[redactie: Ko & Cobi zijn er een weekje tussenuit daarom een invalbeurt door Krook ]
Een frisse neus halen in november doet een mens goed. Zo ook op deze woensdag. Het is zo een typische herfstdag zonder zon, maar ook zonder wind. Het stadshart is op weg naar zijn winterslaap. Op de markt zie ik weinig mensen op straat. Bij de Waker zie ik een groep dames, één voor één naar binnen gaan.
Het doet mij denken aan een lied uit de Summer of Love, gezongen door The Mamas and Papas. Nee niet “California Dreaming” met de eerste regel ‘All the leaves are brown’. Nee: 12:30. Een minder bekende song met daarin o.a. de woorden “Young girls are coming to the canyon and in the morning I can see them walking”. Toegegeven met young heeft het niets op, maar voor de rest lijkt het alsof ook zij tot een geheimzinnig gezelschap horen. In dit geval categorie ‘oma met een passie voor haken en breien’.
Zo heeft ieder zijn eigen passie.
Al mijmerend ben ik ongemerkt beland op de Zuidvliet. Het pand waar heel lang de groentewinkel zat, doet mij denken aan vroeger tijden. ’s Ochtends op de radio klonk als intro “Tja, tja.tja wat zullen we eten? Wie kan dat weten? Wie is de man die mij dat zeggen kan? De groenteman!” gevolgd door de vrouwenstem die met hem over de juiste bereidingswijze van een recept sprak. Ook stond de groenteboer stil bij seizoengroenten en welk fruit er genuttigd dient te worden.
Ik merk dat ik weemoedig word. Het valt mij op dat het pand geblindeerd is. Er is kennelijk binnen wat gaande. Een dame die voorbijloopt ziet mij naar binnen gluren en zij zegt: “Er komt een speciale vestiging van Holtkamp, iets met chocolade heb ik me laten vertellen”.
Ik zie het al voor mij en zeg: “Dat wordt dan lekker smullen met Sint en Kerst. Ik zal op de openingsdag vooraan in de rij staan. Ik ben namelijk dol op chocolade.”
Ze grimast: “Dan moet ik u toch teleurstellen. Je kunt in dit pand niet winkelen. De chocolatier gaat hier producten maken, maar de verkoop is elders”.
Ik ben even verwonderd, maar het kwartje valt. Ik bedank haar voor de uitleg en struin weer verder. Het drankenkabinet is nog gesloten. Logisch het is nog vroeg. Er gaat geen mens zo vroeg alcohol kopen. Ik besluit door te lopen naar De Doorsluizer. Ik heb geen behoefte aan een concreet product, maar het is altijd leuk om te bekijken welke spulletjes er zijn. Ik ben kennelijk in the mood voor muziek van vroeger, want bij het zien van diverse meubels, krijg ik een beeld van een huis dat wordt leeggehaald. Ik neurie het lied van Willeke Alberti “Dag huis, dag lieve oude woning, Ik vond je al met al zo fijn, Een warm gevoel, een dierbaar plekje. Een leven lang aan het Floraplein”. Wij zongen altijd Da Costaplein. ik besluit gelijk om een extra ommetje te maken langs ons vroegere flatje. Ik bewonder daar de vele nieuwbouw en verwonder mij onderweg over de tiny houses aan de Bekkerslaan die nog onder constructie zijn.
“Iets voor u meneer?”, roept een buurtbewoner, “u moet er wel snel bij zijn, want ze gaan als zoete broodjes. De huur is slechts 800 euro.”
Ik schrik even, dat is best pittig. Met mijn AOW en pensioentje ga ik dat niet redden. Ik ben blij dat wij in de jaren negentig ons koopwoninkje op de kop hebben kunnen tikken. Toen vrouwlief nog leefde, overwogen we om te gaan verhuizen naar elders, maar de man met de zeis voorkwam dat. Ik hoor ineens weer een van onze favorieten van vroeger. Crosby, Stills & Nash zongen “Our house is very, very fine house”. En zo is het nog steeds.
Ik besluit, nu het even na het middaguur is, dat ik toe ben aan een borrel. Even de emoties verwerken. Op naar Kevin’s. Bij binnenkomst word ik hartelijke begroet door de jongedame achter de bar: “U bent er vroeg bij deze keer! Watskebeurt?”
Ze heeft mensenkennis dat merk ik. Ik vertel haar van mijn rondgang en zij schenkt mij een jonge jenever in: “Alstublieft … deze krijgt u van het huis”.
Blij verrast accepteer ik deze versnapering. Wie het kleine eert, is het grote weerd tenslotte. Ik hef mijn glas op haar gezondheid.
Santjes!
Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
⊗——het einde ——⊗
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 145 lezers