MAASSLUIS | De stadsdichter schrijft op eigen initiatief of op uitnodiging over zaken in de gemeente Maassluis of in bredere zin als dat zo uitkomt. Liefhebbers van de dichtkunst kunnen hem dinsdagavond 10 maart op de maandelijkse dichtersavond treffen in Kevin’s grandcafé  (20:00 -22:15).

 

Slakkegat

Dzing boem, de fanfare speelt met veel bravour.
Dansmariekes gaan vooruit in deze olijke toer.
Slakkegat loopt snel te hoop, het feestgedruis is daar.
Een ieder die wil feesten staat hedenochtend klaar.

Men trekt van kroeg naar kroeg en vindt er niets te dol.
De kroegbaas schenkt met gulle hand de glaasjes nog eens vol.
De taxichauffeur is eindelijk vandaag zelf eens vrij.
Hij host en zingt en declameert, een ieder die is blij.

Ook meneer pastoor legt een bezoekje af;
wel in het geniep; dat is voor hem geen straf.
Hij heeft zich feestelijk uitgedost, hij zou de bisschop kunnen zijn.
Alleen dat bier, dat is helaas geen bisschopswijn.

De dichter ondertussen, verscholen achter glas.
Verwenst heel het gedoe en zegt: “Dit geeft geen pas!”
“Waarom moet ik mij schikken, voegen in het gedruis?
Ik haat die leut, die bral, ga weg toch, foei, gespuis.”

De dichter schrikt en hoort zichzelf te keer gaan,  wel gemeend.
Kruipt stilletjes weg en zit daar weg gestoken, schier versteend.
Hoe dit te overleven: geen kik, geen snik, ver weg, verscholen.
Toch gruwelt hij zo zeer en schrijft dat onverholen.

Het wordt een lofdicht op de zotheid, de dwaasheid pontificaal.
Zeer snel geschreven, met woeste pen en uiteraard banaal.
Hij verwenst de meute naar verre, warme, andere oorden.
En beschrijft het volk met flamboyante woorden.

Het lucht hem op, hij is wel haast weer bij zijn zinnen.
Dan schiet hem plots een oude spreuk te binnen.
Hij schrijft het op en kan het zelf haast niet geloven:
“Wij schenken u hier hemels bier, alleen kumpt ’t niet van boven”

Geheel ontdaan van zoveel platvloerse dwaze wijsheid,
verstopt hij zich stilletjes in een hoek, dat duurt een hele tijd.
Na vier dagen wordt hij eindelijk ontdaan gevonden.
Dat hij niet mee heeft gefeest; Kijk: dát vind hij nu zonde!

© Jelle Ravestein

Jelle Ravestein (stadsdichter)

Jelle Ravestein (stadsdichter)

JELLE RAVESTEIN | Stadsdichter 9/2018 tm 8/2020 | Schrijft op eigen initiatief of op uitnodiging over zaken in de gemeente Maassluis | In deze rol 2 jaar ambassadeur voor Maassluis met het dichterlijk woord. | Humanicus | Amoricus |Sophicus | Analyticus | Criticus | Sarcasticus | Cynicus | Ironicus |Humoricus | Poeticus | Datdus

2 Reacties

  1. Bea Scheurwater
    19 februari 2020 at 12:23

    De manier van vieren kan verschillen. Zo als in Brazilië het toegaat is een lust voor het oog om naar te kijken.
    Heb het zelf mogen meemaken op Grand Canaria long time agoo. Alleen de muziek al, je blijft niet in een hoekje zitten, trouwens ook in DH eens meegemaakt, voor genodigden dat wel. Maar het was wel feest, dat echt wel

    • 20 februari 2020 at 10:30

      ga nooit in discussie met een dichter over zijn gedicht.