Columnisten schrijven eigen visie op persoonlijke titel.
- De aard van de journalistieke vorm van columns is dat deze informatief, leerzaam. onderhoudend maar ook kritisch, humoristisch (parodie, ironisch, sarcastisch, satirisch) en prikkelend kunnen zijn binnen een maatschappelijke context.
- Waar de columnist dat zelf nodig acht, kunnen links in de tekst staan die naar achtergrondinformatie doorverwijzen
- Wat voor de één een leuke of rake column is, is voor een ander onzin, een belediging of niet acceptabel. Youp van 't Hek die met alles en iedereen de vloer aanveegt in zijn columns in het NRC wordt niet door iedereen gewaardeerd. Hetzelfde geldt voor Theo Holman in Het Parool en diverse andere columnisten.
- Aan columnisten wordt door de Nederlandse rechter een grote mate van vrijheid toegekend in hun columns. Deze vrijheid kan zich ook uitstrekken tot teksten die, als ze buiten een column geschreven zouden zijn, als kwetsend of beledigend gekenmerkt worden.
column nr: 18
Wat zou ik graag een hele grote tuin hebben, maar dan mét een mooie tuinman want ik hou wel van tuinen maar niet van tuinieren en dat is niet zo een goede combinatie.
Het lijkt me heerlijk om in de herfst door mijn tuin te lopen. Wat peren te plukken, walnoten rapen. Ik zou door de bloementuin lopen, door een sluipdoorweggetje overgroeid met rozen en hop … naar een geheim stukje met een prieeltje. Daar zou ik het straalkacheltje aanzetten en lekker even in een tijdschrift bladeren. Misschien dat de tuinman dan een kopje koffie komt drinken en vraagt of de bollen al binnen zijn die we samen uitgezocht hebben… dan gaat hij naar het moestuintje en vraagt wat ik wil eten vanavond dan zal hij het in de keuken leggen.
Achter in de tuin is een stukje bos waar heel wat paddenstoelen zijn en zelfs cantharellen die ik pluk voor het avondeten. In de oude wilg die aan het water staat, zit een steenuiltje. Op de terugweg pluk ik ook wat rozenbottels voor in een vaasje. Een roodborstje vliegt met me mee. De beukenhaag is prachtig goudgeel. Ik denk dat ik dan een mandje bij me heb met een geruit kleedje erin en een schaartje. Voor me uit lopen drie krielkipjes. Nu ik toch bezig ben …ik ben 30 kilo lichter en 30 jaar jonger en heb een lange bloemetjesjurk aan, een strik in mijn haar en kekke tuinlaarsjes aan. Een lapjes kat loopt met me mee. Zie je me lopen?
De tuinman heeft een stagiair en die is met een hark wat bladeren aan het harken want ik wil geen bladblazer. Hij vraagt of hij wat druiven zal plukken want dat wordt wel tijd. Uiteraard vind ik dat goed. Ik vraag of er nog kweeperen zijn maar die zijn allemaal geplukt. Ik heb eigenlijk ook wel genoeg kweeperengelei. Het ruikt heerlijk naar gevallen blaadjes en de zon komt zowaar ook nog tevoorschijn, in de keuken ruikt het ook lekker want de appeltaart staat in de oven. We hadden veel appels dit jaar. Bij de voordeur staan wat zakjes te koop met een vastgezette spaarpot.
Droom maar lekker verder…. de werkelijkheid is anders al had ik van mijn appelboompje op het terras dit jaar flink wat appels, hele grote ook! Ik verkeer in goed gezelschap als ik zo een tuin zou hebben en erover zou schrijven. Maarten ’t Hart, Jan Wolkers en Meir Shalev zijn mijn bondgenoten (of zouden dat zijn, werkelijkheid en fantasie lopen nu wel erg door elkaar).
Meir Shalev? Ja kent U die niet? O dat is jammer, het is mijn lievelingsschrijver, uit Israël. Ik was eens op een groot boekenevenement in Ahoy, daar presenteerde hij zijn nieuwe boek en hield een lezing. Ik heb toen nog wat in steenkolenengels aan hem gevraagd. Later kwam ik heb hem weer ergens tegen en toen herkende hij mij en zei vriendelijk gedag. Ik heb de hele dag op wolkjes gelopen en vertelde iedereen, ook aan Wim van de boekwinkel dat ik HEM gezien en gesproken had. Maar niemand kende hem… wat een desillusie!
Mijn dochter Martine die pas laat is gaan lezen, is gelukkig ook weg van zijn boeken, dat schept een band, ik voelde me zo onbegrepen. De vier maaltijden is zo een geweldig boek. Martine heeft het in haar leesclub ingebracht en gooide er hoge ogen mee.
Maar even terug over die tuin, ook Meir heeft een tuin en schrijft erover. Zou het zo zijn dat je al tuinierend de juiste woorden vindt of dat dan een boek ontstaat of vorm krijgt?
Zou iemand die in een tuin werkt en met liefde een roos snoeit en ook de half rotte en aangevreten appeltjes opraapt voor de appelmoes een slecht mens kunnen zijn? Ik vond het altijd zo ontroerend als die grote stoere Jan Wolkers door zijn tuin liep en helemaal in vervoering kon zijn van een slakje… Ik zie nu ook ineens mijn tuinman voor me, sprekend Jan in zijn jonge jaren!
Reageren? ... Blader naar beneden plaats jouw reactie direct onder artikel [binnen 30 dagen na publicatiedatum]
voorliggende column is tot nu toe gelezen door: 267 lezers Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
Ontdek meer van MAASSLUIS.NU