column nr 10

We staan aan de balie van een viersterrenhotel, dat wij via een last minute voor een schijntje konden boeken. Anders zou bruin het niet trekken, laten we maar zeggen. Mijn echtgenoot, bijnaam Arie, lijkt een aangenaam gesprek te hebben met de baliemedewerkster. Vaag volg ik het gesprek. Mijn aandacht gaat naar de reuring welke op de achtergrond ontstaat. In colonne rollen koffers over de marmeren vloer en komen – met veel bombarie – naast ons tot stilstand. Ik doe een stap of wat opzij, sla van een afstandje het toneelstuk gade. De heer en mevrouw Neus-Indewind zijn  gearriveerd. Met een dedain van heb ik jou daar, kijkt mevrouw op mijn Arie neer. Ik grinnik en zet mijn ‘harde schijf’ aan het werk om vooral een en ander goed op te slaan.

Nou ben ik maar een simpele ziel, heb nooit begrepen waarom iemand denkt meer te zijn dan een ander. Denken meer te zijn omdat hij of zij met een zilveren lepel in de mond is geboren. Met andere woorden rijk geboren of nu tot de nieuwe rijken behorend. Natuurlijk is dat “zilver” gemakkelijk, laten we wel zijn. Maar je bent wie je bent, gewoon een mens net als iedereen. Immers we moeten allemaal naar de pot en vegen allemaal, de een met de rechter- de ander met de linkerhand. Dus we hebben allemaal gewoon een blote kont of die nu in een Hema of een Versace peur zit, kont is kont.  [ peur = onderbroek / Red.]

Even een ‘zijstraat’ inslaan.

Waar ik ook zo wars van ben, is hoe sommige mensen met een hoge functie niet praten over collega’s maar over ‘mijn team’, ‘mijn medewerkers’, ‘mijn personeel’. Dat neigt naar ‘Zonnekoning’ gedrag, zeg ik altijd. “Niks van jou, maatje,” denk ik dan ook, “iedereen is van zichzelf. Wat van jou is, is die blote kont waar je op zit. Niets meer, niets minder.”

Ook rode lopers roepen onrust bij mij op. Dat gezwaai van een rode loper waar de zwaaier wel mag staan en het gepeupel met kwijl in de mond mag kijken. Soms mag het gepeupel zelfs op de foto met de rode-loper-loper, inclusief nep glimlach. Om vooral het imago van die loper-loper op te vijzelen en eventueel in het verlengde daarvan de beurs verder te spekken. Sinterklaas mag trouwens van mij wel over de rode loper, dat is een vriend van iedereen en hij waant zich niet beter dan het gezelschap voor hem. En dat terwijl hij toch heel rijk is, immers hij koopt heel veel cadeautjes voor alle kleine kinderen.

Maar afijn. Terug naar mijn betoog.

We staan dus aan de balie. Mevrouw Neus-Indewind onderbreekt het gesprek van de baliemedewerkster en mijn Arie. “Of ze even vóór mochten want ze hadden een lunch appointment”.

Arie antwoordt dan ook, zoals altijd lekker rechtdoorzee: “Zo… dat is boffen, wij gaan ook zo een broodje eten”. Hij draait zich om, vervolgt het gesprek met de baliemedewerkster, die zich moet verbijten om niet te lachen. Onze wegen scheiden, tenminste, wij hebben ze niet gezien tijdens onze ‘lunch appointment’ bij Tante Gre, om de hoek, waar we genoten hebben van een broodje zelfgemaakte bal met mosterd.

 

Bij een hotelovernachting hoort … het ontbijt.

Bij binnenkomst de volgende ochtend zie ik mevrouw Neus-Indewind in een hoekje van de zaal zitten. Leuke jurk denk ik; rood met witte ballen, rode schoentjes, grote rode tas, mooi opgemaakt met andere woorden oppie toppie sjiek, het is haar gegund. Meneer Neus-Indewind verlaat de tafel nog nakauwend van zijn ontbijt. Zichtbaar geïrriteerd. Zeg maar boos. Ze laat haar tas op tafel staan, loopt naar het buffet en komt terug met een bord met acht broodjes en een schaal beleg. Nadat alle broodjes zijn opengesneden, voorzien van boter en beleg, grabbelt ze in haar rode tas. Er komt een rolletje plastic zakjes te voorschijn. Tot mijn verbazing verdwijnen de broodjes één voor één in zakjes die zij daarna zonder gêne in de grote tas laat verdwijnen. Ondertussen zijn meer gasten in de eetzaal van het hotel aan het genieten van het schouwspel van de verdwijnende broodjes. Blijkbaar wilde meneer Neus-Indewind dit vóór zijn en nam hij de benen voordat het schouwspel begon.

Ik voel een zonnetje op mijn gezicht branden en waan mij even op een terrasje waar ook altijd wel wat te beleven valt. Mijn echtgenoot zit met zijn rug naar haar toe. Ik zit eerste rang en vertel in geuren en kleuren het hele toneelstuk aan hem. Daar krijg je natuurlijk dorst van. Arie, lief zoals hij is, haalt nog even thee voor mij. Ik blijf zitten en zit vooral te genieten.

Nadat de broodjes in de tas zijn verdwenen haalt ze uit de grote rode tas quasi nonchalant een thermoskan te voorschijn. Ze staat op, rode tas om haar schouder, thermoskan in haar hand en paradeert naar het buffet voor koffie of thee … naar Arie die netjes in de rij staat te wachten. Aan de mimiek op afstand zie ik dat ze het weer flikt: ze wil eerder aan de beurt zijn.

Ik zie dat Arie haar aanspreekt en zelfs van een afstand zie ik haar wangen net zo rood worden als haar jurk. Ze draait zich om en loopt direct naar de uitgang van de eetzaal.

Terug aan tafel, met een kop thee en koffie, vraag ik: “Je hebt je toch wel gedragen, hè Arie. Ik zag mevrouw Neus-IndeWind net zo rood worden als haar jurk”.

‘Ja hoor! Ze wilde alleen maar een kan warm water. Het enige wat ik toen zei, is: Zo, dat is handig zo’n thermoskan, wel opletten dat je de broodjes niet plet, heb ik ook weleens gehad bij een lunch appointment’“.


 

Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx | Zaterdagcolumnist (2 wekelijks) | 8/2015 - 2/ 2020

8 Reacties

  1. Janneke
    10 november 2018 at 10:54

    Heerlijk. Zal wel een nieuwe rijke zijn, van al het geld dat zij bespaard heeft voor lunches ;-P

  2. John Dolstra
    27 oktober 2018 at 20:44

    Mooi verhaal Yvonne en ook herkenbaar.

  3. Ton van Arkelen
    27 oktober 2018 at 17:53

    Deftige mensen laten winden, wij; wat mindere laten scheten. Je kan er alles van vinden, laat het dan maar weten. Mooi verhaaltje Yvonne.

  4. Aad Rieken
    27 oktober 2018 at 11:05

    Het Mooiste Rood Dat Is Niet Lelijk,
    Maar Behoed Je Voor Het Rode Gevaar.
    Als Zij Haar Jurk Met Ballen Aantrekt,
    Dan Wordt Ze Een Furie Meteen, Gelijk,
    Zo Rood Als Een Kroot Direct Echt Waar,
    En Voor Haar Beurt Te Brutaal Gebekt!

    Om Een Te Hels Rode Blos,
    Op Haar WangenTe Krijgen,
    Moet Je Mevrouw Neus In De Wind,
    (N)ooit En (N)immer Doodzwijgen!

  5. Marja Gerkema
    27 oktober 2018 at 09:39

    Hilarisch!!!!

  6. Loek Molmans
    27 oktober 2018 at 08:22

    Herkenbaar!

  7. Dick van Wassenaar
    27 oktober 2018 at 08:15

    Briljant

    • Aad Rieken
      28 oktober 2018 at 07:10

      Zij Lijkt In Wezen Uiterst Charmant,
      Hilarisch Herkenbaar, Nooit Briljant.
      Zij Doet Mij Denken,
      Dat Zal Haar Krenken,
      Aan Een Mooi Log Beest De Olifant!