Klik voor de definitie van een column
  Een column is géén nieuwsartikel. Wat is het wel? Onderstaande maakt duidelijk dat je een column moet begrijpen door niet alleen de woorden tot je te nemen, maar door te bedenken welke  boodschap de columnist - mogelijk tussen de regels door -  aan de lezers geeft. Begrijp je de boodschap? Zie je wat de schrijver bedoelt? Daar kan ieder individu wat van vinden. Als het een eigen pijnplek is, kan de lezer de aanvechting hebben om helemaal erin mee te gaan of er volledig tegenin te gaan. Het is goed dat je als lezer weet wat (de waarde en betekenis van) een column is.
  • De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
  • Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
  • Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
  • Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Zie ook bijgaande definitie van wikipedia:  

© wikipedia


column nr:  79

“Je bent echt doof!”, zei ze.

Iemand uit het medische veld zei ooit tegen mij “als je de 60 gepasseerd bent gaan we allemaal wat mankeren”. Afijn, dan passeer je de 60 en gaat je lichaam ineens in de ouderdoms-stress met andere woorden allerlei beginnende mankementjes openbaren zich. Gewoon mankementjes waar je wat extra aandacht aan moet besteden om te voorkomen dat het erger wordt.

Passief gaan zitten en accepteren is niet iets voor deze dame. Dus doe ik onder andere ontdek je plekje via YouTube en sta ik 3x per week 45 minuten als een 60-tiger mee te bewegen met zo’n lekker jong Barbie-achtig slank elastiek ding. Gelukkig zegt ze zo nu en dan, mocht het niet lukken je been op dezelfde hoogte te krijgen als zij met elastiek, “no problem”, dan maar een stukje lager, “but” vooral “ keep on walking, walk walk walk walk walk”. Belangrijkste is, ik heb er lol in en…het helpt.

In dit kader van mankementjes maak ik een afspraak bij zo’n gehoortest geval winkelding. Want ja, er waren klachten binnengekomen bij moeders, nog net niet in 4-voud, van allerliefste geliefden die mij omringen. Dus na veelvuldig te hebben gehoord “Je bent echt doof” ga je er nog een soort in geloven, sterker nog je gaat je schuldig voelen dat je soms moet vragen “wat zeg je”. Om dan vervolgens weer te horen “je bent echt doof”. Een soort vicieuze cirkel zal ik maar zeggen. Zit je gezellig na te tafelen, kletst de hele goegemeente door elkaar, want dat doen de Boeckxies nou eenmaal. Of tettert er een van de 4 kleinkinderen in je oor, welke je natuurlijk de aandacht wilt geven, dus hoor je niet wat de ander zegt en hoppa: “Je bent echt doof” mocht je vragen wat er gezegd werd. Dus doe je soms maar of je het wel hoort, lach en knik je, een soort weg van de minste weerstand laten we maar zeggen.

Afijn, ik schuifel, op afspraak, dus een van die test geval winkels in welke als paddenstoelen uit de grond schieten. Je zou bijna denken dat de hele Sluise goegemeente richting gehoorapparaat onderweg is, een goudhandel dus.

Niet geheel onverwacht zie ik mijn vriendin Greta zitten in een van de kuipjes. Na een begroeting deelt ze al snel mede dat “Kees (haar man) zit binnen, de eigenwijs, hij wordt eindelijk getest, hij is echt doof, maar ja… je weet hoe hij is, eigenwijs en ook nog eens stronteigenwijs”. Ik zucht en openbaar nu even mij gedachten niet😊. Hoe herkenbaar, als een langspeelplaat herhaalt ze wel tig keer, als we in gezelschap verkeren, dat Kees doof is. Kees en ik kijken elkaar dan vaak aan, wij begrijpen elkaar namelijk. Zo van in de trant, is het zo moeilijk om iets nog een keer te zeggen.

Plots komt Kees uit het “test hok geval” met een medewerker in zijn kielzog. Bijna triomfantelijk zegt Kees: “Ik zei het toch, ik ben niet doof…je zeurt gewoon!” De medewerker, Jan, blijkt een goede kennis te zijn en wil graag even met beiden praten. Ik zat erbij, keek ernaar en… luisterde met volle aandacht.

“Kijk Gré, ik heb het je al meerdere keren gezegd, naarmate we ouder worden gaat ons gehoor achteruit. Dat geldt voor iedereen, dus ook voor jou, vooral zachte klinkers worden het eerst slecht verstaanbaar. Kees is nu getest en dus echt nog niet toe aan een gehoorapparaat, maar zijn gehoor wordt wel slechter. Het is dan zaak dat de partner zich daaraan aanpast. Dat betekent niet iets zeggen tegen Kees als hij boven zit of als hij in de keuken met zijn rug naar je toe staat. Dat geldt ook als je in druk en luid gezelschap bent, herhaal iets als het gevraagd wordt. Niets is zo vervelend om te horen “Je bent echt doof”… want Gré, Kees is dus echt nog niet toe aan een gehoorapparaatje. Jouw ergernis is niet iets waar Kees wat aan kan doen maar waar jij wat mee kunt doen”. De grijns van Kees is van oor tot oor en hij voelt zich gesteund door Jan.

We nemen afscheid van elkaar, Gré met een zuurpruim gezicht om de uitbrander en uitleg, Kees met een lach om het resultaat en Jan, Jan schudt zijn hoofd wellicht met de gedachte dit was een gesprek tegen dovemans oren als zijnde de oren van Gré.

Afijn, nadat ik getest ben, krijg ik te horen dat ik er nog niet aan toe ben aan een gehoorapparaat. Met bijna hetzelfde triomfantelijke gevoel als Kees ga ik richting huis en besluit er maar eens een column aan te wijden met een boodschap, want er lopen heel veel mensen met een diversiteit aan handicaps rond.

Op weg naar een gehoorapparaat, maar ook met een gehoorapparaatje, is en moet het verdomde eenzaam zijn zo nu en dan. Die eenzaamheid of isolatie voel ik ook zo nu en dan. Het doet mij denken aan de fase waar mijn dementerende schoonvader in verkeerde toen eenieder van het gezin zijn dementie nog ontkende of niet wilde herkennen: “Ja pa, dat heb je nou al tig keer verteld”. Laat een dementerende in zijn of haar waarde en luister wellicht voor de tigste keer naar hetzelfde verhaal, jammer dan.

Heb begrip voor de handicap van een ander, wees lief en aardig voor elkaar, dan komt het allemaal goed.


Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]

⊗——het einde ——⊗

◄ klik voor Publicatieschema columnisten

voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 357 lezers

Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx

Yvonne Boeckx | Zaterdagcolumnist (2 wekelijks) | 8/2015 - 2/ 2020

2 Reacties

  1. Janny Weeda
    19 juni 2021 at 10:04

    oooohhhh wat herkenbaar ben sinds kort aan de apparaatjes wat wat je dan allemaal hoort wil je niet weeten hahaha

  2. Aad Rieken
    19 juni 2021 at 09:28

    “Soms ben ik ook ‘Oost-Indisch’ doof!”