Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van ’t Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
Koper is tegenwoordig aardig schaars. Zilver ziet men nog veel minder. Goud is nog schaarser. Ik sta er niet elke dag bij stil, maar het is wel degelijk zo. Kijk maar eens om je heen… hoe vaak kom jij het tegen? En het wordt de komende vijftig jaar nog zeldzamer, vrees ik.
Ik heb het over het etiket dat men plakt op het aantal jaren dat een koppel getrouwd is.
Goud (50) wordt niet zo vaak gehaald, omdat dit betekent dat beiden boven de zeventig zijn, nog in leven én niet gescheiden. Ik heb in mijn vroegere vriendenkring rondgekeken en constateer dat de meesten minstens in hun tweede huwelijk of zelfs X-e relatie zitten. Vijftig is dan een onhaalbare inhaalrace.
Dan is er de groep van nu vijftig tot zestig jaar jong die kwamen ná mijn boomer generatie. Deze zijn allemaal vrijgevochten (dankzij ons), geëmancipeerd (dankzij Dolle Mina) en seksueel liberaal (dankzij hun hippie voorgangers) en veel meer ego gericht (zelfrealisatie noemen ze dat). Als het de dames niet zint, kiezen zij voor zichzelf. Hun ongeëmancipeerde ex, de loser blijft achter. Ze hebben immers vrijwel allemaal een redelijk goede baan met eigen pensioenopbouw. Te veel sores is dan een bom om onder een goed huwelijk. Ze kiezen voor vertrekken, duiken na al die jaren weer het date circuit in, hangen in een kroeg met gelijkgestemden leeftijdgenoten en hun dan tijdelijke relatie blijkt nog even ongelukkig en leeg. Als een relatie er al in zit, is dat meestal samenwonen of LAT tot het niet meer botert. Vermoeiend lijkt mij dat.
Voor de millenial generatie is het speelveld helemaal diffuus geworden. Om confuus van te worden. De LGBTQIA2S+ ( ja zover is de differentiatie al gekomen) indeling biedt van alles wat, maar hun relaties zijn vaak niet zo langdurig. Niet gek als je zo worstelt met jezelf qua identiteit. Dat snap ik dan ook wel. Het is een beetje zoals “Het ziet eruit als een fiets, je gebruikt het als een fiets, je brengt hem naar de fietsenmaker, maar je noemt het een e-bike.”
Op de man afgevraagd zal ik antwoorden dat ik het eens ben met William Shakespeare:
“What’s in a name? That which we call a rose, by any other name would smell as sweet.”
Ik hoop daarom dat we in de toekomst toch weer teruggaan naar grotere herkenbaarheid en daarmee meer (hetero- of homo-)huwelijken zien uitmonden in goud.
Reageren? … Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 127 lezers Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ontdek meer van MAASSLUIS.NU