namelijk dat het moeizaam ging. Dat na een start vol goede moed, in een razend rap tempo het optimisme afbrokkelde en de onderlinge verhoudingen onder steeds grotere druk kwamen te staan.
Vertrouwen in elkaar is nodig om samen verder te komen. Dat is het altijd, maar zeker als je niet werkt vanuit een gedeelde visie. Want hoewel we deelden met elkaar dat de Koningshof ertoe doet in de stad, hebben we nooit de stip op de horizon met elkaar besproken en hoe we daar willen komen.
Ons tweede punt. Hun zorgen en gevoelens over de wijze waarop het bestuur handelde en de medewerkers behandelde, hebben ze vanaf het begin bij de wethouder aangegeven. In steeds indringender bewoordingen. En opgeroepen om hier iets aan te doen. Uit alles blijkt hoe verschillend de belevingswerelden tussen het voormalig bestuur en de medewerkers waren. De oplopende spanning die hierdoor ontstond is ondanks de vele bestuurlijke overleggen te weinig aan de orde gesteld. Volgens het CDA Maassluis had in het belang van alle partijen door de gemeente hierop doorgepakt moeten worden, door acties aan woorden te verbinden en hierop te monitoren. Dit is niet gebeurd blijkt uit de beantwoording op onze vragen.
Ons derde en laatste punt gaat over het uitwerken van de aanbevelingen van het rapport Berenschot: Hoe staat het met het uitwerken van de governance code? (Red.: instrument voor goed bestuur en toezicht ) Waarom zijn de statuten niet gewijzigd en is er geen voorstel van de gemeente gekomen? Waarom heeft u niet een harde afspraak gemaakt over de duur van de vermenging van managementtaken en bestuurstaken? Wij zijn in negatieve zin verrast over de hoogte van de bedragen die de voorzitter heeft gedeclareerd aan reis- en telefoonkosten. En wij vragen vanavond aan de wethouder om de bestuurskosten nog te verduidelijken. Bovendien blijkt dat het bestuur zichzelf een vergoeding heeft uitgekeerd.
Het nieuwe bestuur is sinds gisteravond een voormalig bestuur geworden. Ondanks dat wij kritisch zijn op het bestuur, deed het onze fractie toch goed dat er een constructief gesprek is geweest tussen het College en de bestuursleden. Want even leek het erop dat het op scherp kwam te staan door de toon van de brief waarin in u, in stevige bewoordingen, de overige bestuursleden op voorhand aansprakelijk lijkt te stellen, en het is goed dat we die weg niet met elkaar inslaan. Zo is ruimte ontstaan om nieuwe wegen in te slaan, om het anders te gaan doen, om het beter te kunnen gaan doen. Wij vragen wat de ideeën hierover zijn bij het College. Want als gemeenteraad hebben we een feitenrelaas, maar behalve dan wat we hebben gehoord en gelezen in de media, nog geen duiding gekregen van het College.
1 Reactie
”Jesse(s) (de) Jong er vallen toch geen dooien?”