In de jaren tachtig van de vorige eeuw was het neoliberalisme in opkomst, je weet wel de hoogtij dagen van Thatcher en Reagan. De overheid moest niet alles regelen en het vooral aan ‘de markt’ overlaten. Nu een paar decennia later hebben we gezien wat daarvan gekomen is.
Dure coöperaties, hoge prijzen, minder toezicht dus ook meer dingen die fout kunnen gaan en daarom ook fout gaan, meer toezichthouders vanuit de overheid … dus daar waar eerst de overheid, democratisch gecontroleerd, het toezicht hield is er een laag tussen gekomen met alle bijkomende kosten van dien.
De laatste jaren merk je dat er toch kritisch wordt aangekeken naar en geageerd tegen deze golf van uitverkoop van allerlei zaken als posterijen, ziekenhuizen, energiemaatschappijen en ga zo maar door. Waar de overheid in eerste instantie geld verdiende aan de verzelfstandiging van een en ander kost het tegenwoordig steeds meer.
En waar de overheid dingen probeert te keren en terug te halen, wordt ze dwars gezeten door politici die daar niks van moeten weten, want de overheid mag vooral niet te groot worden. Als je nu kijkt naar het kabinet lijkt het wel alsof de inzichten opgedaan in de afgelopen jaren er helemaal niet zijn geweest. De NGO’s krijgen 80% minder subsidie (onder het motto; dat moet de markt maar oplossen), gemeenten krijgen geen cent meer terwijl er wel allerlei zaken geregeld moeten worden door die gemeenten, allerlei afspraken die op de lange termijn dingen zouden regelen (stikstof, boeren, energie, klimaat, arbeidsmigratie en vluchtelingen) worden met het badwater weggegooid terwijl er nog niet eens is nagedacht over de consequenties of alternatieven.
Het grote navelstaren is begonnen, de blik nog slechts gericht op het eigen kleine kikkerlandje, terwijl de problemen grensoverstijgend zijn en de oplossingen juist vaak in een groter (lees Europees) verband aangepakt moeten worden wil er iets van een oplossing komen.
Het lijkt of het naar binnen gerichte navelstaren waar de nieuwe president van de Verenigde Staten zo dol op is met alle desastreuze gevolgen van dien, ook Nederland in zijn macht heeft. Ik heb altijd geleerd dat je met open blik veel meer ziet dan door een kokertje, maar onze regering denkt daar blijkbaar heel anders over.
Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
⊗——het einde ——⊗
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 115 lezers
Geen Reactie