Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist – mogelijk tussen de regels door –  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia

…Tja, Tante Mathilde, met haar 2 neven en 1 nichtje. Dit stel had bij ons toch wel de gemoederen beziggehouden, allemachtig. Wat een irritant en egoïstisch gezelschap. Niet alleen Tante Mathilde maar ook die drie zeg. Over bloed onder je nagels weg halen gesproken, ze konden het allemaal even goed.

Zowel bij het ontbijt als het diner zaten wij dus dicht bij dit gezelschap. Het leverde bijzondere momenten op, momenten van ongeloof en valse schaamte. Tante hoorde je trouwens al van verre aankomen. Het tikkende geluid op de houtenvloer van haar wandelstok. Bij binnenkomst in de eetzaal of buiten op het terras, kon je een hautaine blik verwachten, een magere glimlach, mochten blikken elkaar kruisen. De neven en nicht keken nooit iemand aan, hun blik was altijd stoïcijns gericht op tante Mathilde. Heel raar gezelschap…maar het maakte ons en zeker moi, wel verdraaide nieuwsgierig.

Steevast wachtte Tante, ontbijt en diner, op het gezelschap met haar 2 handen leunend op haar stok. De twee neven en nicht kwamen altijd gedrieën tegelijk aanlopen. Iedere maaltijd kusten zij hun tante om beurten zachtjes op de linkerwang en schoven aan zodra Tante met haar stok op de grond tikte. Ze was zeker tegen de 100, ergens blijven hangen in vergane glorietijden in haar egoïstische dominante gedrag. Een grijze dame met knot, gouden sieraden, ouderwetse tas en zwarte hoge schoenen met veters. Een mottenballen lucht achterlatend als zijn ons passeerde in haar geruite lange rok met hooggesloten blouse van zwart kant of haar lange bloemetjesjurk, dan vooral haar zwarte kousen niet te vergeten, zo weggelopen uit Down Town Abbey.

Het ontbijt verliep anders dan het diner. Aan het begin van het ontbijt zei ze altijd iets in de strekking van: “Aasgieren…ja, ik ben er nog, de nacht weer overleefd. Graag het gebruikelijke eten halen voor mij, daarna het gebed en in stilte eten. Ik betaal alleen het hotel, niet jullie uitjes.“ Het gezelschap at hierna verder in stilte. Jan de paardenfokker staarde dit gezelschap regelmatig aan, zonder enige schaamte. Zo nu en dan kreeg ik een schop van Arie omdat ik in hetzelfde gedrag verviel als Jan, staren.

Daarentegen was het diner er een om blosjes op je wangen te krijgen. Dan werd er door Tante na het rituele aankomen lopen, kussen en zitten ieder keer weer iets gezegd in de richting van: “Zo…welk plan hebben jullie vandaag verzonnen om mij geld af te troggelen?”. Gut gut gut, wat voelde dit ongemakkelijk aan zeg om hier getuige van te zijn. Ik was geneigd op te staan, de pint uit haar knot te trekken en haar aan haar haren de zaal uit te slepen. Maar ja, ten eerste ben ik daar niet sterk genoeg voor en ten tweede is dat “ouderen” mishandeling. Dan blijft er niets anders over dan luisteren toch?

De een na de ander stak tijdens het diner een relaas af hoe het geld “binnen de familie” te houden, geld niet aan derden te schenken, waakzaam te zijn dat als Tante in een verzorgingshuis zou komen te wonen daar de euro’s niet naar toe zouden vloeien, bij warme hand schenken was dan ook vele malen beter. Iedere avond een andere discussie onderling of een mengeling van, waarop Tante iedere keer zoiets zei als: “Goed onderwerp of goed gesprek maar… ik bepaal waar mijn vermogen heen zal gaan.” Het tikken met de stok op de vloer was dan het einde van het gesprek en het teken dat Tante zich terugtrok op haar kamer. Het tikkende geluid van de stok verdween naar de lift. Hierna vlogen de verwijten over en weer tussen de 2 neven en de nicht… Ze behaalden blijkbaar hun doel niet en raakten gefrustreerd, dat was overduidelijk en heel heel gênant om te horen… Wil ik Tante door de zaal slepen, graag had ik alle drie die gasten een pats om hun hoofd willen geven. Maar ja…dat mag dan weer niet van Arie, snap jij dat nou?

