Ze staan luidkeels te foeteren. De heren zonder blad voor de mond. Een paar van hen zitten in een scootmobiel. Ik zit op korte afstand in het zonnetje op een bankje tegenover hen van het tafereel te genieten. Ze hebben niet direct door dat zij luid spreken, deze keteldove senioren. Wa zeggie?! klinkt het regelmatig.

Hier op de kop van de Nieuwstraat ligt de waarheid van Maassluis op straat. Zomers moet je daarvoor bij het Douanehuisje zijn. Deze ruwe zeebonken dragen het hart op de tong.

“Leo, zeg jij nou ‘s… wa vinnie van dat gelazer in Amsterdam?! Met die Jode en die Moriaantjes…”

Leo is niet te beroerd om zijn mening te geven: “Jonge, dat gelazer daar vraag om een stel gezonde manjeniers. In mijn tijd sloegie die gaste zo van de Dam af. Mog niet, maar deeje we wel. Zou t wel wete. An mij hebben ze een kwaaie, dat rotvolk.”

“Wa zouwie doen als je zo’n Moriaantje in je klauwe had?”

Leo weet wel raad: “Ik zou m bont en blauw slaan datie scheel ziet van ellende. Zeven kleuren stront scheetie, reken maar van yes! Zijn ze nou helemaal van de pot van Allah gerukt! Het is godver mijn land dat ze naar de sodemieterij helpen. Ik zou dat niet pikke! As ik jonger was wisik t wel.”

Joop doet ook een duit in het zakje: “As het in Sluis zou zijn, zouwie m dan in de haven pleure? En wa zeg dan tege oom agent?”

Leo bulderlacht: “Ik zou tege ome Agent zegge dat Moriaantje grof in zijn muil was over zijn ouwe moer. En daddie zijn woorde niet terugnam. Ik gaf m een duwtje, meer niet. Tis maar een nat pak. Geen pak rammel.”

Het klinkt nog geloofwaardig ook gezien het postuur van Leo. Hij heeft duidelijk voor hetere vuren gestaan toen hij stoker was op een kustvaarder en richting Sint Petersburg voer, laat hij zonder veel omhaal blijken. Hij vertelt wat smeuïge anekdotes en de groep reageert als een troep hyena’s: gezamenlijk lachend. Het schept een onderlinge band tussen ruwe zeebonken.

Ik heb genoeg gehoord voor deze middag. Zij hebben het zo druk met hun macho ding dat ze mij niet eens hebben opgemerkt. ik permitteer mij dan ook zonder te groeten weg te lopen over de Dr. Kuyperkade.

Het valt mij op dat het deze woensdagmiddag opvallend rustig is in het stadshart. De ijswinkels zijn dicht, diverse toko’s zijn gesloten, deels omdat ze gaan verhuizen of verbouwen. Bij Vrolijk zie ik twee hardnekkige barvliegen kletsen, meer niet. Ik ben al bijna voorbij Colette aan de Kade als de eerste mens mij tegemoet komt. Een “Domino moriaantje” scheurt per e-bike in noodvaart voorbij. Ik ontwijk hem behendig, maar ik hoor geen “sorry”. Ik moet ineens aan Leo denken. Leo zou hem vast zo in De Vliet hebben gedonderd. “Sorry, ik gaf m alleen maar een duwtje. Tis maar een nat pak. Geen pak rammel.”

Ik loop nog te grinniken bij die gedachte als ik Kevin’s binnenstap. De jongedame achter de bar lacht mij tegemoet: “Wat bent u in een goede stemming!”

Ze schenkt mij een borrel in. Ik hef mijn glas: “Tis maar een nat pak!”

Santjes!

Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist – mogelijk tussen de regels door –  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia

Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 170 lezers


Krook

Krook

KROOK | Schrijver over gedachtenkronkels van gewone mensen en dingen die voorbijgaan | Leven in de kantlijn van het bestaan | Ziener van het ongeziene | Ertoe doen waar het er niet toedoet | Midden in het Niemendal Maassluis

Geen Reactie

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *