Er zijn zoveel bouwwerkzaamheden rond het stadshart dat ik maar eens een ruimer wandelinkje maken ga. Ik loop op de P.C. Hooftlaan langs de Advocaatje recreatiezaal van Oud Sluys richting Hoog Sluys. Het ziet er mooi uit, maar ik zie eigenlijk geen verschil. Goed er zit een hoger deel aan, maar om het dan gelijk hoog in de bol te hebben? Ik vraag me gelijk af waarom dat andere pand dan “Oud” als voorvoegsel heeft.
Laat ik me er maar niet druk om maken. Er is kennelijk een of andere namen bedenker waar ze op het stadhuis gek op zijn. Kijk ook maar eens naar die merkwaardige straatnamen in het Wilgenrijk.
Ik loop dit deel van Sluispolder West verder rond. Feitelijk is het toch een soort eenheid door het gebruik van steeds dezelfde steensoort. Dat geeft enerzijds rust aan het oog, anderzijds creëert het contrast met de oudere bouw.
Ik loop verder en zie dat de oude vleermuis flats er nog steeds staan: dichtgespijkerd en volgespoten met graffiti. Ik maak het rondje af door de Mnsgr. Bekkerslaan. Ik moet nog steeds wennen aan het idee dat het Klooster is verdwenen. Op die locatie worden op dit moment nieuwbouwwoningen afgemaakt voor oplevering.
Ik sta stil bij de hekken rond deze nieuwe panden. Een schilder is bezig de voordeuren grijs te schilderen. Hopelijk is dat grondverf. Ik probeer in te schatten hoe groot deze woningen zijn. Ik loop wat heen en weer, want ik vertrouw mijn ogen niet. Het is toch niet zo dat dit de volledige breedte is van een woning? schiet het door mijn hoofd, zouden dit nu die beruchte tiny houses zijn, waar GroenLinks het steeds over heeft? Helaas blijkt dat ik het wel degelijk goed zie. Jeetje wat smal, klein. Is dat nu wat men gewenst heeft? “Welkom in Claustrofobia”, lijkt me de juiste uitdrukking voor dit woonblok. Ik loop hoofdschuddend verder richting De Hooftzaak. Verrek, er staat nog zo eenzelfde blok dat bijna klaar is, ingeklemd tussen de GGZ, Wasserij en de Schuurhof. Die Schuurhof stond overigens al een aardig tijd in de steigers. Flink onderhoud kennelijk, maar ik zie geen uiterlijk resultaat.
Snel door naar Kevin’s. Ik stap het grandcafé binnen en groet de jongeman achter de bar met: “Geef mij maar een borrel. Ik moet even een benauwd gevoel kwijt.”
Ik hef mij glas en zeg: “Op de gezondheid van de toekomstige bewoners van Claustrofobia, ze kunnen dat wel gebruiken!…”
Santjes
Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
⊗——het einde ——⊗
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 204 lezers
Geen Reactie