Zo kabbelde de dagen voort. De woensdagochtend was raar begonnen, Tante Mathilde ontbrak bij het ontbijt. De 2 neven en nicht kwamen de trap af, keken schichtig om zich heen, blikken vermijdend, gingen zitten, aten zwijgend hun ontbijt, om daarna direct het hotel te verlaten. Hadden we iets gemist? Ik keek van Arie naar Jan en haalde mijn schouders op.

De afwezigheid van Tante bleef toch met regelmaat het onderwerp van gesprek tussen Arie en mij die dag. Zeker toen wij de twee neven en nicht toevallig in het stadje zagen lopen waar wij waren. Het vreemde was zodra zij ons zagen zij zich direct omdraaiden en een andere kant opliepen. Weer keken wij elkaar aan, wat een vreemd gedrag. “Joh die schamen zich”, zei Arie. Tja, dat kan.

Na een dag struinen eindigde deze dag in een zwoele avond in de eetzaal voor het gebruikelijke diner. De dubbele deur in de eetzaal naar het achterpad en tuin stond open en zorgde voor een aangename afkoeling. We genoten alvast van een wijntje, een glas koud water erbij met wat oudbakken nootjes welke de geur hadden aangenomen van het hotel. Standaard ging het schaaltje weer terug de keuken in om daar vast en zeker te verdwijnen in de grote voorraad pot.

Alle gasten druppelden langzaam binnen, maar wederom geen Tante Mathilde en deze keer… geen twee neven en nicht. De maaltijd zette zich voort zoals iedere avond. Uiteindelijk serveerde Emanuel het koude nagerecht uit en ineens viel er een ongewone stilte, een soort stilte voor de storm zeg maar. Jan de paardenfokker was ondertussen met stoel en al bij ons aangeschoven en kon het niet laten te zeggen: “Raar stel is dat… niet… die vier”, wijzende naar de 4 lege stoelen naast ons… we konden niets anders dan dit beamen door te knikken.

Plots hoorden we een geluid van een naderende sirene, welke net zo plots stopte als het gekomen was, het geluid van een remmende auto. In de deuropening naar het achterpad in de eetzaal zagen we een zwarte wagen langzaam achteruitrijden, halverwege stoppen …de achterklep ging blijkbaar automatisch zachtjes op. “Een lijkwagen!”: riep ik luid… veel te luid. Bestek kletterde neer op de dessertborden …eenieder keek elkaar aan, om zich heen. “Nee toch”, zei Jan plots tegen ons. “Er is toch niemand dood of vermoord …?”

Arie en ik keken elkaar aan… het zal toch niet Tante Mathilde zijn … dood… of nog erger vermoord door de neven en de nicht? We keken allemaal naar de lijkwagen welke achteruit was gereden, wachtend …

De keukendeur zwiepte plots open en Basel, oftewel Gerrit, kwam de zaal binnen en klapte in zijn handen: “Luister allemaal”, riep hij met luide overslaande stem, “ik moet even iets vervelend vertellen, helaas”…Arie en ik keken naar Jan…Dus toch? Nee…dat hebben wij weer…

“Tja sorry voor de overlast maar de lekkage is groter geworden en Manuel heeft de brandweer gebeld in paniek, beetje overdreven die sirene…, komt allemaal goed, kijk de monteur is er”. Hij richtte zijn blik op de openstaande deur naar het achterpad en daar stond ineens de monteur bij de achterklep van de zwarte auto om zijn materiaal eruit te halen.

Ik haalde diep adem, keek naar Arie en Jan en zei: “Pfff…hoezo op het verkeerde been gezet…

En Tante Mathilde en haar 2 neven en nicht… geen idee of ze ooit wat van de erfenis hebben gekregen. Mocht je ze tegen komen…

Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 430 lezers


Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx | Zaterdagcolumnist (2 wekelijks) | 8/2015 - heden |

klik voor ALLE columns van Yvonne